abdij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abdij    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ɑbˈdɛɪ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɑbˈdɛː/
Woordafbreking
  • ab·dij
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘klooster’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afgeleid van abt met het achtervoegsel -ij [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord abdij abdijen
verkleinwoord abdijtje abdijtjes

Zelfstandig naamwoord

abdij v

  1. een klooster met aan de leiding een abt of abdis
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord abdij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.