Stoomtram Walcheren

De Stoomtram Walcheren N.V. (SW), gevestigd te Koudekerke, was een stoomtramonderneming op het Zeeuwse eiland Walcheren. Zij exploiteerde twee tramlijnen: Middelburg – Koudekerke – Domburg en de zijlijn Vlissingen – Koudekerke. De exploitatie van de stoomtram begon op 14 april 1906 en eindigde op 31 december 1937. Het vervoerbedrijf SW, later gevestigd te Middelburg, bleef nog tot 23 januari 1978 voortbestaan als exploitant van autobuslijnen.

Tramlijn Middelburg - Domburg
Totale lengte21 km
Spoorwijdtekaapspoor 1067 mm
Aangelegd doorStoomtram Walcheren
Geopend14 april 1906
Gesloten31 december 1937
Huidige statusopgebroken
Geëlektrificeerdnee
Aantal sporen1
Traject
Middelburg
Vlissingse watergang
tramlijn van Middelburg Markt naar Vlissingen Zeilmarkt opgebroken
IJsbaan
tramlijn van Vlissingen opgebroken
Koudekerke
Biggekerke
Zoutelande/Meliskerke
Boudewijnskerke
Westkapelle
Aagtekerke
27,2 Domburg
Tramlijn Koudekerke - Vlissingen
Totale lengte6 km
Spoorwijdtekaapspoor 1067 mm
Aangelegd doorStoomtram Walcheren
Geopend14 april 1906
Gesloten31 december 1937
Huidige statusopgebroken
Geëlektrificeerdnee
Aantal sporen1
Traject
tramlijn van Domburg opgebroken
Koudekerke
tramlijn naar Middelburg opgebroken
remise SW
tramlijn van Vlissingen naar Middelburg
Kanaal door Walcheren
lijn van Roosendaal
Vlissingen

Geschiedenis

Stoomtram klaar voor vertrek bij de kade,1905 - 1908
Eerste jaren

Nadat in 1903 de SW was opgericht, duurde het nog tot 1905 voordat men met de aanleg van de tramlijn begon. In Middelburg was het vertrek bij het spoorwegstation, echter aan de stadzijde van het Kanaal door Walcheren. Oorspronkelijk was het plan om een tramverbinding over het kanaal te maken. Omdat in Vlissingen goede mogelijkheden aanwezig waren voor overslag met het spoor werd hier in Middelburg van afgezien. Omdat de lijn werd aangelegd in smalspoor met een spoorwijdte van 1067 mm (kaapspoor), kon echter geen uitwisseling van materieel plaatsvinden.

In Koudekerke werd een station aangelegd, waar in een depot en een werkplaats was voorzien. Daar werd het hoofdkantoor gevestigd en werden een directeurswoning en woningen voor lager personeel gebouwd. Tevens was hier aansluiting op de tramlijn Koudekerke - Vlissingen. In Koudekerke, Biggekerke, Zoutelande/Meliskerke, Westkapelle en Aagtekerke werden stationsgebouwtjes neergezet waarin een wachtkamer met café was. De stationsagent woonde er ook. In Domburg was een aanmerkelijk groter gebouw dat plaats bood aan wachtkamers eerste en tweede klas en een restaurant.

Reizigersdienst

Er waren 7 slagen ten behoeve van het reizigersvervoer, in de winterdienst waren dat er zes. In het eerste jaar werden er gemiddeld 708 reizigers per dag vervoerd op beide tramlijnen. In de loop der jaren hebben deze aantallen wat variatie vertoond. Aan het eind van de jaren twintig werden de vervoerscijfers langzaam minder, een trend die zich in de jaren dertig voortzette. In de laatste twee jaar van het vervoer met de stoomtrams kelderden deze cijfers dramatisch. Dit was vooral te wijten aan de toenemende concurrentie van de autobus. Ook de opkomende populariteit van Vlissingen als badplaats had haar weerslag op de cijfers van de lijn naar Domburg, vooral in de eerste klas.

De SW kende ook het fenomeen sneltrams. Deze reden in 55 in plaats van 70 minuten van Middelburg naar Domburg, met alleen stops te Koudekerke en een voor het kruisen met de tegentram in Zoutelande of Biggekerke.

Vanaf 1927 werden zogenaamde 'werkliedentreinen' gereden ten behoeve van personeel van De Schelde. De economische crisis in de jaren dertig en de aanleg van fietspaden maakten hier echter weer een einde aan.

Goederendienst

In 1912 waren vooral de middagdiensten dermate druk geworden, dat aparte goederentrams werden ingelegd om deze diensten te ontlasten. Het seizoen voor de suikerbietenoogst gaf pieken in het vervoer te zien van zo'n 22 wagens per dag. Hiervoor waren twee slagen ingelegd en zo'n tram bestond dus uit 10 à 12 wagens. Deze bieten werden te Middelburg met de hand overgeslagen op een schip. Ook andere vervoeren, zoals in het winterseizoen steenkool, kwamen voor. Een bijzonder vervoer betrof het vervoer van materiaal voor het versterken van de dijk in Westkapelle. Hiervoor waren de 4-assige goederenwagens K 701 en K 702 aangeschaft.

