Verkeersborden in Nederland
In Nederland zijn de verkeersborden gedefinieerd in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Deze Algemene Maatregel van Bestuur stelt voor Nederland de volgende verkeersborden vast.
Tussen haakjes het nummer volgens RVV 1966.
Serie A: Snelheid
- A1: Maximumsnelheid (1) [1]
- A2: Einde maximumsnelheid (2)
- A3: Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord
- A4: Adviessnelheid
- A5: Einde adviessnelheid
Serie B: Voorrang
- B1: Voorrangsweg (6)
- B2: Einde voorrangsweg (7)
- B3: Voorrangskruispunt (8)
- B4: Voorrangskruispunt Zijweg links (8)
- B5: Voorrangskruispunt Zijweg rechts (8)
- B6: Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (9)
- B7: Stop; Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (10[2])
Serie C: Geslotenverklaring
- C1: Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (11)
- C2: Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (12)
- C3: Eenrichtingsweg (13)
- C4: Eenrichtingsweg (14[3])
- C5: Inrijden toegestaan
- C6: Gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen (17)
- C7: Gesloten voor vrachtauto's
- C7a: Gesloten voor autobussen
- C7b: Gesloten voor autobussen en vrachtauto's
- C8: Gesloten voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h
- C9: Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen[4]
- C10: Gesloten voor motorvoertuigen met aanhangwagen (18)
- C11: Gesloten voor motorfietsen (19)
- C12: Gesloten voor alle motorvoertuigen (20)
- C13: Gesloten voor bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met in werking zijnde motor (21)
- C14: Gesloten voor fietsen en voor gehandicaptenvoertuigen zonder motor (22)
- C15: Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen (23)[5]
- C16: Gesloten voor voetgangers (27)
- C17: Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord is aangegeven (32)[6]
- C18: Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord is aangegeven (33)[6]
- C19: Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord is aangegeven (34)[6]
- C21: Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord is aangegeven (36)[7]
- C22: Gesloten voor voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen
- C22a: Gesloten voor vrachtauto's die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d RVV (milieuzone)
- C22b: Einde geslotenverklaring voor vrachtauto's die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d RVV
- C23-01: Spitsstrook open
- C23-02: Spitsstrook vrijmaken
- C23-03: Einde spitsstrook
Serie D: Rijrichting
- D1: Rotonde; verplichte rijrichting (15)
- D2: Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (16, 62)
- D3: Bord mag aan beide zijden worden voorbijgegaan (63[8])
- D4: Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven (46, 47[9])
- D5: Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven (46, 47[9])
- D6: Gebod tot het volgen van een van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven (46, 47[9])
- D7: Gebod tot het volgen van een van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven (46, 47[9])
Serie E: Parkeren en stilstaan
- E3: Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen (52)
- E4: Parkeergelegenheid
- E5: Taxistandplaats
- E6: Gehandicaptenparkeerplaats
- E7: Gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen
- E8: Parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het bord is aangegeven
- E9: Parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders
- E10: Parkeerschijfzone met verplicht gebruik van parkeerschijf, tevens parkeerverbod indien er langer wordt geparkeerd dan de parkeerduur die op het bord is aangegeven
- E11: Einde parkeerschijfzone met verplicht gebruik van parkeerschijf
- E12: P+R-voorziening ten behoeve van overstappers op het openbaar vervoer
- E13: Parkeergelegenheid ten behoeve van carpoolers
Serie F: Overige geboden en verboden
- F1: Verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen (40)
- F2: Einde verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen (41)
- F3: Verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen (42)
- F4: Einde verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen (43)
- F5: Verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (44)
- F6: Bestuurders uit tegengestelde richting moeten verkeer dat van deze richting nadert voor laten gaan (45)
- F7: Keerverbod (48)
- F8: Einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden (55)
- F9: Einde van alle op een elektronisch signaleringsbord aangegeven verboden.
