De Superfilm-onderneming

Tom Poes en de Superfilm-onderneming (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De Superfilm-onderneming)[1] is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 19 januari 1944 en liep tot 6 mei van dat jaar. Het thema is een film als dekmantel.

In dit verhaal debuteren de beroepsboeven Super en Hieper.

Het verhaal

Na hun vorige avontuur komen heer Bommel en Tom Poes na een vermoeiende treinreis 's avonds laat weer aan in Rommeldam. Tom Poes wil snel met de laatste bus naar huis, maar heer Bommel koopt eerst nog een krant. In de advertentierubriek leest hij dat hijzelf wordt opgeroepen zich bij notaris Fein van Draedt te melden. Midden in de nacht gaan de twee vrienden naar de Saailaan 32 en bellen de notaris uit zijn bed.

Heer Bommel erft van zijn overleden oudoom Zebedeus Quirinus Bommel een stuk land[2], maar hij mag het alleen in bezit nemen wanneer hij het binnen twee weken winstgevend kan maken. Zo niet, dan vervalt het testament aan de Vereniging tot bevordering van de bijenteelt in de Sahara. Heer Bommel en Tom Poes pakken die nacht nog de allerlaatste trein naar Dorrum.

De andere ochtend blijkt Dorrum een vervallen plaatsje, maar Tom Poes leidt zijn vriend naar een herberg, Het Wapen van Dorrum. Aldaar vragen ze bij het ontbijt de weg naar het landgoed van heer Bommels oudoom. Ze worden vanaf een ander tafeltje geobserveerd n beluisterd door twee lieden met hoed en sigaar. Wanneer de twee vrienden naar het landgoed wandelen, lopen deze twee figuren hen achterna. Naast een verwaarloosd toegangshek treffen Tom Poes en heer Bommel hun plaatsgenoot Wammes Waggel aan als portier. Die weet wel dat neef Olivier nu de eigenaar van het landgoed is, maar herkent heer Bommel niet als zodanig. Heer Bommel noemt hem vervolgens een nog grotere gans en wil zijn erfenis zien. Wammes Waggel toont de zandvlakte met een boom en een berg met een gat erin. Op dat moment stellen Bul Super en Hiep Hieper zich voor. Bul Super wil graag het land kopen van heer Bommel, die daarmee een winstgevende transactie zal kunnen gaan doen. Tom Poes vraagt zich af waarom iemand dit land wil kopen en Wammes Waggel houdt het op zand voor een kattenbakcentrale. Op instigatie van Hiep Hieper biedt en toont Bul Super 20.000 florijnen contant in het handje, hetgeen tot gevolg heeft dat heer Bommel met 200 eigen florijnen zijn pijp aansteekt. Beleefd de hoed lichtend vertrekken de twee zakenlui na hun eerste mislukte transactie.

Heer Bommel heeft intussen het plan opgevat om een film te maken op zijn landgoed. Met betaalde hulp van de herbergier luisteren Super en Hieper hem af, als hij Tom Poes opening van zaken geeft. Geld, een regisseur en een loopjongen heeft hij nodig, want alles tussen regisseur en loopjongen komt vervolgens vanzelf aanlopen. Volgens heer Bommel heeft Tom Poes een goed uiterlijk, ook al heeft hij niet veel karakter in zijn gezicht, en is daardoor een echte filmster. Op dat moment komt Hiep Hieper de kamer binnenvallen met een aanbod tot samenwerking middels een filmmaatschappij. De twee vrienden worden meegenomen naar een nieuw kantoorgebouw te Rommeldam[3], waar Bul Super zetelt achter een groot bureau met veel telefoontoestellen. Er worden contracten getekend om een film te maken op heer Bommels erfland. Heer Bommel wordt regisseur en Tom Poes krijgt de hoofdrol. Bul Super laat wel opnemen dat heer Bommel zijn land voor de duur van de film aan hem afstaat.

Op heer Bommels erfland wordt een complete Superfilmstad opgericht, tot ongenoegen van Wammes Waggel die de beheerder is. Bul Super is producent, heer Bommel is regisseur, en Tom Poes en Boris Knoeisky zijn de hoofdrolspelers. Boris Knoeisky kan perfect professor Sickbock naspelen. Het scenario van Bul Super rept van een uitvinding om goud uit de aarde te halen, gedaan door professor Sickbock. Een paar bandieten komen erachter en willen de uitvinding stelen. Tom Poes betrapt de bandieten en neemt ze door een list gevangen. Tot zover het draaiboek voor de film. Maar zowel Tom Poes als heer Bommel protesteren tegen het karakter van professor Sickbock. Dat is een bekende schurk en geen heer! Boris Knoeisky laat vervolgens met hulp van een paar horens en een brilletje een perfecte imitatie van de hoogleraar zien. Bul Super wijst nu op het geniale scenario, de fabelachtige acteur Knoeisky en het reeds bekende manneke Tom Poes. Ook het land is geknipt voor de film, een echt goudmijntje.

