achterklap
Nederlands
Woordafbreking
- ach·ter·klap
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kletspraat achter iemands rug’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- samenstelling van achter en klap [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterklap | |
verkleinwoord | achterklapje | achterklapjes |
Zelfstandig naamwoord
achterklap m [3]
- kwaadsprekerij achter iemands rug om
- Simon Sebag Montefiore (1965) schreef o.a. een alom geprezen tweedelige Stalin-biografie. In zijn nieuwe boek raken belangrijke gebeurtenissen ondergesneeuwd door erotische hoogstandjes en achterklap.[4]
- Charles gaat in Woodstock wonen en maakt er een prachtige plaat waarop het liedje staat waar Hoskyns zijn boek naar vernoemde: ‘Small Town Talk’, over de roddel en achterklap in Woodstock: ‘you know how people are. They can't stand to see, someone else doing what they want to’.[5]
Uitdrukkingen en gezegden
- er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders
er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achterklappen |
achterklap
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen
- ... dat ik achterklap.
Gangbaarheid
- Het woord achterklap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'achterklap' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "achterklap" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- achterklap op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Michel Krielaars 4 augustus 2016
- NRC Bertram Mourits 8 juli 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.