U 653 (Kriegsmarine)

De U-653 was een veelvoorkomende VIIC-type U-boot van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze stond onder bevel van Oberleutnant Hans-Albrecht Kandler. In zeven maanden tijd verloor de onderzeeër drie man, die overboord geslagen werden. Zijzelf zou ten onder gaan op 15 maart 1944, een jaar na het laatste slachtoffer.

Geschiedenis

13 maart 1943 - Sectie B speelde ook een belangrijke rol in een operatie die misschien de beste resultaten van de hele oorlog opleverde; de ontcijferingssectie had kort tevoren de code die toen in gebruik was gebroken, een boodschap ontcijferd en het Duitse hoofdkwartier gewaarschuwd dat het snelle konvooi HX-229, komende uit Halifax en bestaande uit 37 schepen, zich ten zuiden van Kaap Race zou bevinden en een koers van 89 graden zou voorliggen.

14 maart - De volgende dag kwam Sectie B alweer met een troefkaart, het langzame konvooi SC-122, komende uit Sydney, Nova Scotia, dat niet minder dan vijftig schepen omvatte, had opdracht gekregen naar een bepaald punt op te stomen en vervolgens koers 57° voorliggend, de Atlantische Oceaan over te steken. De U-boten die aan de aanval op HX-228 hadden deelgenomen, trokken op dat moment in een patrouillevaart westwaarts. Twaalf ervan werden samengevoegd tot de Raubgraf-gruppe en kregen onmiddellijk een koers op die hen in staat zou stellen om het oostelijkste van de twee konvooien, SC-122, te onderscheppen.

15 maart - Hun eerste verkenning had plaats op de avond van 15 maart, toen een torpedobootjager vlug oostwaarts stoomde, maar die bleek niets met het konvooi te maken te hebben. Andere U-boten in de buurt werden samengesteld tot twee groepen, veertien boten die kort tevoren afgelost werden van operaties tegen andere konvooien, werden, tezamen met andere boten, die brandstof en voorraad hadden ingenomen in een basis aan de Golf van Biskaje, samengevoegd tot de Sturmer-gruppe. Negen andere onderzeeboten vormde tezamen met twee boten, die pas uit de Golf van Biskaje kwamen, de Dranger-gruppe.

Op 16 maart voer de eenzame U-653 met machineschade, op de terugweg naar de basis van Brest. Eensklaps verkende ze een van de andere konvooien. Uit de aangegeven positie concludeerde opper-admiraal Dönitz dat het konvooi SC-122 was, en de hele Raubgraf-gruppe kreeg, tezamen met elf boten van de Sturmer-gruppe en twee boten die net hadden gebunkerd van een "melkkoe", opdracht het konvooi te onderscheppen.

Geallieerde list

De verkeerde veronderstelling dat het konvooi SC-122 was, werd grotendeels gebaseerd op een verkeerde interpretatie door Sectie B van een bericht van de Britse Admiraliteit; daaruit werd de conclusie getrokken dat HX-229 niet in de buurt kon zijn. In een radioboodschap stond dat HX-229 zijn koers naar het noorden moest voorleggen om de concentratie van U-boten te vermijden. Maar naar het schijnt was dit een list van de Britse Admiraliteit; de list slaagde, want de rest van de Sturmer-gruppe en de elf boten van de Dranger-gruppe moesten naar het noorden varen om het konvooi te onderscheppen. In werkelijkheid was het verkeerde konvooi het snelle HX-229 en het werd de taak van de Raubgraf-gruppe het aan te vallen. De aanval was gemakkelijk, aangezien het hele konvooi van elf colonnes schepen, slechts beschermd was door vier torpedojagers en één enkele korvet.

Grootscheepse aanval

Deze grootscheepse aanval, in de letterlijke zin van het woord, werd ingezet door de U-603, U-758, U-435, U-91, U-600, U-608, U-616, U-338, U-384, U-631, U-305, U-666, U-441, U-221 en nog meerdere U-boten, die konvooi SC-122 aanvielen. De U-653 kon aan deze bijzonder grote vlootconcentratie niet meedoen, daar hij met machineschade naar zijn bunkerbasis in Brest moest terugkeren. Hij had wel melding gemaakt van konvooi SC-122 naar het hoofdkwartier. Deze zou eveneens op 17 maart aangevallen worden, o.a. door de U-338 van commandant Kinzel. De tien andere U-boten konden niet zo gauw doordringen in het eveneens grote konvooi.

