afwachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afwachten    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɑfʋɑχtə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɑfʋɑxtə(n)/
    • (Limburg): /ˈɑfwɑxtə(n)/
Woordafbreking
  • af·wach·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afwachten
wachtte af
afgewacht
zwak -t volledig

Werkwoord

afwachten

  1. overgankelijk wachten op wat er gaat gebeuren
    • Zij zullen de uitslag moeten afwachten. 
Gelijkklinkende woorden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afwachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.