- F10: Stop. In het bord kan worden aangegeven door wie of waarom het bord wordt toegepast (56)
- F10: Stop. In dit geval wegens controle bij de douane.
- F11: Verplicht gebruik passeerstrook (rijstrook om ingehaald te kunnen worden), uitsluitend bestemd voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h
- F12: Einde verplicht gebruik passeerstrook voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h
- F13: Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen
- F14: Einde busbaan of -strook
- F15: Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van trams
- F16: Einde trambaan of -strook
- F17: Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen en trams
- F18: Einde bus- en trambaan of -strook
- F19: Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s en lijnbussen
- F20: Einde rijbaan of -strook voor vrachtauto’s en lijnbussen
- F21: Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s
- F22: Einde rijbaan of -strook voor vrachtauto’s
Serie G: Verkeersregels
- G1: Autosnelweg (57a[13])
- G2: Einde autosnelweg (57b)
- G3: Autoweg (58a)
- G4: Einde autoweg (58b)
- G6: Einde erf
- G11: Verplicht fietspad (59)
- G12: Einde verplicht fietspad
- G12a: Fiets/bromfietspad
- G12b: Einde fiets/bromfietspad
- G13: Onverplicht fietspad (60)
- G14: Einde onverplicht fietspad
Serie H: Bebouwde kom
- H1: Bebouwde kom (3, 4)
- H2: Einde bebouwde kom (5)
Serie J: Waarschuwing
- J1: Slecht wegdek (65)
- J2: Bocht naar rechts (66)
- J3: Bocht naar links (67)
- J4: S-bocht(en), eerst naar rechts (69)
- J5: S-bocht(en), eerst naar links (68)
- J6: Steile helling
- J7: Gevaarlijke daling (70, ook bij stijgingen)
- J8: Gevaarlijk kruispunt (71)
- J9: Rotonde
- J10: Overweg met slagbomen (72)
- J11: Overweg zonder slagbomen (73)
- J12: Overweg met enkel spoor (75)
- J13: Overweg met twee of meer sporen (76)
- J14: Tram(kruising) (77)
- J15: Beweegbare brug (79)
- J16: Werk in uitvoering (80)
- J17: Rijbaanversmalling (81a)
- J18: Rijbaanversmalling rechts (81b)
- J19: Rijbaanversmalling links (81c)
- J20: Slipgevaar (82)
- J21: Kinderen (83)
- J22: Voetgangersoversteekplaats (84)
- J23: Voetgangers
- J24: Fietsers en bromfietsers (87)
- J25: Losliggende stenen (85)
- J26: Kade of rivieroever (86)
- J27: Groot wild (88)
- J28: Vee (89)
- J29: Tegenliggers (91)
- J30: Laagvliegende vliegtuigen (92)
- J31: Zijwind (93)
- J32: Verkeerslichten (94)
- J33: File
- J34: Ongeval
- J35: Slecht zicht door sneeuw, regen of mist
- J36: IJzel of sneeuw
- J37: Gevaar (de aard van het gevaar is aangegeven op het onderbord) (90)
- J38: Verkeersdrempel
- J39: Waarschuwing voor elektrische in- en uitschuifbare paal in de rijbaan (poller) waarmee toegankelijkheid van straten en gebieden kan worden geregeld.