Einde van de tramdienst

In 1921 verscheen de eerste autobusdienst op Walcheren, de "N.V. Autodienst Walcheren", Deze had een lijnennet met Middelburg als middelpunt, maar zonder parallel aan de lijnen van de SW te rijden. Er kwamen echter al snel andere ondernemers, die de stoomtrams beconcurreerden met tarieven en hogere frequenties. Bovendien stopten deze bussen vaak daar waar de tram niet kon komen. In 1926 ging de SW zichzelf (en de andere autobussen) beconcurreren met eigen autobusdiensten. In juni van dat jaar werd begonnen met Middelburg – Zoutelande en Middelburg – Serooskerke – Domburg. Op de eerste lijn had zij alleen de concessie, op de tweede moest zij die tot 1929 delen met "De Nieuwe Onderneming".

Ook op het gebied van goederenvervoer ging de SW de strijd aan. Sinds 1925 werden vrachtwagens in eigen beheer ingezet voor het vervoer van goederen.

De vervoerscijfers, die in de Eerste Wereldoorlog wat waren ingezakt, liepen na 1925 steeds verder terug en de toenemende vervoeren over de weg zorgden ten slotte voor het einde. Stukje bij beetje werden de diverse diensten verbust, eerst alleen op bepaalde dagen. De laatste (goederen)tram reed op 31 december 1937. Voortvarend werd de opbraak van de sporen opgepakt en al in 1938 waren alle lijnen verdwenen. Ongetwijfeld heeft hier ook meegespeeld dat zij door de afwijkende spoorwijdte niet gebruikt konden worden voor vervoer met spoorwagens en ook geen aansluiting kon worden gemaakt op de tramlijn Vlissingen - Middelburg die ook op normaalspoor reed.

Oorlogsjaren

In de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter het baanlichaam nog gebruikt voor de aanleg van een smalspoorlijn met 600 mm spoor, bestemd voor het vervoer ten behoeve van de bouw van de Atlantikwall. Deze gebruikte het tracé van Middelburg naar Koudekerke. Daar splitste de lijn in een tak naar de Vlissingse Nolledijk en een langs de duinenrij naar Zoutelande, Westkapelle, Domburg en waarschijnlijk nog verder. In Vlissingen werd van de steiger aan de Koningsweg een lijn aangelegd die via de Koningsweg en de Singel richting watertoren naar de toenmalige Zandweg liep, vanwaar hij door het Nollebos aansluiting had op de zuidelijke tak uit Koudekerke.

Het materieel voor deze exploitatie, die in handen was van het Duitse leger, bestond uit diesellocomotieven en kiepkarren, alleen de lijn vanuit Vlissingen was dermate zwaar aangelegd dat daar stoomlocomotieven en zeer grote kiepwagens op konden rijden.

Door ruilverkaveling en sterke ontwikkeling van de stedelijke agglomeratie van zowel Middelburg als Vlissingen zijn de lijnen nauwelijks terug te vinden in het landschap.

Autobus

Het busbedrijf van SW, dat al in 1926 was begonnen, werd na de opheffing van de tram in 1937 voortgezet. Na de Tweede Wereldoorlog werd de naam gewijzigd in Streekvervoer Walcheren N.V., zodat de initialen SW behouden bleven. Van de aandelen was 97,6% in handen van de Nederlandse Spoorwegen. Het vervoergebied bestreek nu geheel Walcheren inclusief de lijn Vlissingen – Middelburg, want de provinciale tramlijn op die route was na de inundatie van Walcheren in oktober 1944 niet hersteld.

Samen met de ZVTM (inclusief de SBM) en de RTM ging SW in 1978 op in Streekvervoer Zuid-West-Nederland (ZWN), gevestigd te Zierikzee. Deze maatschappij ging uiteindelijk, via de ZWN-Groep te Boskoop, in 1999 op in het landelijk opererende Connexxion. De huidige Connexxionlijnen 52 en 53 volgen grotendeels de route van de voormalige tram en bieden samen een halfuurdienst met Domburg.

Trammaterieel

De SW beschikte over het volgende materieel:

Locomotieven
  • 1-5, Hohenzollern 1905
Rijtuigen
Gesloten goederen-/bagagewagens
  • D 201-202, Allan 1906
  • D 203, Allan 1910
  • D 204, Allan 1913
  • D 205-206, 1926
Open goederenwagens
  • E 301-310, Allan 1906
  • E 311-313, Pennock 1907
  • F 401-403, Pennock 1907 (steenwagens met lage boorden)
  • G 501-504, Allan 1907 (open veewagens)
  • K 701-702, Allan 1913 (open 24-tons wagens op twee draaistellen)
  • CSM 1-5, sinds 1926 voor suikerbietenvervoer in bruikleen van de Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-Maatschappij (ZNSM).
Overig
  • H 601, Allan 1910 (waterwagen)

De locomotieven waren eerst grasgroen, later olijfgroen geschilderd. De rijtuigen en post(bagage)wagens waren bruin. Het overige materieel was grijs, behalve de D 201-202 die beige in dienst kwamen, maar later ook grijs geschilderd werden. Al het materieel had één centraal geplaatste buffer, uiteraard aan iedere zijde.

Waar geen fabrikant staat vermeld is deze niet bekend.

Literatuur

  • H.G. Hesselink: De trams op Walcheren. Den Boer, Middelburg, 1981. ISBN 90 70027 70 4
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.