Jipsinghuizen

Jipsinghuizen (Gronings: Jipsenhoezen) is een buurtschap in de gemeente Westerwolde, in Westerwolde. Het ligt in de provincie Groningen, ongeveer drie kilometer ten noorden van Sellingen aan de Ruiten-Aa. Samen met het nabijgelegen gehucht Plaggenborg wonen er zo'n 160 inwoners.[1] In het dorp bevindt een buurthuis, een basisschool (OBS Plaggenborg), een landbouwmechanisatiebedrijf, een mengvoederbedrijf, een tankstation en een hotel. Jipsinghuizen is één van de oude boermarken van het kerspel Vlagtwedde.

Jipsinghuizen
Plaats in Nederland

Situering
ProvincieGroningen
GemeenteWesterwolde
Coördinaten52° 59 NB, 7° 9 OL
Algemeen
Inwoners (2009[1])160 (met Plaggenborg samen)
Woonplaats (BAG)Sellingen (zuid)
Vlagtwedde (noord)
Portaal    Nederland

Geschiedenis

In de naaste omgeving van het dorp zijn urnenvelden gevonden uit de late bronstijd.

Slag bij Jipsinghuizen

Op 26 september 1665 vond in en nabij Jipsinghuizen een veldslag plaats tussen troepen van de Munsterse prinsbisschop Christoph Bernhard van Galen en de Gardetroepen van Groningen & Ommelanden. De slag werd door de Groningers gewonnen en betekende een belangrijk keerpunt in de Eerste Munsterse Oorlog (1665-1665). De slag, door Lieuwe van Aitzema in zijn Saken van Staet en Oorlog (1668) omschreven als een ‘geluckige rencontre’, voorkwam een verrassingsaanval op de stad Groningen, dat op dat moment niet was voorbereid op een vijandelijke aanval.

Bij Jipsinghuizen lag op 26 september sinds enkele dagen een voorhoede van het Munsterse leger van ongeveer 1.800 man. Het grootste deel lag in kampement op de Breiskaamp terwijl de legerleiding - volgens overlevering - op erve Pollingh was ingekwartierd. In Westerwolde en Groningen had de Munsterse invasie grote consternatie teweeg gebracht, omdat men verwachtte dat de vesting Bourtange sterk genoeg was om een eventuele Munsterse aanval te weren. Vanwege de toenemende dreiging vanuit het oosten, had de provincie Stad & Lande in de voorafgaande maanden wel maatregelen genomen om de defensie op peil te brengen. Vanuit Groningen waren vier compagnieën van 500 á 600 man voetvolk en 70 á 80 ruiters onder leiding van kapitein Rembt ten Ham naar Bourtange gestuurd om het garnizoen te versterken. Dit was hoognodig, want hoewel de vesting - onder bevel van commandeur Gerrit van Amama - na visitatie in redelijke staat was bevonden, bleek het garnizoen zwaar onderbezet. Met de aanvulling van de Groningse gardetroepen hoopte men de vesting - en daarmee de belangrijkste begaanbare route door het Bourtanger Moor - voldoende te hebben beveiligd.

Reeds twee dagen na de oorlogsverklaring aan de Republiek verschenen Munsterse troepen aan de oostzijde van de vesting Bourtange en begonnen met cavalerieaanvallen. Het bleken schijngevechten te zijn, want geheel onverwacht verscheen op 20 september de voorhoede van het leger vanuit het Bourtanger Moor voor Sellingen. Het bleek dat de Munstersen in het diepste geheim twee veenbruggen door het moeras hadden aangelegd, waarvan één tussen Walchum en de Hasseberg en vandaar naar Sellingen. Voor deze brug hadden tal van boeren en bewoners uit de naburige dorpen van het Eemsland deuren, kozijnen, balken en planken uit hun boerderijen en woonhuizen moeten aanleveren. Na de overrompeling van Sellingen stootte de voorhoede door naar Jipsinghuizen om daar het kampement op te slaan en te wachten op de grote achterhoede die met enkele duizenden soldaten en zwaar materieel zou volgen.

In de spannende dagen daarna werd de veenbrug verder versterkt en hielden de Munstersen huis in de dorpen en gehuchten rond Sellingen en Vlagtwedde. Volgens overlevering speelde de lokale vrijbuiter Meerten Willems ("koster Willem") in die dagen een hoofdrol. Hij spioneerde, leverde huzarenstukjes en pleegde een gewapende overval op de Munsterse schildwacht op de Spinberg, direct ten noorden van Jipsinghuizen. Hoe dan ook, in Bourtange werd duidelijk ‘datter in het Bosch by Ipsenhuysen een goet getal Soldaten van den Bisschop was gekomen’ (Aitzema). Besloten werd tot een verrassingsaanval.