Tom Poes gaat op onderzoek uit en rijdt in een gereedstaande auto nogmaals terug naar Rommeldam,de Ellebooglaan 11. Hij komt verhuizers tegen, die het kantoor van de filmmaatschappij alweer ontmantelen. Terug in de filmstad wordt er een proefopname van hem gemaakt, waarin hij een vreemd liedje zingt, afkomstig van kapitein Wal Rus. Iedereen is tevreden behalve de hoofdrolspeler zelf, die vindt dat hij echt niet goed kan zingen. Tom Poes loopt de cameraman achterna en ziet met eigen ogen dat het filmblik met de proefopname leeg is. Hij luistert een gesprek af tussen de cameraman en Hiep Hieper. Hij hoort dat hij en heer Bommel stommelingen zijn en dat intussen er machines naar beneden in de grot zijn gebracht, die morgen gaan beginnen. Tom Poes ontdekt een grot waar Bul Super met de schaduw van zijn tegenspeler Boris Knoeisky vreemde plannen beraamt. Hij is echter stiekem gevolgd door heer Bommel. Door de nieuwsgierigheid van heer Bommel worden ze beiden ontdekt en door Bul Super uit de grot gejaagd. De zakenman wijst erop dat hij alle rechten heeft! De twee vrienden maken elkaar buiten verwijten. Het gesprek gaat door in hun tweepersoonsbed. Heer Bommel had zich erg verheugd op het filmen, maar Tom Poes doet geheimzinnig en is niet bereid om leuk over films te praten. Ten einde raad besluit Tom Poes, als heer Bommel in slaap is gevallen, met Wammes Waggel te gaan praten. Tijdens het gesprek komt een autobus volgeladen met zwaar bewapende lieden het landgoed oprijden. Tom Poes stuurt Wammes weg om politiehulp te halen. Zelf sluipt hij de nieuwkomers achterna en ziet dat ze door Hiep Hieper worden ondergebracht in een houten hut. De voorman van de hulptroepen wil meteen een eind maken aan de filmonzin, maar Hiep Hieper verklaart dat Bul Super de baas is. En die wil niet dat er politie bijgehaald gaat worden. Hij adviseert de nieuwkomers tot de andere dag 12 uur rustig te blijven. Tom Poes besluit nog maar wat te gaan slapen in het tweepersoonsbed.

De andere ochtend komt Bul Super persoonlijk de twee vrienden wekken voor de eerste draaidag. Heer Bommel verheugt zich over zijn eerste dag als regisseur. Ook zijn grootvader was ooit die eer te beurt gevallen bij zijn toneelclub: Kunst door Ploeteren. Maar Tom Poes waarschuwt alvast dat de film best kan mislopen en verdwijnt. Met een list weet hij Hiep Hieper vast te binden. Vervolgens geeft hij een timmerman van de filmset opdracht om de hut met de vreemdelingen goed dicht te timmeren. Hij brengt het als een bevel van Bul Super. Daarna vertrekt Tom Poes naar de filmset in de grot.

Bul Super legt de eerste filmscène uit waarbij professor Sickbock met hulp van Tom Poes machines in werking gaat stellen. Tom Poes protesteert tegen het script. Maar Boris Knoeisky alias professor Sickbock zet de machines daadwerkelijk op de filmset in werking. Op dat moment vliegt Tom Poes zijn medehoofdrolspeler Boris Knoeisky aan, omdat hij in hem de echte professor Sickbock ziet die echte machines inschakelt. Bul Super pakt Tom Poes in zijn nekvel, maar laatstgenoemde slaat Bul Super met gebalde vuist tegen de kin en ontsnapt in de chaos. Heer Bommel is ontstemd als regisseur en roept Tom Poes tot de orde. Maar zijn vriend weet via het kantoor van Bul Super naar buiten te ontsnappen en loopt Wammes Waggel tegen het lijf. De portier hoort trillingen in de grond en Tom Poes denkt aan de machines van professor Sickbock. Er ontstaat een scheur in de grond tussen de twee Rommeldammers. Wat later staan ze samen boven op een nieuwgevormde berg.

