alluvium
Nederlands
Woordafbreking
- al·lu·vi·um
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn alluvius "aangespoeld", dus "het aangespoelde", met het achtervoegsel -ium[1][2]
- [2] tijdperk met gewone aanspoeling, tegenover diluvium, het tijdperk eindigend met de zondvloed en de daaraan toegeschreven aardlagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alluvium | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
alluvium o
- (geologie) sediment van los materiaal (regoliet) dat door stromend water is afgezet
- Dit alluvium bestaat hoofdzakelijk uit kalkrijke, bruinachtige, zware klei; slechts in de grote kreken treft men zandig materiaal aan. [3]
- Vroeger bestond het Eijerland uit de van ouds bekende Duinkom, gevormd door diluvische of oorspronkelijke gronden, (waarop het geheel op zichzelf staande Eijerlandshuis gevonden wordt) en het tusschen dit Eijerland en Texel gelegene Buitenveld, een' alluvium of aangespoelden grond. [4]
- (geologie) (verouderd) laatste tijdvak van de periode quartair
- (…) het mesolithicum en het neolithicum moeten worden geplaatst in de tegenwoordige periode, het alluvium of holoceen. [5]
Opmerkingen
- [2] Volgens de standaard van de Internationale Commissie voor Stratigrafie heet dit tijdperk "holoceen"[6]
Synoniemen
- [2] holoceen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. los materiaal (regoliet) dat als sediment door een rivier is afgezet
Gangbaarheid
- Het woord alluvium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'alluvium' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- alluvium op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Viaene, A. (red.) "De ontstaansgeschiedenis van de zeepolders" extra vervolgnummer van: Biekorf. jrg. 60 nr. 11B (november 1959) G. Barbiaux, Brugge; p. 392; geraadpleegd 2016-02-05
- "Eijerland." in Vaderlandsche Letteroefeningen. 1837, 2e stuk (1837) G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam;p. 496; geraadpleegd 2016-02-05
- Byvanck, A.W. "De oorsprong van het Nederlandsche volk en de archaeologie van Nederland" in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1935-1936. (1936) E.J. Brill, Leiden; p.31; geraadpleegd 2016-02-05
- (eng) Cohen, K.M., e.a. The ICS International Chronostratigraphic Chart. Episodes 36: 199-204. (2015) op website: stratigraphy.org; geraadpleegd 2016-01-20
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.