Pol de Mont

Karel Maria Polydoor (Pol) de Mont (Wambeek, 15 april 1857Berlijn, 29 juni 1931), was een Vlaamse schrijver en dichter. Hij is niet te verwarren met zijn neef Paul de Mont.

Pol de Mont in 1896

Levensloop

Pol de Mont werd geboren in Wambeek in het Pajottenland, dicht bij Brussel. Na zijn middelbare studies in het Frans te Ninove gevolgd te hebben, ging hij naar het Klein Seminarie in Mechelen. Hier was het dat hij zijn eerste gedichten schreef en in 1875 zijn eerste bundel Klimoprankske liet drukken. Twee jaar later ging hij wijsbegeerte en letteren studeren aan de universiteit van Leuven. Samen met Albrecht Rodenbach stichtte hij hier Het Pennoen. In 1880 werd zijn, met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde bekroonde, bundel Gedichten gepubliceerd.

Pol de Mont begon zijn carrière als leerkracht eerst aan het atheneum van Doornik, dan aan dat van Antwerpen, waar de latere schrijver Alfons de Ridder (Willem Elsschot) en de latere kunstenaar Eugeen Van Mieghem tot zijn leerlingen behoorden. In 1888 stichtte hij het tijdschrift Volkskunde dat nog steeds wordt uitgegeven. In 1904 werd hij benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Een jaar later was hij een van de stichters van het tijdschrift De Vlaamse Gids. In 1919 nam hij ontslag als conservator nadat hij in de pers beschuldigd was van activisme. Hij werd hoofdredacteur van de Vlaamsgezinde krant De Schelde. Enkele van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen en Alice Nahon.

Een lied van zijn hand (getoonzet door Jos de Klerk) werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee. De eerste regels luiden: 'Gaan wandelen dat staat ons aan'.

Pol de Mont stond samen met Omer Wattez op de Geuzentoren in het Muziekbos in Ronse in de Vlaamse Ardennen. Pol kende de streek en zijn heuvelachtige reliëf niet. Toen hij over de rand keek en de heuvels zag riep hij verbaasd: "Maar dat zijn hier de Vlaamse Ardennen". Pol de Mont is dus de uitvinder van de naam 'Vlaamse Ardennen'.[1]

In 2015 werd in zijn geboortedorp het Pol de Montgenootschap opgericht.[2]

Het gedicht Aan mijn Payottenland geeft uitdrukking aan zijn heimwee en bewondering voor zijn geboortestreek.


Werken

  • Rijzende sterren (1879)
  • Gedichten (1880) - Bekroond met de Staatsprijs voor Letterkunde
  • Lentesotternijen (1881)
  • Idyllen (1882)
  • Loreley (1882)
  • Idyllen en andere gedichten (1884)
  • Fladderende vlinders (1885)
  • Claribella (1893)
  • Iris (1894)
  • Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes (1896)
  • Dit zijn Vlaamsche vertelsels (1898)
  • Drie groote Vlamingen (1901)
  • Vlaamsche schilders der negentiende eeuw (1902)
  • Koppen en Busten (1903), Uitgeverij Lamertin, Brussel
  • De schilderkunst in België van 1830 tot 1921 (1921), Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage
  • Zomervlammen (1922)
  • Aan mijn Payottenland" (1924), Geschied- en Oudheidskundigen Kring van West-Brabant
  • Schilders van Hier en Nu (1929), Uitgeverij Regenboog, Antwerpen
  • Bloemlezing uit zijn poëzie (1932)
  • Keurbladzijden uit het werk (1942)

Literatuur

  • F. SWAGERS, Pol de Mont. Zijn leven en zijne werken, 1888.
  • A. DE RIDDER &G. VAN ROOSBROECK, Pol de Mont, 1910.
  • G. MEIR, Pol de Mont. Een studie over zijn leven en zijn werk, 1932.
  • Pol de Mont, Reeks 73-5, Chromodienst de Beukelaar(zw/w foto) 1950(?)
  • Fernand BONNEURE, Pol de Mont, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
  • Raymond VERVLIET, Pol de Mont, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, Lannoo, 1998.
  • Ludo STYNEN, Pol de Mont.Een tragisch schrijversleven, Kalmthout, Polis, 2017, ISBN = 978-94-6310-084-7.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.