Kosovanka
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kɔsɔvaŋka/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Kosovan met het achtervoegsel -ka
Zelfstandig naamwoord
Kosovanka v
- (demoniem) Kosovaarse; een vrouw met de Kosovaarse nationaliteit
- (demoniem) Kosovaarse; een vrouw behorend tot het Kosovaarse volk
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Kosovanka | Kosovanky |
genitief | Kosovanky | Kosovanek |
datief | Kosovance | Kosovankám |
accusatief | Kosovanku | Kosovanky |
vocatief | Kosovanko | Kosovanky |
locatief | Kosovance | Kosovankách |
instrumentalis | Kosovankou | Kosovankami |
Synoniemen
- -
- Kosovská Albánka v
Hyperoniemen
- Evropanka v
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.