directory
Nederlands
Woordafbreking
- di·rec·to·ry
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lijst met alle programma's en bestanden die op een schijfgeheugen aanwezig zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1981 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directory | directory's |
verkleinwoord | directory'tje | directory'tjes |
Gangbaarheid
- Het woord directory staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'directory' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.