Castor
Nederlands
Woordafbreking
- Cas·tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Castor | Castors |
verkleinwoord | Castortje | Castortjes |
Eigennaam
Castor m
- (mythologie) één van de legendarische tweelingbroers uit de Griekse mythologie, Castor en Pollux, zonen van de zwaan Leda.
- (astronomie) een van de twee heldere sterren in het sterrenbeeld "Tweelingen"
- De sterren Castor en Pollux zijn gemakkelijk te herkennen.
- (toponiem) berg in Noord-Italië bij de grens met Zwitserland
- De berg Castor ligt in het Rosamassief en is ruim 4000m hoog.
Synoniemen
- [1] Kastor
- [2] Alpha Geminorum
Verwante begrippen
- [1] Dioskour, Leda, Zeus
- [2] Pollux, ster, sterrenbeeld, sterrenhemel
- [3] berg, gletsjer, Pollux,
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'Castor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.