Vlag van de Arameeërs
De Aramese vlag (Aramees: ܐܳܬ݂ܳܐ ܣܽܘܪܝܳܝܬܳܐ - Otho Suryoyto) is de door de Arameeërs gekozen vlag om het Aramese volk in hun thuisland en in de diaspora te vertegenwoordigen.
Het symbool van de vlag is gebaseerd op een reliëf van de Aramese zonnegod Gilgamesj, dat dateert van 800-1200 voor Christus en in 1907 werd ontdekt in het paleis van koning Kapara in de Aramese stadstaat Tell Halaf door André Dupont-Sommer.
Symboliek
De vlag die in 1979 geïntroduceerd werd door de Wereldraad van Arameeërs heeft echter een geheel andere betekenis gekregen.
- De adelaar zelf symboliseert kracht en macht.
- De gele kleur is de hoop op een terugkerende onafhankelijke Aramese staat.
- De rode achtergrond staat symbool voor het bloed dat vergoten werd tijdens genocides op het volk, waaronder de Aramese Genocide.
- De vlam staat symbool voor de Heilige Geest, waarmee de Arameeërs willen aantonen dat zij het eerste volk geweest zouden zijn dat overging op het christendom.
- De vier sterren onderaan symboliseren de rivieren de Eufraat, Tigris, Gihon en Bishon in hun vaderland.
Geschiedenis
Voor het introduceren van de hedendaagse vlag maakten de Arameeërs reeds gebruik van een andere vlag. Deze werd geïntroduceerd door de Aramese gemeenschap uit Tur Abdin. De drie sterren bovenin symboliseren de drie verschillende denominaties van het Syrisch christendom in de streek, namelijk Syrisch-Orthodox, Syrisch-Katholiek en Syrisch-Protestants.