Alpen
Nederlands
| demoniem | |
|---|---|
| inwoner | |
| bijvoeglijk | alpien |
Woordafbreking
- Al·pen
Woordherkomst en -opbouw
| 1 | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | - | Alpen |
| verkleinwoord | - | - |
| 2 | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | Alpen | - |
| verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
Alpen
- De Brenner en de Gotthard zijn bekende passen die door de Alpen voeren.
- o een plaats in het district Wesel in Noord-Rijnland-Westfalen, Duitsland
Afgeleide begrippen
- Alpenroos, Alpenkraai
Vertalingen
1. een gebergte dat Italië van de rest van Europa scheidt
Alemannisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Duits
Fries
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Indonesisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Javaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Luxemburgs
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Nedersaksisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Noord-Fries
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Saterfries
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.