Bombom de Geweldige

Tom Poes en Bombom de Geweldige (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Bombom de Geweldige) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 14 mei 1966 en liep tot 22 augustus 1966. Thema: Heer Bommel als Superman.

Het verhaal

Op een mooie zomerdag wandelt Heer Ollie met zijn buurvrouw Doddeltje door de heuvels rond zijn kasteel Bommelstein. Hij valt echter in het water omdat hij uitglijdt over een oversteekplank bij een riviertje. Vervolgens ziet hij Super en Hieper een geldauto van de Rommeldamse Bank beroven. Hij wordt bij zijn poging de overval te beëindigen door Bul Super achteloos neergeslagen. Nadat hij ontgoocheld afscheid heeft genomen van zijn buurvrouw, wordt hij geveld door een vallende eikel. Hij weigert op het kasteel de door zijn bediende Joost geprepareerde maaltijd tot zich te nemen en gaat buiten zitten nadenken. Hij bespreekt zijn krachtgebrek met dwerg Kwetal. Die verwijst hem door naar zijn 'grootneef' Ugel Hotterkwalm , die verblijft tussen de Vuurbergen.[1] Op zijn tocht neemt hij de tegensputterende Tom Poes mee in de Oude Schicht. Onderweg wordt hij door de raceauto van Bul Super in de haag van de markies de Canteclaer gereden, waarop hij met zijn jonge vriend van plaats ruilt in zijn auto.

Ugel Hotterkwalm woont in een vulkaankrater en handelt in krachtprallen. Hij wil hem ruilen voor vijf fiezels.[2] Als een door hem eerder achteloos weggeworpen rotsblok via een omweg heer Bommel treft, geeft hij de pral gratis weg. Hij vertelt dat er drie knoppen op zitten. Knop 1 is inschakelen. Knop 2 is een versterker, maar dat kun je niet maken. De betekenis van de derde knop blijft voorlopig verborgen. Heer Bommel voelt meteen nieuwe kracht door zijn lichaam lopen.

De kasteelheer daalt bijna loodrecht van de rots af, waarbij hij zijn vriend soepel opvangt. Hij hangt de pral in zijn auto, die daardoor grote snelheid krijgt. Onderweg herstelt hij de beroving van de markies door Super en Hieper. Hij komt voldaan thuis op zijn kasteel waar zijn bezorgde buurvrouw haar servies opbergt in de kluis van Bommelstein naast zijn eigen zakken met goud. De twee schurken besluiten uit wraak grover geweld in te zetten om de krachtdadige heer een lesje te leren. Met een bom weten ze met succes de kluis van Bommelstein op te blazen, waarbij het servies van Doddeltje sneuvelt. De kasteelheer gaat de boeven achterna en slaat ze neer. Hij keert moreel verslagen met zijn twee goudzakken terug op het kasteel, waar het servies van de buurvrouw is gebroken en zijn eigen meubilair in puin ligt. Bovendien heeft zijn linkeroor een schampschot opgelopen dat pijn doet.

Bul Super reorganiseert hierop de onderwereld van Rommeldam tot de in het zwart geklede misdaadbende van de Zwarte Gruwel. Geen concurrentie maar samenwerking. Die weten ondanks een aantal veldslagen met de kasteelheer toch de burgemeester en de markies te ontvoeren en een losgeld van 1000 gouden dubloenen per persoon te eisen.[3] Commissaris Bulle Bas adviseert iedereen binnen te blijven. Heer Bommel besluit hierdoor de tweede knop van de krachtpal in te schakelen. Hij kan nu vliegen en heeft radarogen. De kasteelheer bevrijdt de gijzelaars uit hun ondergrondse kerker. Hierop valt de bende van de Zwarte Gruwel verder uiteen en blijft Bul Super weer achter met zijn maat Hiep Hieper, zinnend op wraak. Bul Super heeft een verdacht horloge gezien.

Op de vismarkt wordt een standbeeld onthuld voor Heer Bommel. Tom Poes vraagt hem tevergeefs of hij de tweede knop heeft ingedrukt. Zijn vriend gaat echter gezellig een kopje thee drinken bij zijn buurvrouw. Daar merkt hij dat er een storm opsteekt. Tot verbijstering van zijn buurvrouw vliegt hij de lucht in richting de Platvoetplaat,[4] waar de Albatros van kapitein Wal Rus hopeloos op gestrand is. Heer Bommel landt aan boord en trekt het schip aan een ankerketting al vliegend los van de zandplaat. Het nieuws wordt opgetekend door journalist Argus. Terug op de thee bij zijn buurvrouw merkt de held dat zijn rechterhand verdwenen is. Doddeltje suggereert perubalsem, die ze in huis heeft. ” Dat helpt tegen alle kwalen. Flink smeren.”

