Titulatuur in het Nederlands hoger onderwijs

Wie na afronding van een opleiding in het Nederlands hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs een graad is verleend, heeft van rechtswege recht op het dragen van een titel.[1] De wet schrijft voor welke titel bij welke opleiding behoort. Zij stelt het strafbaar om een titel of, sinds 1 januari 2018[2], een graad te voeren die niet daadwerkelijk van rechtswege is verkregen.[3]

De komst van de bachelor-masterstructuur heeft ertoe geleid dat universiteiten en hbo-instellingen uitsluitend nog graden verlenen, maar waarvan de bezitter de keus heeft de graad te voeren of de titel volgens artikel 7.20 lid 1 en lid 2.[4]

In onderstaande tabellen wordt de meest gehanteerde titulatuur in het Nederlands hoger onderwijs weergegeven:

Traditionele Nederlandse titels

Titels in het wetenschappelijk onderwijs

AfkortingTitelOmschrijving
dr. doctor Hoogste universitaire titel te verkrijgen na wetenschappelijke promotie
mr. meester in de rechten Titel voor de studie Rechtsgeleerdheid.
ir. ingenieur Titel voor de meeste studies aan technische universiteiten, alsmede enkele technische studies aan algemene universiteiten, en studies op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving (de Wageningen Universiteit).
drs. doctorandus Titel voor alle universitaire studies, uitgezonderd die in rechten, techniek, en op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving (aan de Wageningen Universiteit).
bacc. baccalaureus Titel na 4-jarige studie bij sommige universiteiten; niet meer verleend sinds 1981 (behalve bij de theologische faculteit van de Universiteit van Tilburg).
kand. kandidaats Titel na 3-jarige universitaire studie; vanaf de invoering van de tweefasenstructuur uitgefaseerd, wordt thans niet meer verleend.

Eretitel

AfkortingTitelOmschrijving
dr.h.c. doctor honoris causa Een eredoctoraat wordt verleend aan personen die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in de wetenschap, op maatschappelijk gebied of in de politiek.

Aanduidingstitels

AfkortingTitelOmschrijving
prof. professor Geen academische graad, maar een aanduiding dat iemand het universitaire ambt hoogleraar (aanspreekvorm: professor) uitoefent.
ds. dominee Een aanduiding dat iemand predikant is, waarbij betrokkene meestal een doctoraalexamen theologie heeft afgelegd; echter niet alle predikanten zijn universitair geschoold.

Titels in het hoger beroepsonderwijs

AfkortingTitelOmschrijving
ing. ingenieur Titel voor studies op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek.
bc. baccalaureus Titel voor overige studies (niet zijnde op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek).

Graden in Nederland

Door de invoering van de bachelor-masterstructuur hebben de volgende internationale graden (degrees) ingang gevonden:[5][6]

Graden in het (initieel) wetenschappelijk onderwijs

AfkortingGraadOmschrijving
BA Bachelor of Arts voor wo-bachelors van alfa-studies of sommige gamma-studies
BSc Bachelor of Science voor wo-bachelors van bèta-studies of bepaalde gamma-studies
LLB Bachelor of Laws voor wo-bachelors in de rechten.
LLM Master of Laws voor wo-master in de rechten
MA Master of Arts voor wo-masters van alfa-studies of sommige gamma-studies
MSc Master of Science voor wo-masters van bèta-studies of bepaalde gamma-studies
M.Phil. Master of Philosophy voor wo-masters die tweejarige research master hebben afgerond door verdedigen van een thesis
D of PhD Doctor / Doctor of Philosophy voor personen die gepromoveerd zijn na verrichting van wetenschappelijk onderzoek
Graad + (Hons) Honours degree voor personen die met goed gevolg een Honours Programme bij een universitaire bachelor- of masteropleiding hebben afgerond.
Graad + (Res) Research degree voor personen die met goed gevolg een speciale onderzoekersopleiding aan de universiteit hebben afgerond. Veelal betreft dit een onderzoeksmaster of research master pas te volgen na een gewone masteropleiding.

