aanrijden
Nederlands
Woordafbreking
- aan·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en rijden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrijden |
reed aan |
aangereden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
(scheidbaar)
aanrijden
- rijdend aankomen
- Hij kwam wat eerder aangereden dan we verwacht hadden.
- overgankelijk tegen iets rijden, een botsing veroorzaken
- Hij werd aangereden door een motorrijder.
- De reebok werd in het kader van het project Ruimte voor aaseters in de natuur neergelegd. Kadavers zijn schaars, schrijven de deelnemende natuurorganisaties op hun website. Aangereden wild wordt vaak vernietigd en ook in natuurgebieden worden dode dieren opgeruimd. Door verkeersslachtoffers terug te plaatsen, hopen de organisaties dat grote aaseters weer terugkeren in de natuur. [1]
Vertalingen
2. tegen iets rijden, een botsing veroorzaken
Gangbaarheid
- Het woord aanrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanrijden' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Lucas Brouwers 13 maart 2012
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.