afwachting
Nederlands
Woordafbreking
- af·wach·ting
Zelfstandig naamwoord
afwachting v
- in de veronderstelling zijnde dat bepaalde dingen gaan gebeuren
- De kinderen waren in afwachting van Sinterklaas.
- Hoewel de laatste dagen in afwachting van de wapenstilstand vrij rustig verliepen, kwam alles onverhoeds in een stroomversnelling. [1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord afwachting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.