Graden in het hoger beroepsonderwijs en postinitieel onderwijs

AfkortingGraadOmschrijving
AD Associate Degree voor een tweejarige studie afgerond aan een hogeschool
B (+ varia toevoeging) Bachelor (in/of + naam studie) Een bachelor na afronding vierjarige beroepsopleiding aan hogeschool
M (+ varia toevoeging) Master (in/of + naam studie) voor 1 of 2-jarige initiële hbo-master of postinitiële master aan hogeschool/universiteit

Titulatuur en aanschrijfvormen

Wetenschappelijk onderwijs

TitelGraadAanschrijfvorm
prof. - De hooggeleerde heer / vrouwe
dr.h.c. - De weledelzeergeleerde heer / vrouwe
dr. D / PhD De weledelzeergeleerde heer / vrouwe
mr. LLM De weledelgestrenge heer / vrouwe
ir. MSc De weledelgestrenge heer / vrouwe
drs. MSc / MPhil / MA De weledelgeleerde heer / vrouwe
bacc. - De heer / Mevrouw
kand. BA / BSc / LLB De heer / Mevrouw

Hoger beroepsonderwijs en postinitieel onderwijs

TitelGraadAanschrijfvorm
- M (+ toevoeging) De weledelgeleerde heer / vrouwe
- M (+ toevoeging) De weledelgestrenge heer / vrouwe (indien op gebied van landbouw, natuurwetenschappen of techniek)
ing. B (+ toevoeging) De heer / Mevrouw (sinds 2005)[7]
bc. B (+ toevoeging) De heer / Mevrouw
- AD De heer / Mevrouw

Plaatsing van titels en graden

Plaatsing van titels

In Nederland (en in het buitenland) worden titels altijd prenominaal[8] geplaatst, met andere woorden titels behaald in het hoger onderwijs worden altijd vóór de naam geplaatst.

Rangorde bij meerdere verschillende titels

In Nederland bestaat een historisch gegroeid gebruik dat bepaalt in welke volgorde academische titels voor de naam dienen te worden gezet en hoe om te gaan met meerdere titels. Dit gebruik is als volgt:

  • prof. staat voorop, waarbij opgemerkt dient te worden dat deze titel eigenlijk een onbeschermde ambtelijke titel is (een beroep) en geen academische titel.
  • mr. is (naast prof.) de enige titel die voor dr. kan staan.
  • dr. staat voor alle overige titels,
  • over de volgorde van drs. en ir. bestaat geen consensus: hoewel sommige stijlboeken 'drs.ir.' voorschrijven, zijn in de praktijk zowel ir.drs. als drs.ir. gebruikelijk.
  • ing. komt als laatste.

Een mr.dr.ir. is dus

  • afgestudeerd in het recht;
  • gepromoveerd in het recht;
  • afgestudeerd in een technische of landbouwkundige studierichting.

Een dr.mr.ir. is

  • afgestudeerd in het recht;
  • gepromoveerd, maar niet in het recht;
  • afgestudeerd in een technische of landbouwkundige studierichting.

Een mr.ir. die promoveert in het recht, wordt dus mr.dr.ir. Promoveert hij echter in een technische richting, dan wordt hij dr.mr.ir. Een mr.drs.ir. wordt bij promotie echter ook mr.dr.ir. of dr.mr.ir. en verliest dus hoe dan ook zijn drs.-titel. Dit hangt samen met het volgende:

De combinatie dr. drs. is niet mogelijk. Doctorandus betekent letterlijk "hij die doctor moet worden" en is daarmee tegenwoordig de aanduiding dat de afgestudeerde is "toegelaten tot de promotie"; iemand die reeds doctor is kan daarom niet meer doctorandus heten. Van oudsher was een doctorandus namelijk iemand die wel het doctoraalexamen met goed gevolg had afgelegd, maar nog niet de kort daaropvolgende promotie had voltooid, die lang noodzakelijk is geweest om de voor bepaalde maatschappelijke functies vereiste doctorstitel te mogen voeren. Rond 1920 is die laatste eis komen te vervallen. Het doctoraalexamen werd toen het eind van de universitaire studie en de doctorsgraad werd een graad die voor bekwaamheid als zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker stond.

