Madeliefje

Het madeliefje of meizoentje (Bellis perennis) is een kleine vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae) die tot 15 cm hoog wordt. Bellis is afgeleid uit het Latijn en betekent mooi, perennis betekent "overjarig" (vaste plant). De naam Bellis perennis betekent 'alle jaren mooi'.

Madeliefje
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Asteraceae (Composietenfamilie)
Onderfamilie:Asteroideae
Geslachtengroep:Astereae
Geslacht:Bellis
Soort
Bellis perennis
L. (1753)
De volledige plant
Cultivar
Afbeeldingen Madeliefje op Wikimedia Commons
Madeliefje op Wikispecies
Portaal    Biologie
Madeliefjes op de Isjtarpoort, een stadspoort van Babylon uit 575 v.Chr. als symbool van de godin Isjtar

Er zijn twee hypothesen over de herkomst van de Nederlandse naam 'madeliefje'. De eerste is een samentrekking van het woord 'made', wat weide of hooiveld betekent (vgl. ook 'maaien'), en het woord 'lief', omdat men de bloem waarschijnlijk graag zag in het veld.[1] De tweede hypothese geeft aan dat het woord mogelijk afkomstig is van maagde-lief, omdat het bloempje vroeger in verband werd gebracht met de heilige maagd Maria.[2]

Uiterlijke kenmerken

De bladeren staan allemaal in een wortelrozet en zijn spatelvormig. De rand van het blad is gekarteld.

Zolang het niet vriest, is het madeliefje het hele jaar in bloei aan te treffen. Aan het einde van de bloemstengel staat één bloemhoofdje. Dit wordt tot 2,5 cm groot en bestaat uit centrale gele buisbloemen, met een krans van witte straalbloemen. De bloem is actinomorf met een onderstandig vruchtbeginsel.[3]

De kelk is afwezig of bestaat uit haren (pappus). De kroon is 5-bladig, vergroeid en buisvormig, bij de lintbloemen aan een zijde uitgegroeid. Er zijn 5 onderaan vergroeide meeldraden. De stamper bestaat uit 2 vergroeide vruchtbladen, met 1 zaadknop; de stempel is vertakt en gebogen.

De vrucht is een nootje (achene)

Bloemformule: * K 0 of pappus C (5) [A (5) G (2)] Nootje

Voortplanting en verspreiding

Madeliefjes planten zich ongeslachtelijk voort doordat zich in de oksels van de bladeren zijstengels vormen die kunnen uitgroeien tot een nieuw rozet. Die stengeltjes worden niet zo lang, waardoor madeliefjes dichte matten kunnen vormen. Het madeliefje plant zich ook via zaden voort.

De soort komt van oorsprong alleen voor in Europa en Zuidwest-Azië, maar heeft zich ook in andere delen van de wereld verspreid, zoals Noord- en Zuid-Amerika. In heel West-Europa is de soort algemeen.

Gebruik

Symbolisch

Het madeliefje geldt als symbool van de godin Isjtar en komt als zodanig veelvuldig voor op de Isjtarpoort, een oude stadspoort van Babylon uit 575 v.Chr..

In Keltische sagen wordt de bloem de magische eigenschap toegedicht dat deze het groeiproces kan stilleggen. De fee Milka zou de zoon van de koning stiekem madeliefjes te eten hebben gegeven, waardoor hij nooit volwassen zou worden.

Het madeliefje geldt in de christelijke traditie als symbool voor maagdelijkheid en daarmee samenhangend voor Maria.

De bloem werd ook bekend doordat zij werd opgenomen in het wapen van Lodewijk IX van Frankrijk, tezamen met de lelie.

Het madeliefje is in België een symbool van herdenking van de Eerste Wereldoorlog, zoals de korenbloem dat is voor Frankrijk en de klaproos voor de Angelsaksische landen.[4]

Decoratief

Madeliefjes laten zich eenvoudig tot bloemenkransjes rijgen; een geliefde bezigheid van kinderen.

In de folklore van Overijssel worden er met Pasen paaseieren versierd met madeliefjes. De madeliefjes worden tegen de eierschaal gedrukt en daarna omwikkeld met uienschillen, kranten en touw. De eieren worden gekookt, waarna de kleurstof uit de uienschillen in de eierschaal trekt. Op de plaatsen van de madeliefjes ontstaan afdrukken op de eierschaal. Na het koken wordt het ei uitgepakt en met vet ingesmeerd om het mooi te laten glanzen.

Culinair

In het voorjaar kunnen de jonge blaadjes worden geplukt om verwerkt te worden in een salade.[5] De bloemen kunnen ook worden gegeten.[6] Een geheel geopende bloem smaakt ietwat bitter. Als de bloemknoppen zuur worden ingelegd, dan kunnen ze ook als vervanging voor kappertjes worden gebruikt.[7] Gecultiveerde madeliefjes zijn meestal niet eetbaar.

Volksgeneeskunde

In de homeopathie wordt het madeliefje gebruikt als problemen met de huid zich voordoen, zoals huidontstekingen met jeuk en eczeem.

Ecologische betekenis

De plant komt veel voor in graslanden. Vooral in gazons kan de soort veel aanwezig zijn. Ook groeit het madeliefje veel in bermen en in weiland, dat wel voor hedendaagse begrippen vrij extensief beheerd moet worden.

Namen

Het madeliefje heeft 29 botanische namen, met 1 geldige naam en de overige als synoniem.[8] De mogelijk oorzaak van het ontstaan van deze synoniemen is dat het waarschijnlijk gaat om kleine variaties binnen de soort.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Bellis perennis op Wikimedia Commons.
Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Ecologisch tuinieren - Madeliefje.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.