Mariahoeve en Marlot

Mariahoeve en Marlot is een wijk in Den Haag , onderdeel van stadsdeel Haagse Hout. Villapark Marlot behoort tot de buurten met het hoogste inkomens in de stad.

Mariahoeve en Marlot
Wijk in Den Haag
Kerngegevens
GemeenteDen Haag
StadsdeelHaagse Hout
Oppervlakte309 ha.  
Inwoners (2017)14.075[1]
Overig
Wijknummer25

De wijk grenst aan de wijken Bezuidenhout en Haagse Bos.

De wijk bestaat uit de buurten:

  • Burgen en Horsten
  • Landen
  • Kampen
  • Marlot

Geschiedenis

Dwars door het gebied van de wijk liep van 1908 tot 1953 het tracé van de spoorlijn Rotterdam Hofplein - Scheveningen. Langs het gebied reed tussen 1924 en 1959 de Haagse stadstram naar Marlot. Bij de Carel Reinierszkade lagen rond 1930 de ijsbanen van de Haagse IJsclub. Op de hoek bij de Bezuidenhoutseweg, aan de andere kant van die kade, lag de uitspanning Overbosch met een speeltuin. Dwars over het weidegebied, waarop de wijk is aangelegd, ongeveer ter hoogte van de Roggekamp/Reigersbergerweg liep de Loolaan van het Kleine Loo naar het Grote Loo in Voorburg. Naast het Kleine Loo lag aan de Bezuidenhoutseweg tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw de windhondenrenbaan Marlot. Langs de Bezuidenhoutseweg lagen vanaf Huis ten Bosch de boerderijen Mariëndaal, Veelust, Mariahoeve, Zuidwerf en Hofzicht.

Station Mariahoeve

Plannen voor deze wijk zijn al gemaakt ver voor de Tweede Wereldoorlog, door onder andere de (stads)architect Dudok. Vanwege de problemen die de spoorlijn gaf voor een goede wijkontwikkeling gebeurde er voor de Tweede Wereldoorlog niets. Pas in 1957 werd het Uitbreidingsplan Mariahoeve goedgekeurd, nadat de spoorlijn in 1953 was opgeheven en F. van der Sluys in 1954 een schetsontwerp had gemaakt. Reigersbergen kwam in dit plan niet voor en bleef een open groengebied.

De eerste paal voor de aanleg van de nieuwe wijk werd geslagen op 29 mei 1958. De 'kleine huisjes' aan de Boekweitkamp zijn de eerst gebouwde woningen.

Mariahoeve heeft een rechthoekige hoofdstructuur met een viertal wijkontsluitende wegen, waarvan in de meeste gevallen de rijbanen door groenstroken zijn gescheiden. De wijk wordt op deze wijze in zes buurten verdeeld. Deze hebben als gemeenschappelijk kenmerk een groene kern met aan de noordoostzijde flats in vier lagen en aan de westzijde eengezinswoningen. In vijf van deze groenkernen staan overhoeks geplaatste flatgebouwen van twaalf lagen, een school en buurtwinkelcentrum. De middelste buurten hebben een wijkpark of een sportterrein.

In 1966 werd aan de spoorlijn Den Haag - Leiden het station Den Haag Mariahoeve geopend. Rond het station en in een gedeelte van het aangrenzende gebied tussen de wijk en de spoorlijn heeft in de jaren tachtig en negentig intensieve kantorenbouw plaatsgevonden.

Naamgeving

De naam van de wijk herinnert aan de boerderij Mariahoeve. Van de straatnamen, die samengesteld zijn uit meisjesnamen en het woord land zegt men wel dat zij naar de koeien van die boerderij vernoemd zijn of naar de zusters van de laatste boer. Een aardige verklaring, maar helaas niet waar. De schrijver F. Bordewijk is betrokken geweest bij deze straatnaamgeving. Evenals bij die van de andere straatnamen. Zo zijn er straten met namen van granen met het achtervoegsel kamp, b v. Gerstkamp, of inwoners van landen met als achtervoegsel burg, bijvoorbeeld Hongarenburg en edelstenen met als achtervoegsel horst, zoals Saffierhorst.

Dwars door de wijk liggen de grote straten die herinneren aan de buitenplaatsen die daar gelegen hebben, Het Kleine Loo en de Reigersbergerweg of aan boerderijen, zoals de Hofzichtlaan.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.