Spleen

Spleen (Nederlands: miltzucht) is een moeilijk te concretiseren gevoel van onbehagen, van onbevredigd zijn en van hunkering naar iets anders van onbestemde aard. Deze literaire term betekent ongeveer hetzelfde als het Duitse ‘Weltschmerz‘ en is in de tijd van de romantiek algemeen ingeburgerd geraakt. Spleen is in het Engels de benaming voor de milt en stamt af van het Grieks. Soms wordt het woord op zijn Nederlands uitgesproken.

Les Fleurs du Mal (1869)

Het komt ook neer op het zich "lekker droevig" voelen of niet goed raad met zich weten. De teksten die vanuit deze toestand zijn geschreven worden ook wel spleen genoemd. De Franse Romantische schrijver Charles Baudelaire (1821 - 1867) heeft dit woord in de 19e eeuw populair gemaakt met zijn gedichtenbundel Les Fleurs du mal (waaronder Spleen I, II, III en IV). "Spleen" toont aan wat de Romantiek eigenlijk inhield.

Nederlands gedicht uit 1954

Spleen
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemlijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

Dit gedichtje verscheen in 1954 in de verzamelbundel Ongerijmde rijmen van Michel van der Plas[1], waar het toegeschreven werd aan Godfried Bomans; later is vaak gesteld dat Van der Plas het zelf geschreven had.[2] De slotregels komen echter al voor in de Ballade der großen Müdigkeit, een gedicht van Friedrich Torberg uit 1938[3], en in een stukje in het Algemeen Handelsblad van 15 juni 1929[4].

In popmuziek

Zie ook

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Gedichten uit de wereldliteratuur/Spleen.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.