aanrijding
Nederlands
Woordafbreking
- aan·rij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanrijding | aanrijdingen |
verkleinwoord | aanrijdinkje | aanrijdinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanrijding v
- Na de aanrijding zat er een grote deuk in de bak van de vrachtauto maar er waren gelukkig geen gewonden of doden te betreuren.
Vertalingen
1. botsing met een voertuig
Gangbaarheid
- Het woord aanrijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanrijding' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.