Een ‘avant-garde’ van 104 man onder leiding van luitenant Willem Nierop viel in de ochtend van 26 september het Munsterse leger aan. Hoewel numeriek ver in de minderheid, wisten Nierop en zijn manschappen na ‘een hart gevecht’ (Aitzema) de Munstersen te overrompelen en te verdrijven. Het was een zeer gewelddadige confrontatie: meer dan 300 Munstersen sneuvelden ter plekke of verdronken op hun vlucht in de Ruiten Aa. Daartegenover vielen “slechts” 17 doden van Groningse zijde te betreuren. Ongeveer 120 Munsterse soldaten en officieren werden gevangen genomen en naar Groningen gebracht. Luitenant Nierop wist in de dagen na de slag de brug door het moeras in brand te steken en verder te verwoesten.

De Slag bij Jipsinghuizen werd door tijdgenoten hoog aangeslagen en gezien als één van de weinige lichtpunten tijdens de Munsterse invasie van 1665. Militair-strategisch was de slag belangrijk omdat de Munsterse verrassingsaanval juist op tijd werd afgeslagen waardoor de grote achterhoede van het Munsterse leger het Bourtanger Moor niet kon oversteken. De Groninger gedeputeerden schreven aan de Staten-Generaal dat reeds de volgende dag 5.000 man voetvolk, 2.000 ruiters en enige kanonnen via de veenbrug het moeras zouden zijn overgestoken om recht op Groningen af te marcheren. Het Munsterse leger zag zich gedwongen om de aanvalsstrategie te wijzigen en via een grote omweg over de Hondsrug en De Groeve alsnog het Oldambt en delen van Westerwolde te veroveren, waardoor veel tijd verloren ging. Daarmee mislukte de oorspronkelijke opzet van een bliksemaanval op Groningen en Delfzijl, waar de met Munster verbonden Engelsen met een vloot zouden landen om de Republiek verder aan te vallen. De Groningers kregen de tijd om zich te herwinnen en wisten met het Staatse leger onder leiding van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen de Munstersen door Westerwolde naar het Eemsland te verdrijven. Tijdens hun terugtocht werd Jipsinghuizen in de nacht van 15 op 16 november 1665 – mogelijk als vergeldingsactie - volledig platgebrand.

In Jipsinghuizen herinnert een monument op het Bisschopskerkhof, de plaats waar de Munsterse gesneuvelden werden begraven, aan de Slag bij Jipsinghuizen. Het monument werd in 2007 geschonken en geplaatst door de Stichting Monumenten Westerwolde. Op de plaquette staat een korte beschrijving van de slag door Gajus van Jeltinga, destijds kapitein in het garnizoen van Bourtange. De enigszins vergeten veldslag uit de 17e eeuw werd op 26 september 2015 in Jipsinghuizen herdacht met een grote publieksbijeenkomst in de schuur van erve Huisingh.

Verbindingen

Voormalig tramstation van de OG in Jipsinghuizen

In 1915 kreeg Jipsinghuizen een station aan de stoomtramlijn Winschoten - Ter Apel van de OG. De lijn werd in 1948 opgeheven, maar het station is anno 2006 nog aanwezig op de hoek Weenderstraat-Wollinghuizerweg. Een kilometer ten zuidoosten van Jipsinghuizen ligt de Jipsinghuizersluis in het Ruiten-Aa-kanaal. Dit kanaal kwam in 1920 gereed en werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de beroepsvaart. Sinds de jaren negentig van de twintigste eeuw is het weer bevaarbaar voor de pleziervaart met een beperkte diepgang en doorvaarthoogte.

Werkverschaffing

In de Ruiten-Aa staat in Jipsinghuizen een monument gewijd aan de werkverschaffing in Westerwolde. Initiatiefnemer voor de werkverschaffing was begin jaren twintig van de 20e eeuw Jan Buiskool (burgemeester van achtereenvolgens Vlagtwedde en Delfzijl en rijksinspecteur van de werkverschaffing). De werkverschaffing werd georganiseerd door de in 1924 opgerichte N.V. Ontginningsmaatschappij De Vereenigde Groninger Gemeenten, waar uiteindelijk 50 Groninger gemeenten lid van zijn geworden. De werklozen werden per tram naar Jipsinghuizen gebracht om in de omgeving van het dorp de heide te ontginnen. Ze overnachtten in barakkenkampen. De werklozen kregen een aanmerkelijk lager salaris dan gangbaar was in de landbouw. Het was zwaar lichamelijk werk en veel van de tewerkgestelden hadden een opleiding genoten en waren er in het geheel niet aan gewend. Het project werd wel de hel van Jipsinghuizen genoemd.

De ontgonnen gebieden zijn in chronologische volgorde:

Natuur en recreatie

Monumentale boerderij Meendering uit 1873 (rijksmonument) in het centrum van het oude esgehucht.

Ten noorden van het dorp, tussen de Weenderstraat en de Wollinghuizerweg liggen gebieden die deel uitmaken van het natuurreservaat Dal van de Ruiten A van Natuurmonumenten. Het betreft hier gereconstrueerde meanders van de Ruiten-Aa. Ten zuidwesten van het dorp liggen gebieden die in het beheer zijn bij Staatsbosbeheer. Vanaf 2006 werd hier nieuwe natuur aangelegd.

Zie ook

Zie de categorie Jipsinghuizen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Beluister (info)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.