Bul Super heeft intussen zijn regisseur terechtgewezen en gaat boven de grond kijken. Hij bevrijdt de mannen in de dichtgetimmerde hut, die hem achterna rennen naar de nieuwgevormde berg. Nadat Tom Poes Wammes Waggel wederom heeft weggestuurd om politiehulp te halen, raapt hij een klomp goud van de bodem. Hij begrijpt nu het testament waarin melding werd gedaan van een goudmijntje, die de domme heer Bommel niet zou kunnen ontdekken.

Op de filmset heerst chaos. Het personeel verdwijnt en de regisseur probeert een gesprek aan te knopen met Boris Knoeisky. Die legt echter uit dat hij professor Sickbock is en het testament van de oudoom van de regisseur kende. De hele film blijkt een dekmantel om machines naar goud te laten zoeken. Maar het goud interesseert heer Bommel niet, hij wil enkel nog steeds dolgraag een mooie film maken.

Bij de opgerezen goudberg wordt onder leiding van Bul Super druk gewerkt met houwelen. Hij roept zijn manschappen op om door te werken, zodat ze alles voor zichzelf kunnen houden. Tom Poes besluit nu om Hiep Hieper los te gaan maken. Hij raadt de opgewonden compagnon aan om de mannen van de filmset uit de grot te halen en met Bul Super te gaan afrekenen. Er volgde een geweldige vechtpartij tussen de mannen van Super en Hieper. Hiep Hieper noemt zijn maat een verrader maar Bul Super slaat Hiep Hieper buiten westen[4] en spoort zijn mannen aan de gearriveerde vrachtauto snel vol te laden met het losgehakte goud.

Wammes Waggel arriveert met de politie van Dorrum, een vriendelijke veldwachter. Tom Poes beseft voor de zoveelste keer dat Wammes niets in de gaten heeft is en neemt het initiatief over. Hij ziet de Hieper-filmmannen gebonden op de grond liggen en de Super-mannen de vrachtauto met de laatste goudklompen volladen. Hij lokt de chauffeur uit de gereedstaande goudauto en rijdt in een ruk met openstaande achterdeuren naar de stad Rommeldam, naar het politiebureau. Daar vertelt hij het hele verhaal van de superfilmonderneming in een paart minuten aan commissaris Bulle Bas. Maar als ze op het landgoed met de volgeladen overvalwagens aankomen, deelt Wammes Waggel mee dat de Super-mannen de Hieper-kornuiten weer hebben losgemaakt en gezamenlijk gevlucht zijn.

Terwijl commissaris Bulle Bas de vluchtelingen gaat zoeken, daalt Tom Poes af in de grot. Hij zoekt heer Bommel, die als hij hem vindt erg boos op hem is. Hij heeft de film van de nieuwbakken regisseur in de war gestuurd en dat is erg. Tom Poes legt uit dat de film bedrog was en dat het goud echt is. Maar heer Bommel wil niets van zijn goud op het politiebureau weten. Hij wilde regisseur zijn en een film maken en Tom Poes heeft dat in de war gestuurd. Tom Poes is nu echt wel boos, maar Bulle Bas verschijnt weer op het toneel. Heer Bommel wil geen aanklacht tegen de vluchtelingen indienen, maar wel eist hij dat ze terugkomen om zijn film af te maken.

Terugwandelend naar de ingang van het landgoed legt heer Bommel het nogmaals uit. Goud heeft hij genoeg en een film wilde hij dolgraag maken. Hij had eerder van de acties van zijn vriend willen vernemen om ze te kunnen tegenhouden. Ook Wammes Waggel zit ontevreden bij een goudklomp die achter is gebleven in de chaos, hij had liever zijn salaris gehad in plaats van goud. Wammes neemt verontwaardigd afscheid van de twee stadgenoten. Het gemopper van heer Bommel is nog een tijd te horen, want de voortvluchtigen werden niet opgepakt. Zo eindigt het verhaal van de nooit gemaakte Superfilm.

Achtergronden

In deel 2 van zijn autobiografie, Het geluid van bloemen, onthulde Toonder dat gedurende de oorlog de Tom Poes-tekenfilm, die onafgemaakt in productie bleef, een middel was om zo veel mogelijk tekenaars in Nederland te houden.

Voetnoot

  1. de Volledige Werken drukken af: Tom Poes en de Superfilmonderneming
  2. 2000 Hectare woestijnzand met een berg, locatie westrand van het dorp Dorrum, bij goed gebruik een goudmijn.
  3. Ellebooglaan 11.
  4. Onder de uitroep van Super, "zaken zijn zaken"
Voorganger:
Een oude bekende
Bommelsaga
19 januari 1944 - 6 mei 1944
Opvolger:
De meester-schilder
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.