protesteren
Nederlands
Woordafbreking
- pro·tes·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verzet uiten’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
- afgeleid van het Franse protester (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
protesteren |
protesteerde |
geprotesteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
protesteren
- inergatief grote bezwaren uiten
- Het verzoek werd afgewezen, waarop de advocaat nog protesteerde, maar uiteindelijk toch zijn pleidooi hield.
- Honderden boeren protesteerden in de straten van Brussel tegen de nieuwe landbouwplannen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. grote bezwaren uiten
Gangbaarheid
- Het woord protesteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'protesteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.