protesteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·tes·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verzet uiten’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
  • afgeleid van het Franse protester (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
protesteren
protesteerde
geprotesteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

protesteren

  1. inergatief grote bezwaren uiten
    • Het verzoek werd afgewezen, waarop de advocaat nog protesteerde, maar uiteindelijk toch zijn pleidooi hield. 
    • Honderden boeren protesteerden in de straten van Brussel tegen de nieuwe landbouwplannen. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord protesteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.