Sint-Petruskerk (Leiden)

De Sint-Petruskerk, doorgaans kortweg Petruskerk genoemd, is een kerkgebouw aan de Lammenschansweg in de Nederlandse stad Leiden, Zuid-Holland, gewijd aan de apostel Petrus en onderdeel van de rooms-katholieke HH. Petrus en Paulusparochie in Leiden en omgeving.[1]

Sint-Petruskerk
Ansicht Sint-Petruskerk, nog met het torentje met windhaan (voor 1960).
PlaatsLeiden
Gebouwd in1935-1936
Gewijd aanPetrus
Monumentale statusRijksmonument
Monumentnummer 515066
Architectuur
Architect(en)A.J. Kropholler en H.A. van Oerle
BouwmateriaalBaksteen
Toren70 meter
Portaal    Christendom
Zicht op Petruskerk vanuit de Professorenwijk, 2003
Deel van Krophollers huizenrij aan de Lorentzkade, met de kerktoren en de pastorie

Op 10 maart 1936 werd de Petruskerk ingewijd, nog geen jaar na de eerstesteenlegging op 23 april 1935. De kerk was de opvolger van de oorspronkelijke Sint-Petruskerk uit 1836 aan de Langebrug in het centrum van Leiden, die op 25 juli 1933 was afgebrand. Relikwieën uit deze kerk zijn ingemetseld in de tafel van het hoogaltaar van de nieuwe kerk.

Kerk en toren

Het driebeukige kerkgebouw is een ontwerp van de architect A.J. Kropholler, die hierbij samenwerkte met ir. H.A. van Oerle.[2] Ook het interieur is deels door Kropholler ontworpen.

De Petruskerk is representatief voor Krophollers traditionalistische stijl, verwant aan de ideeën van de Delftse School. Net als bij zijn andere kerken zijn de gebruikte materialen in het zicht gelaten. De kerk is grotendeels gebouwd van baksteen, met een beperkt gebruik van natuursteen. Omdat Kropholler van mening was dat een langgerekte zaalkerk niet verwelkomend was voor de kerkgangers, is het middenschip extra breed en relatief ondiep.

Het koor is overwelfd terwijl de rest van de kerk wordt gedekt door een vlak, houten plafond. Boven het koor bevond zich een klein torentje met windhaan, dat in 1960 wegens bouwvalligheid werd gesloopt. Aan de buitenkant heeft het schip een aantal forse steunberen.

In 1958 werd het gebouw aan de zuidzijde door het architectenbureau H.A. van Oerle en J.J. Schrama uitgebreid met een kapel voor Sint-Liduina. Daarmee had Kropholler bij het oorspronkelijke ontwerp rekening gehouden, zodat de fundering al aanwezig was.

De 70 meter hoge, vierkante kerktoren is nummer 3 op de lijst van hoogste gebouwen van Leiden. Alle vier zijden hebben een galmgat en een wijzerplaat van het torenuurwerk. De vijf torenklokken werden in februari 1943 door de Duitse bezetter weggehaald om te worden omgesmolten voor de oorlogsindustrie. In 1947 werden vijf nieuwe klokken ingehangen. De ingesnoerde torenspits, met op de top een smeedijzeren kruis, is bedekt met leisteen. Op de begane grond van het torengedeelte bevindt zich de hoofdingang van de kerk in een spitsboogvormig portaal.

De Petruskerk staat in de Professorenwijk-West ten zuiden van de Leidse binnenstad en wordt omzoomd door een driehoek van herenhuizen die in dezelfde periode gebouwd zijn aan de Lorentzkade, Zeemanlaan en Kamerlingh Onnesweg (zoals de oostzijde van de Lammenschansweg toen heette). Dit complex werd eveneens ontworpen door Kropholler en Van Oerle, in overeenstemming met hun opvatting dat een kerk het centrum van een gemeenschap behoorde te zijn. Er vestigden zich dan ook relatief veel katholieke gezinnen in de nieuwe huizen. Niet alleen de kerk,[3] maar alle onderdelen[4] van dit ensemble[5] inclusief de pastorie[6] aan de Lorentzkade en twee straatlantaarns met granieten zitbanken tegenover de ingang van de kerk,[7] zijn in 2000 aangewezen als rijksmonument en vallen sinds 2011 binnen het beschermd stadsgezicht Zuidelijke Schil.

Interieur

Van het kerkmeubilair ontwierp Kropholler de kerkbanken, de kroonluchters en het tabernakel op het hoogaltaar. De apsis heeft glas-in-loodramen met afbeeldingen van de apostelen Petrus en Paulus, in 1938 vervaardigd door Han Bijvoet. De communiebank, die uit veel kerken verdween na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), is in de Petruskerk behouden gebleven.

Het orgel van de Petruskerk is in 1936 gemaakt door de firma B. Pels & Zn (opusnummer 108). Het heeft twee manualen, 22 (aanvankelijk 15) registers en een zelfstandig pedaal. Het instrument werd in 1981-1982 na inzamelingsacties van parochianen[8] gerestaureerd en uitgebreid door dezelfde orgelbouwers, inmiddels Pels & Van Leeuwen genaamd. Daarbij werd pijpwerk gebruikt van het vroegere Pels-orgel uit 1935 van het Johannes de Deo-Westeinde Ziekenhuis in Den Haag.[9]

Foto's

Zie de categorie Sint-Petruskerk, Leiden van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.