Michaël I van Portugal

Hij was koning in een roerige, door burgeroorlogen geteisterde periode. Hij begon zijn regeerperiode als regent voor zijn minderjarig nichtje Maria II, die de troon had geërfd van haar vader Peter IV, die op dat moment zelf als keizer Peter I over Brazilië regeerde. Michaël maakte met zijn uiterst conservatieve opvattingen van de gelegenheid gebruik om eerst de absolute monarchie uit te roepen en daarna zijn nichtje van de troon te stoten en zichzelf als usurpator tot koning uit te roepen.

Michaël probeerde internationale steun voor zijn regime te verwerven, maar zonder al te veel succes. In 1831 deed Peter I afstand van de Braziliaanse troon ten gunste van zijn zoon Peter II en bezette hij de Azoren om van daaruit zijn dochter te kunnen bijstaan in haar strijd tegen Michaël. Er brak een burgeroorlog uit die drie jaar zou duren. In deze oorlog moest Michaël uiteindelijk het onderspit delven. Hij werd van de troon gestoten en verbannen. Michael trok naar Oostenrijk.

In 1851 trouwde hij met Adelheid van Löwenstein-Wertheim-Rosenberg met wie hij zeven kinderen kreeg:

• Maria das Neves (1852-1941), gehuwd met Alfonso Carlos de Borbón, carlistisch troonpretendent
• Michaël (1853- 1927), hertog van Bragança
• Maria Theresia (1855-1944), gehuwd met Karel Lodewijk van Oostenrijk
• Maria José (1857-1943), gehuwd met Karel Theodoor in Beieren, de moeder van de Belgische koningin Elisabeth (1876-1965)
• Adelgunde (1858-1946), gehuwd met Hendrik van Bourbon-Parma, zoon van Karel III van Parma
• Maria Anna (1861-1942), gehuwd met Willem IV van Luxemburg
• Maria Antonia (1862-1959), gehuwd met Robert I van Parma, zoon van Karel III van Parma