Oosterhoogebrug

Oosterhoogebrug is een voormalig dorp aan het Damsterdiep in de provincie Groningen in Nederland en een woonwijk in het oosten van de stad Groningen met 2.220 inwoners. Het voormalige dorp is genoemd naar de Hoogebrug. De tweede brug met die naam in de voormalige gemeente Noorddijk werd ter onderscheiding de Noorderhoogebrug genoemd.

Oosterhoogebrug
Wijk van Groningen
Kerngegevens
Provincie Groningen
Gemeente Groningen
Coördinaten53°13'44"NB, 6°35'56"OL
Oppervlakte127 ha.  
Inwoners (2017)2.220[1]
Woonplaats (BAG)Groningen
Foto's
Oosterhoogebrug

Geschiedenis

De Hogerbrugge of Hoegerbrugghe wordt al in 1428 en 1434 genoemd.[2] De brug werd hoog genoemd, omdat deze vaste brug boven de weg uitstak, zodat er met gemak schepen onderdoor konden varen.

Er wordt getwijfeld aan de feitelijke juistheid van het volgende gedeelte
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie, en pas na controle desgewenst het artikel aan.

Het is niet duidelijk waarop de naam slaat: op een brug die lag in het verlengde van de Stadsweg over het voormalig Selwerderdiepje, of op de brug in het verlengde van de Pop Dijkemaweg over het Damsterdiep. Enerzijds wordt gesteld dat het gebied tussen de Borgwal en de Hunze ooit in beheer was bij een leenman van de Utrechtse bisschop, Johan Huynge. Die moet overleden zijn vóór 1657. Van hem kocht de Groninger Raad een strook grond waarop ze de Stadsweg aanlegde. Met natuurlijk een brug over de Hunze. Maar er is geen reden aan te nemen dat de brug over de Hunze een hoogholtje is geweest. Temeer daar turfschepen al sinds aanleg van het Schuitendiep daarover voeren. De conclusie hieruit is dan ook dat de huidige Regattaklap de naamgever van het dorpje moet zijn. Daar valt het een en ander tegenin te brengen. Ten eerste zo Stad de Stadsweg 14 m breed maken wat het aannemelijk maakt dat er voordien een voet- en/of karrepad heeft gelopen. Ten tweede was ook enig land in beheer bij de familie Lewe, en als we globaal afschalen dat de borg op pakweg 200 m van de Stadsweg lag, liep dan echt de Stadsweg over het voormalig land van Huynge? Ten derde groef het Aduarder klooster al in de 13e eeuw in Everswolde turf af, dus vóórdat het Schuitendiep werd gegraven. Hun turfschepen kunnen indertijd alleen maar de route via de Hunze hebben genomen. Na aanleg van de rechtgraving zal op de voormalige doorwaadbare plaats bij de Vrijdema'borg' een brug zijn geslagen wat dus alleen maar een hoogholtje kan zijn geweest, want turf wordt hoog opgetast op de platbodems. Deze drie punten maken het dan weer aannemelijk dat dit hoogholtje en niet de huidige Regattaklap de naamgever is van Oosterhoogebrug.

Op de eerste kaarten van het Kadaster rond 1830 zijn te Oosterhoogebrug slechts enkele huisjes ingetekend. In de jaren '20 is al enige lintbebouwing aanwezig langs de trekweg (later de Rijksweg) en de Hoogeweg (later de Pop Dijkemaweg). In de jaren '30 ontwikkelde de gemeente Noorddijk plannen voor een ambitieus uitbreidingsprogramma. In de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog maakte het Groningse stadsbestuur hiertegen met succes bezwaar. Men betitelde de plannen van Noorddijk als 'parasitair'. Als gevolg hiervan bleef de bouw beperkt tot het stuk tussen Pop Dijkemaweg, Rijksweg, Stadsweg en Leeuwenburgstraat. Tijdelijk hebben Groninger Boys nog in Oosterhoogebrug gevoetbald. Het dorpshuis Schakel dateert van de jaren '60 en is voor een groot deel door de bewoners zelf gefinancierd.