Bij promotie vervangt de titel doctor dus de titel doctorandus. Later kwam daar de titel ingenieur bij, eveneens met mogelijkheid tot promotie, maar tussen die titels bestaat niet dezelfde taalkundig-historische relatie (evenmin als tussen meester (mr.) en doctor). Om die reden blijft de titel ingenieur (of meester) bij promotie behouden.

Protocol bij meerdere dezelfde titels

Wie meerdere malen is afgestudeerd als mr., drs. of ir. voert het type titel slechts eenmaal: "drs. ir. Hadinga" is bijvoorbeeld correct, echter "ir.ir. A.D. Philipsen" is onjuist, dit dient ir. A.D. Philipsen te zijn. Indien de titel of graad betrekking hebben op hetzelfde soort opleiding wordt veelal gekozen om de hoogste titel of graad te gebruiken. Heeft zo iemand bijvoorbeeld een ingenieursopleiding afgerond, eenmaal in de biotechnologie aan het hoger laboratorium onderwijs (ing.) en andermaal in de technische natuurkunde aan de technische universiteit (ir.), dan wordt toch alleen de hoogste ingenieurstitel vermeld. Dus ir. Boonstra, en niet ir.ing. Boonstra (ook al betreft het verschillende type studies, het zijn beide ingenieursopleidingen). In de praktijk worden personen nog weleens vermeld als ir.ing., alhoewel dit formeel gezien incorrect is.

Het voeren van meerdere doctorstitels (dr.dr., etc.) is wel mogelijk volgens de gebruiken, maar is hoogst zeldzaam. Bij meerdere doctorstitels wordt dan echter meestal de afkorting mult. (multiplex, meervoudig) gebruikt (wat vaak het geval is bij eredoctoraten): zo is een prof.dr.dr.h.c.mult. een gepromoveerd hoogleraar met meerdere eredoctoraten. In extreme gevallen kan men hierachter nog tussen haakjes de - waar nodig Latijnse - afkortingen plaatsen van de universiteiten die een eredoctoraat verleenden.

Overig aangaande titels

In Nederland is het ongebruikelijk onder juristen om hun juridische doctorstitel te voeren: zij beperken zich over het algemeen tot de aanduiding mr. of, indien hoogleraar, prof.mr.[9] Dit hangt ermee samen dat de meestertitel vóór het begin van de twintigste eeuw slechts aan een juridische doctor toekwam. Toen de meestertitel niet meer aan het doctoraat, maar aan het doctoraal verbonden werd, voerden juristen uit historische overwegingen niet de drs.- of dr.-titel; de meestertitel hield die immers al in en was dus historisch gezien hoger. Dat laatste is ook de reden dat de meestertitel aan andere titels voorafgaat. Zijn zij daarentegen gepromoveerd niet in het recht, dan voeren zij die doctorstitel wel (welke dan voorafgaat aan de meestertitel).

Hoogleraren die met emeritaat (pensioen) zijn, kunnen in plaats van prof. (welk ambt zij immers niet meer bekleden) de ambtstitel prof.em. (professor emeritus) voeren.

Bij militairen wordt de titel gebruikt na de militaire rang (“Kol Ir.”, waarbij bij de afkorting van de rang geen punt wordt gebruikt). Bij een gepensioneerde militair wordt “bd” voor buiten dienst toegevoegd “Kol bd Ir.”. Ook bij geestelijken wordt de kerkelijke titel of functie vooraan gezet (vb. Mgr. dr. J. de Jong).

Plaatsing van graden

Een graad uit de bachelor-masterstructuur wordt altijd postnominaal[10] geplaatst, met andere woorden graden behaald in het hoger onderwijs worden achter de naam geplaatst: "Kees Janssen, BA".

De bachelorgraad is equivalent met (oude) graden van hogescholen (bc., ing.); de mastergraad met het universitaire doctoraaldiploma (drs., ir., mr.). Op grond van art. 7.20 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek mag een afgestudeerde naar keuze zijn eigen titel of de equivalente graad uit het andere systeem voeren. De in het buitenland gebruikte graad PhD komt overeen met de doctorsgraad, maar is niet beschermd door de Nederlandse wet.