Tom Poes leest de heldhaftige daad in de Rommeldammer. Op de Kleine Club lezen de burgemeester en de markies dezelfde krant. De markies verzet zich zwakjes tegen het voorstel van de burgemeester hun clubgenoot ‘ereburger’ te maken. De held zelf wordt tegelijkertijd in een duister cafeetje door Bul Super met hulp van de waard beroofd van zijn pral. Hierop levert Bul Super, versterkt door de pral in stand 2, de gedrogeerde held[5] af bij commissaris Bulle Bas, die net opdracht van de burgemeester had ontvangen hem te zoeken. Heer Bommel verlaat het politiebureau als een langzaam verdwijnend heer, de commissaris onthutst achterlatend.

Een ontketende Bul Super trapt zijn compagnon Hiep Hieper hardhandig het pand uit en gaat op oorlogspad. Hij komt met grof geweld kasteel Bommelstein binnen op het moment dat de burgemeester telefoneert met het kasteel. Daardoor is hij oorgetuige van de bedreigingen aldaar door Bul Super. Hij stuurt onmiddellijk Bulle Bas op pad. Bul Super ziet tot zijn ontzetting dat Bommel aan het verdwijnen is. De stem in zijn ruitjesjas is wat er van hem over is. Die stem waarschuwt Bul dat hij ook onzichtbaar zal worden met de pral in stand 2. Zo ziet Bul Super dat hij ook echt aan het verdwijnen is. Hij werpt de pral van zijn nek en wordt al vluchtend uit het kasteel gearresteerd door commissaris Bulle Bas en agent Knoppers. Tom Poes ontfermt zich over het instrument.

Een aantal dwergen bespreekt op een open plek in het woud de werking van de krachtpral onder leiding van Kwetal. BomBom de geweldige is niemand anders dan de geestelijke reus Bommel. “Maar kan zijn samenhoud tegen de onting van de pral?” Tom Poes vraagt Kwetal de werking van de pral. Als je ‘hoetelsap’ drinkt met de pral in stand 2 blijf je onzichtbaar. Met de pral in stand 3 wordt alles weer gewoon. Heer Bommel loopt als een mummie ingezwachteld bij zijn buurvrouw langs. Thuisgekomen gaat hij uitgeblust in een stoel zitten. Tom Poes reikt hem door het open venster de pral aan. Staande voor zijn spiegel drukt de kasteelheer de derde knop in en ziet zichzelf terugkeren.

In zijn politiecel wordt Bul Super door de tralies heen bespot door zijn maat Hiep Hieper. Die herinnert hem er echter ook aan dat hij onzichtbaar is geworden. Bul Super trekt zijn kleren uit en ontsnapt. Bulle Bas wordt de mantel uitgeveegd door de burgemeester. Hoewel Bas het geen werk vindt om achter onzichtbaren aan te zitten, gaat hij toch richting slot Bommelstein. Ook Bul Super was daar beland om ‘het horloge’ te heroveren. Dat is makkelijk omdat hij onzichtbaar is en de pral voor het grijpen in een venster ligt. Wanneer bediende Joost de deur opendoet voor commissaris Bulle Bas, schrikt hij van de langzaam zichtbaar wordende naakte Bul Super, die per overvalwagen wordt afgevoerd.

De commissaris blijft op het afsluitend diner in de eetkamer met mevrouw Doddel en de twee vrienden. Heer Bommel heeft Bulle Bas heel wat uit te leggen. Zijn buurvrouw krijgt een nieuw servies. Tijdens de langzaam voortschrijdende maaltijd is Joost de verstandigste: hij laat de pral de vuilnisbak in glijden.

Voetnoot

  1. Een onderdeel van de Zwarte Bergen, hemelsbreed 50km ten noordoosten van Rommeldam.
  2. Uit de tekst valt op te maken dat een ‘fiezel’ een ‘dubbeltje’ is. Een tiende florijn. Ugel vertelt als het rotsblok zijn bezoeker treft, dat hij zelf zo plat als een fiezel was geweest als het rotsblok hem had getroffen, omdat hij even geen pral omhad.
  3. De burgemeester twijfelt of zijn vrouw het losgeld zal voldoen.
  4. Circa 25 km ten noorden van Rommeldam.
  5. De kastelein had met zijn drankje geknoeid.
Voorganger:
Het nieuwe denken
Bommelsaga
14 mei 1966 - 22 augustus 1966
Opvolger:
Heer Bommel en de trullenhoedster
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.