Gebott

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • GeĀ·bott
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Gebottder GebottGebotterdie Gebotter
datief me Gebottem GebottGebotterde Gebotter
accusatief en Gebottder GebottGebotterdie Gebotter

Zelfstandig naamwoord

Gebott, o

  1. (economie) bod (bij een veiling)
  2. aanbod, offerte
  3. (religie) gebod
  4. bevel, gebod
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [3]: die zehe gebotter
de tien geboden
Opmerkingen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.