Toen de stad begon te groeien, werd Noorddijk in 1969 alsnog geannexeerd. In het kader van de bouw van de wijk Lewenborg werden bestemmingsplannen opgesteld, die leidden tot nieuwbouwplannen in het dorpgsgebied tot aan de hoogspanningsleiding. In de jaren '80 volgde de wijk Ulgersmaborg. tegelijkertijd kwam er een aansluiting met de nieuwe Oostelijke ringweg; de Rijksweg werd verbreed met een ventweg. Het dorpsgebied tussen hoogspanningsleiding en ringweg is het laatst volgebouwd.

Regattaklap (Euvelgunnerklapbrug)

De Regattaklap heette voorheen de Euvelgunnerklapbrug. Logisch: want op dat punt begon de Euvelgunnerweg en het Damsterdiep was de grens tussen Euvelgunne en Oosterhoogebrug (hoewel Euvelgunne in vroeger dagen ook wel tot Oosterhoogebrug werd gerekend). Tol werd er geheven vanaf 1831, toen de vaste bat werd vervangen door een ophaalklap. De brug was eigendom van Noorddijk dus Groningen bekostigde het onderhoud uit het genoten klapgeld. De gemeente Noorddijk vroeg in 1872 aan de gemeente Groningen dan ook of zij genegen waren om die brug over te nemen. Maar daar zag Stad geen geldelijk voordeel in. Noorddijk vroeg het nogmaals in 1898. Het Eemskanaal was gegraven dus nu wilde Groningen deze klapbrug wel overnemen met alle lusten en lasten. In de jaren '40 werd er, nadat de val bijna was bezweken onder het massale verkeer dat moest omrijden wegens de werkzaamheden aan de Oostersluis, de brug gemonteerd die eerder bij het Slachthuis lag. Tevens werd de doorgang aangepast aan de gangbare vaarbreedte. Op last van het militaire gezag kwamen de hameitorens aan de kant van de rijksweg, zodat de brug nu de andere kant op scharnierde.

Oostersluis

De Oostersluis overbrugt een verschil in waterhoogte van 1,55 m tussen het Eemskanaal en het Van Starkenborghkanaal. De eerste uitvoering werd in 1938 door koningin Wilhelmina geopend, in het bijzijn van Alidius Tjarda van Starkenborgh Stachouwer naar wiens twee jaar eerder overleden vader Edzard het kanaal was vernoemd dat op diezelfde dag werd geopend. Na pakweg 60 jaar stond de sluis op instorten: balken werden uit het metselwerk gedrukt waardoor dit ging bollen en de sluis vernauwde. Wachttijden liepen op tot zes uur. Tevens was het het tonnage van schepen zo vergroot dat de sluis een bottleneck was geworden in de vaarroute die Amsterdam met Noord-Duitsland verbindt. Vandaar dat eind 20e eeuw een geheel nieuwe sluis werd gebouwd, kosten 64 miljoen gulden. De breedte is van 12 naar 16 m gegaan, de lengte bleef ongeveer gelijk. De bocht naar het Eemskanaal moest er drastisch voor worden verruimd en de woonschepen in het 'viskanaaltje' verdwenen. De kroonprins kwam in de voetsporen van zijn overgrootmoeder de geheel voltooide sluis openen.

School

De Oosterhoogebrugschool is de dichtstbijzijnde basisschool voor de bewoners van Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg.

Bezienswaardigheden

Tasmantoren

Literatuur

  • Pauwelussen, Willem (2014). Het BrugBorgBoek : geschiedenis van de Groningse wijken Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg / red.: Marleen van Leeuwen en Rinus Woesthuis. Uitgeverij Leander, Groningen. 160 p. ISBN 978-94-91181-02-3.
Zie de categorie Oosterhoogebrug van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Beluister (info)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.