achterklap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·klap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterklap
verkleinwoord achterklapje achterklapjes

Zelfstandig naamwoord

achterklap m [3]

  1. kwaadsprekerij achter iemands rug om
    • Simon Sebag Montefiore (1965) schreef o.a. een alom geprezen tweedelige Stalin-biografie. In zijn nieuwe boek raken belangrijke gebeurtenissen ondergesneeuwd door erotische hoogstandjes en achterklap.[4] 
    • Charles gaat in Woodstock wonen en maakt er een prachtige plaat waarop het liedje staat waar Hoskyns zijn boek naar vernoemde: ‘Small Town Talk’, over de roddel en achterklap in Woodstock: ‘you know how people are. They can't stand to see, someone else doing what they want to’.[5]  
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders
er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt
Vertalingen

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
achterklappen

achterklap

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen
    • ... dat ik achterklap. 

Gangbaarheid

  • Het woord achterklap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.