Aanval op konvooi ON-166

Op 20 februari 1943 doet de U 653 onder commando van Kapitein-Luitenant Gerhard Feiler mee aan de aanval op het geallieerde konvooi ON-166. Nadat dit konvooi was waargenomen door de U-604 onder leiding van Kptlt. Horst Höltring.

24 februari 1943: Het was 01.16 uur s´nachts als de U-653 (Kptlt. Feiler) een spreidschot van vier torpedo´s richting konvooi ON-166 afvuurde. Kptlt. Feiler rapporteerde dat hij twee schepen had gekelderd en een beschadigd. In feite had hij maar één schip geraakt, de Nederlandse Madoera (9.382 ton). De Madoera werd geraakt in ruimvak 13 in de boeg (46°02' N. en 39°20' W. BC 6956). De bemanning verlieten met gebruik van de reddingssloepen, snel het beschadigde schip. Het schip bleef echter drijven, bij daglicht werd het besluit genomen, om met een aantal bemanningsleden terug aan boord te laten gaan om de schade te inspecteren, het schip was zwaar beschadigd en maakte slagzij, maar het lukte hen toch om het schip weer recht te krijgen en het water uit ruim nummer 4 en de machinekamer te pompen.

De Madoera zette koers naar St. John's, Newfoundland, na een paar dagen kwam het schip terecht in een ijsveld, maar het lukte toch om St. John's op 1 maart te bereiken.

Twaalf overlevenden werden opgepikt door de USS Belknap (CG-26), een aantal Nederlanders werden krijgsgevangen gemaakt door de U-591 van Kptlt. Hans-Jürgen Zetzsche. Twee sloepen werden nooit meer teruggevonden.

In totaal van de 86 bemanningsleden konden 60 manschappen de aanval niet na vertellen.

Gebeurtenis U-653

18 augustus 1942 - Nabij het konvooi SL-119 viel een B-24 Liberator-bommenwerper (Squadron 120/F) de U-653 aan. Gedurende de crachduik verloor men een man aan dek. Matrozengefreiter (korporaal) Willi Pröhl kon niet snel genoeg in het mangat, naar beneden springen, omdat het voor zijn neus dichtgeklapt werd. Men dacht in het paniekmoment, dat iedereen benedendeks was. De matroos-korporaal werd overboord gespoeld tijdens de noodduik. (Er werd nadien gerapporteerd dat de matroos werd opgepikt door een Britse torpedobootjager). De boot was door de bommenexplosies ernstig beschadigd en als een kreupele, keerde de U-boot terug naar de basis van Brest op 30 augustus.

22 december 1942 - De boot verloor een man die overboord werd gespoeld rond 08.10 u. Waarschijnlijk gebeurd tijdens een storm. Dit was bootsmaat Heinz Wendler.

13 februari 1943 - Gedurende hevige zeegang verloor de U-653 deze keer een officier, die overboord geslagen werd. Het was Oberleutnant-II-Klasse-zur-See Werner Laudon. Men heeft hem nooit meer teruggevonden.

9 maart 1943 - Bootsmaat Walter Mayer ging deze keer eveneens overboord, waarschijnlijk in een storm. In zeven maanden tijd verloor de U-653 drie manschappen in zee.

Einde U-653

De U-653 werd tot zinken gebracht op 15 maart 1944 in de Noord-Atlantische Oceaan, in positie 53°46' N. en 24°35' W., door dieptebommen van een Swordfish-vliegtuig van de Britse escorte-vliegkampschip HMS Vindex en door dieptebommen van de Britse sloeps HMS Starling en HMS Wild Goose. Oberleutnant Hans-Albrecht Kandler en zijn 51 manschappen, verloren hierbij allen het leven.

Commandanten

  • 25 Mei 1941 - 30 Sep. 1943: Kptlt. Gerhard Feiler
  • 1 Okt. 1943 - 15 Maart 1944: Oblt. Hans-Albrecht Kandler (+)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.