Nederlander
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Nederlander (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈne.dər.ˌlɑn.dər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈne.dər.ˌlɑn.dər/
- (Limburg): /ˈne.dər.ˌlɑn.dər/
Woordafbreking
- Ne·der·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Nederlander | Nederlanders |
verkleinwoord | Nederlandertje | Nederlandertjes |
Zelfstandig naamwoord
Nederlander m
- (demoniem) een inwoner van Nederland of persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit
- (geschiedenis) (demoniem) een inwoner van de zeventien Nederlanden van weleer
- Beroemde componisten van de Renaissance, zoals Josquin en Ockeghem worden soms Nederlanders genoemd omdat zij uit de Bourgondische Nederlanden kwamen, meest uit het graafschap Vlaanderen of het hertogdom Brabant.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Nederland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Nederlander • inwoonster: Nederlandse • bijvoeglijk: Nederlands |
Uitdrukkingen en gezegden
Heel wat Nederlanders.
Vertalingen
1. een inwoner van Nederland of persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit
|
heel wat Nederlanders
|
Gangbaarheid
- Het woord Nederlander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.