Serie K: Bewegwijzering
- K1: Lage beslissingwegwijzer langs autosnelweg voor de doorgaande richting, met interlokale doelen en routenummer autosnelweg
- K2: Voorwegwijzer langs autosnelweg voor de afgaande richting, met afstandaanduiding, afritnummer, interlokale doelen (bovenste doel = afritnaam), verwijzing naar vliegveld/luchthaven en routenummer niet-autosnelweg
- K2: Idem
- K3: Beslissingswegwijzer langs autosnelweg voor de afgaande richting naar een verzorgingsplaats, met de naam van de parkeerplaats en symbolen die de aard van de voorzieningen aangeven
- K4: Hoge beslissingswegwijzer langs autosnelweg met rijstrookpaneel voor de doorgaande richting en aftakkingspaneel voor de afgaande richting, met interlokale doelen, routenummers autosnelwegen en Europese hoofdroutes
- K4: Idem (met omhoogwijzende pijl voor doorgaande richting)
- K5: Voorwegwijzer langs niet-autosnelweg, met interlokale doelen, routenummers, viaductsymbool en aanduiding industrieterrein
- K6: Beslissingswegwijzer langs niet-autosnelweg met interlokale doelen en routenummer niet-autosnelweg
- K7: Wegwijzer voor fietsers en bromfietsers (handwijzer), met lokaal doel, interlokaal doel, stedelijk fietsroutenummer (boven), en met interlokale doelen en interlokaal fietsroutenummer (onder)[15]
- K8: Wegwijzer voor fietsers en bromfietsers (stapelbord), met interlokale doelen en een via een alternatieve route te bereiken doel (cursief, groen)
- K9: Omleiding. Maatregel op voorwegwijzer langs niet-autosnelweg
- K10: Voorwegwijzer binnen de bebouwde kom met interlokaal doel, lokaal doel, een dagrecreatiecentrum, objecten en stadsroutenummers
- K11: Voorsorteren op niet-autosnelweg. Bord met interlokale doelen, routenummers en verwijzing naar autosnelweg
- K12: Wijkwegwijzer binnen de bebouwde kom, met wijknamen (in verkeersgebieden)
- K13: Wijkwegwijzer binnen de bebouwde kom, met wijknummers (in verkeersgebieden)
- K14: Route voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen
Serie L: Informatie
- L1: Hoogte onderdoorgang
- L3b: Bushalte (102)
- L3c: Tramhalte
- L4: Voorsorteren
- L6: Splitsing
- L7: Aantal doorgaande rijstroken
- L8: Doodlopende weg (101a)
- L9: Vooraanduiding doodlopende weg (101b, c, d)
- L10: Vooraanduiding verkeersmaatregel voor de aangegeven richting
- L11: Verkeersbord geldt alleen voor de aangegeven rijstrook/rijstroken
- L12: Verkeersbord geldt alleen voor de aangegeven rijstrook
- L13: Verkeerstunnel
- L14: Vluchthaven
- L15: Vluchthaven voorzien van een noodtelefoon en brandblusapparaat
- L16: Noodtelefoon (108)
- L17: Brandblusapparaat
- L18: Noodtelefoon en brandblusapparaat
- L19: Dichtstbijzijnde uitgang of twee dichtstbijzijnde uitgangen in de op het bord aangegeven richting en afstand (rechts)
- L19: Idem (links)
- L20: Uitwijkplaats rechts van de weg
- L21: Uitwijkplaats links van de weg
Contrasterende bies
Sinds 29 augustus 2012 worden geleidelijk grafische elementen van rode kleuren in verkeersborden gescheiden door een contrasterende witte rand of band, zoals in o.a. Duitsland al jaren gebeurt. De verkeersborden met een rode buiten- of binnenrand (of rode diagonale band) worden aan de omtrek dus voorzien van een witte bies.[16] Door deze bies worden deze verkeersborden beter herkenbaar voor kleurenblinden met name waar het de ronde parkeerverboden en de verboden tot stilstaan betreft. De blauwe borden worden al sinds ca. 1990 voorzien van een witte rand.
- B6: Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (zonder bies)
- B6: Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg (met bies)
- C1: Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (zonder bies)
- C1: Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (met bies)
- C2: Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (zonder bies)
- C2: Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee (met bies)
- E1: Parkeerverbod (zonder bies)
- E1: Parkeerverbod (met bies)
- E2: Verbod stil te staan (zonder bies)
- E2: Verbod stil te staan (met bies)
Tijdelijke wegwijzers bij wegwerkzaamheden en calamiteiten
- Aankondiging van omleiding.
