Zar

Niet te verwarren met: ZAR

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʦaːɐ̯/
Woordafbreking
  • Zar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse woord Caesar.

Zelfstandig naamwoord

Zar m

  1. (adel) tsaar (mannelijke vorm)
  1. «Dennoch fand Zar Alexander noch Gelegenheit, die Karten und Zeichnungen von den Schleusen genau zu studieren.»
    Toch vond tsaar Alexander nog gelegenheid om nauwkeurig de kaarten en tekeningen van de sluizen te bestuderen.
Verbuiging
Antoniemen
  • Zarin (vrouwelijke vorm)
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.