abdijkerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abdijkerk (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɑbˈdɛɪ̯.kɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɑbˈdɛː.kɛrk/
Woordafbreking
- ab·dij·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van abdij en kerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abdijkerk | abdijkerken |
verkleinwoord | abdijkerkje | abdijkerkjes |
Zelfstandig naamwoord
abdijkerk v/m
- In de abdijkerk kun je vandaag luisteren naar liturgische gezangen.
Vertalingen
1. een kerk die bij een abdij hoort
Gangbaarheid
- Het woord abdijkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'abdijkerk' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.