- Volg de aangegeven richting.
- Volg de aangegeven richting, hierna stopt de omleiding.
Zone
Indien boven een verkeersbord het woord "zone" is aangebracht geldt het tot het verkeersbord waarmee het einde van de zone wordt aangeduid. Vaak worden verkeersborden gebruikt waarin de afbeelding van het eerstgenoemde verkeersbord en het woord "zone" zijn geïntegreerd. Bij bord G07 (voetpad) zijn er bijvoorbeeld de borden G07-ZB en G07-ZE (zone begin en zone eind).[18] Zulke borden staan niet afzonderlijk in het RVV.
Overtredingen
Artikel 62 RVV bepaalt dat weggebruikers verplicht zijn gevolg te geven aan de verkeerstekens (waaronder verkeersborden) die een gebod of verbod inhouden: A1, A3, B6, B7, de meeste borden uit de C- en D-serie, E1, E2, E3, F1, F3, F5, F7, F9, F10, L11 en L12. Soms wordt in de omschrijving niet naar een verkeersbord verwezen, bijvoorbeeld bij fietsen op een voetpad (bord G7), feitcode R 309: "als (snor)fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken".
Een lichtere overtreding is een Mulderfeit (dit wordt dan in eerste instantie administratief afgedaan) een zwaardere een OM-feit (wordt door of namens de officier van justitie behandeld).[19]
Externe links
Noten
- In kilometers per uur. Tot 1966 stonden de letter km onder de cijfers.
- Dit was bord 9 in een rode cirkel met in zwarte letters het woord STOP
- Ingevoerd in 1990. Voordien was dit bord gelijk aan D2, maar met de pijl horizontaal.
- Op het eerste gezicht is dit bord een combinatie van C8 en C15, maar in werkelijkheid worden met C9 nog meer bestuurders geweerd dan op C8 en C15 samen.
- Dit bord wordt door particulieren vaak gebruikt als E3 is bedoeld.
- Tot 1966 stonden er geen pijltjes op deze borden, maar het woord LENGTE, BREEDTE resp. HOOGTE.
- Het (wetenschappelijk onjuiste) symbool t betekent ton.
- Ingevoerd in 1990. Voordien was dit bord een groen vierkant, dat uitsluitend op verkeerszuilen voorkwam. Voorbijrijden aan de linkerkant was alleen toegestaan voor motorvoertuigen die sneller kunnen en mogen rijden dan 20 km/h, tenzij zich aan weerszijden op het wegdek richtingpijlen bevonden.
- Tot 1990 in de vorm van een verbod om een andere rijrichting te volgen.
- Tot 1966 wachtverbod geheten
- Het bord geldt aan de zijde van de weg waar het bord is geplaatst. Geldt het verbod aan beide zijden van de weg, dan moet dus ook aan beide zijden een bord staan. Tot 1966 gold het verbod aan beide zijden, ook als er maar een bord was geplaatst. Er was toen een "half" bord (waarvan de linker- of rechterhelft wit was) om aan te geven dat het verbod alleen aan de linker- of rechterkant gold.
- Tot 1990 stopverbod geheten. Tot 1966 zag dit bord er net zo uit als het parkeerverbod (dus met één schuine streep) met in witte letters de tekst "STOPVERBOD"
- Voorheen: Autoweg met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen
- Voorheen: woonerf
- Vaak ontbreekt het fietssymbool op de armen, in dat geval staat er een fietssymbool boven in de paal
- Vgl. art. 4a BABW
- Dit bord wordt permanent geplaatst, maar heeft pas betekenis als er een aankondigingsbord geplaatst is. Het idee van deze borden is afkomstig uit Duitsland en de U betekent daar Umleitung. In Nederland spreekt men van U-routes of Uitwijkroutes.
- https://www.verkeersbordenoverzicht.nl/#G
- Zie voor de boetes.
Zie de categorie Verkeersborden in Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |