aangrijpen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·grij·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en grijpen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aangrijpen |
greep aan |
aangegrepen |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
aangrijpen
- overgankelijk met kracht aanpakken
- De lakse agent werd door de boze vrouw aangegrepen.
- aanvallen.
- hevig ontroeren
Spreekwoorden
De gelegenheid aangrijpen.
- Van de gelegenheid gebruik maken wanneer die zich voordoet.
- De student greep de herkansing van het examen met beide handen aan, daardoor had hij toch nog een kans zijn diploma op tijd te halen.
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Gangbaarheid
- Het woord aangrijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aangrijpen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.