Combinaties van Nederlandse titels met graden

Combinaties van titels met graden zijn niet toegestaan, met uitzondering van combinaties van Nederlandse titels met postinitiële graden.[11][12] Tekenen als drs. A. Jansen, MBA is dus toegestaan, maar de combinatie drs. A. Jansen, MSc niet.[12] Wat wel is toegestaan is het vertalen van een Nederlandse titel naar een internationale graad;[11] zie ook 'Plaatsing van graden'. Voor zover er sprake van verschillende internationale graden is, zijn combinaties daarvan toegestaan.

Titels en graden die in het buitenland behaald zijn

Iemand die een opleiding heeft afgerond aan een niet in Nederland gevestigde instelling voor hoger onderwijs en daarmee in dat land gerechtigd is tot het voeren van een graad achter de naam, is tevens gerechtigd die graad in Nederland in de eigen naam tot uitdrukking te brengen op dezelfde wijze als in het desbetreffende land.[13]

Wil men met dit buitenlandse diploma echter een Nederlandse titel voeren, zoals doctorandus (drs.), meester (mr.), baccalaureus (bc.), enzovoorts, dan dient men hiervoor een officiële beschikking aan te vragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), afdeling Diplomawaardering. Bij dit verzoek dient een gewaarmerkte kopie van het behaalde diploma meegestuurd te worden. De toestemming wordt verleend naar oordeel van de Minister.[13]

De vertaling van de buitenlandse graden naar Nederlandse titels is als volgt:

  • PhD wordt doctor (dr.)
  • MSc wordt doctorandus (drs.) of ingenieur (ir.), in geval van technische studies
  • MA wordt doctorandus (drs.)
  • LLM wordt meester (mr.)

Dagelijks gebruik

Het is in Nederland de laatste decennia steeds minder gebruikelijk om titels in de dagelijkse praktijk te gebruiken. Bij de adressering en de aanhef van brieven wordt er echter nog vaak rekening mee gehouden.

In de aanhef van een algemene brief, waarbij men niet weet aan welke individuele personen de brief is gericht of wat de titel van de lezer is, kan men s.s.t.t. (salvis titulis) toevoegen, wat zoveel betekent als: zonder onrecht aan uw achtergrond te doen, schrijf ik u toch met het respect dat u verdient. Letterlijk betekent het: zonder (vermelding van) (aanspreek)titels. Het enkelvoud hiervan is s.t. (salvo titulo).
N.B. Niet te verwarren met L.S. bovenaan een brief, wat een afkorting is van: Lectori Salutem (en zoveel betekent als 'heil aan de lezer' of 'groet aan de lezer').

Varia

  • De afkorting van de Nederlandse doctorandustitel, namelijk drs., leverde in het buitenland nogal eens verwarring op. Terwijl het in het Nederlands betekent hij die doctor moet worden (en dat dus nog niet is), denkt men in Engelstalige landen veelal dat het iemand betreft met meerdere doctor-titels.
  • De voor vrouwen meer geëigende maar nooit officieel ingevoerde titel dra. (doctoranda, zij die nog doctor moet worden) wordt heden ten dage vrijwel niet meer gebruikt.
  • De afkorting van de Nederlandse meestertitel, namelijk mr., leidt in het buitenland nogal eens tot verwarring. Terwijl het in Nederland de titel is voor een universitair afgestudeerde in rechtsgeleerdheid, denkt men in Engelstalige landen daarbij eerder aan de afkorting van mister (= de heer, mijnheer).
  • De afkorting mrs. wordt gebruikt voor personen met meerdere meestertitels en ook vóór een opsomming van verschillende namen van personen met de meestertitel. Zo wordt deze meervoudsafkorting mrs. bijvoorbeeld gebruikt op naamborden van advocatenpraktijken, voorafgaand aan de rij namen van de compagnons en in rechterlijke uitspraken wordt wel mrs. geplaatst voor de namen van de rechters, om niet steeds bij een ieder opnieuw de meestertitel te hoeven herhalen.
  • In Nederland zijn er enkele academici met alle universitaire titels.
    • Prof.mr.dr.ir. Sicco Santema - Hoogleraar Business to Business Marketing (TU Delft)
    • Prof.mr.dr.ir. Bart Custers - Hoogleraar Law and Data Science (Universiteit Leiden)[14]

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.