abdij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ab·dij
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘klooster’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Afgeleid van abt met het achtervoegsel -ij [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abdij | abdijen |
verkleinwoord | abdijtje | abdijtjes |
Zelfstandig naamwoord
abdij v
- een klooster met aan de leiding een abt of abdis
Vertalingen
1. een klooster met aan de leiding een abt of abdis
Gangbaarheid
- Het woord abdij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'abdij' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.