Lijst van abten van Rolduc

De abten van Rolduc zijn de abten, die vanaf het begin van de twaalfde eeuw tot aan het einde van het ancien régime de leiding hadden over de abdij Rolduc en haar bezittingen in Kerkrade en omgeving.

De abdij Rolduc werd gesticht in 1104 in het dal van het riviertje de Worm in het toenmalige Land van Rode, thans in de Nederlands Limburgse gemeente Kerkrade, nabij de Duitse grens. Sinds 1119 was Rolduc een klooster voor augustijner koorheren, die als reguliere kanunniken werden aangeduid. De abt was de voorzitter van het kapittel van koorheren, uit wier midden hij werd gekozen. De abdij werd in 1796 opheven; de gebouwen zijn nog grotendeels intact en deels te bezichtigen.

Van enkele personen is bekend dat zij abt van Rolduc zijn geweest, maar onbekend is in welke periode dat is geweest, of zelfs, wie hun voorganger of opvolger is geweest: Gozewinus, Guibaldus, Renardus, Theodulfus en Thomas van Gorcum.

Afbeelding Naam Periode Opmerkingen
Ailbertus van Antoing 1104 - 1111 Geboren rond 1060 in Antoing bij Doornik. Stichter van de abdij Rolduc, maar nooit tot abt gewijd. Verlaat de abdij in 1111 omdat hij niet kan samenwerken met Embrico van Mayschoss. Overleden op 19 oktober 1122 in Sechtem (bij Bonn).
Richer (Richard Benignas) 1111 - 1122 Afkomstig uit Rottenbuch (Beieren). Eerste abt van Rolduc. Vormt de kloostergemeenschap om tot augustijner koorheren. Overleden 5 februari 1122.
Giselbertus 1122 - 1123 Wordt al na een jaar door de bisschop van Luik uit zijn ambt ontheven. Overleden 2 oktober 1123.
Bertolph 1123 - 1123 Kanunnik van de abdij van Springiersbach.[1] Nooit tot abt gewijd. Vertrekt na een jaar weer naar Springiersbach.
abtloze periode 1123 - 1124
Borno 1124 - 1127 Twee abatiaten: 1124-27 en 1134-37. Verlaat de abdij na een conflict over de hervorming van de koordienst.
Herman van Mayschoss 1128 - 1129 Zoon van Embrico van Mayschoss. Wordt niet erkend door de oudere kanunniken. Wordt later bisschop van Sleeswijk. Overleden 16 januari 1129. Begraven in de Dom van Lund.
Fredericus 1129 - 1134 Broer van abt Richer. Afkomstig uit de proosdij Rottenbuch in Beieren. Vaak afwezig. Onder invloed van Gherardo Caccianemici (de latere paus Lucius II) legt Fredericus zijn ambt neer.
Borno 1134 - 1137 Twee abatiaten: 1124-27 en 1134-37. Keert na 7 jaar ballingschap terug naar Rolduc nadat hij beloofd heeft geen veranderingen in de kloosterdienst door te voeren. Zorgt kort voor zijn overlijden in 1137 voor het vertrek van de vrouwelijke leden van de kloostergemeenschap naar de abdij van Marienthal.[2] Dit gebeurt pas in 1140.
Joannes 1137 - 1141 Overste, niet tot abt gewijd. Laat de zusters in 1140 naar Marienthal verhuizen. Overleden 4 april 1141.
Erpo 1141 - 1178 Geboren te Maastricht. Onder zijn leiding beleeft de abdij grote bloei. De oudste delen van de Annales Rodenses worden geschreven. Bouwt vrouwenkloosters te Scharnen (Scharn, bij Maastricht), Sinnich en vlak bij Kloosterrade. Overleden op 19 januari 1179 of later.
onbekend of abtloze periode 1178 - 1187
Rutgerus 1187 - 1217
Helmericus 1217 - 1222 Ook wel Helmerik of Emelricus genoemd. Overleden op 16 januari 1222 of later.
Marsilius 1222 - 1246 Sticht klooster van Sinnich (opnieuw? zie Erpo). Verrijkt kloosterbibliotheek. Overleden 19 maart 1246 of later.
Florencius ?
Conradus 1252 - 1269 Ook wel Conraad of Koenraad. Overleden op 4 oktober 1269 of later.
onbekend 1269 - 1272
Walramus 1272 - ? Genoemd in maart 1273.
onbekend ?
Richardus ?
Henricus ?
Anselmus ? Met zekerheid abt in 1282 en 1283.
Cuno (ook Cono) 1287/1290 - 1300 Verkoopt in 1290 samen met het convent al hun goederen in Dernau aan Marienthal ter delging van hun schulden, al hun goederen in Ameln aan het kapittel St. Gereon in Keulen en hun tiend op het land Erp aan het convent van Benden. In 1292 verkoopt hij de goederen in Ahrweiler en omgeving, en in 1293 de cijnsen van Lövenich, beide eveneens aan het kapittel in Keulen. Alle verkopen zijn gedaan om schulden te voldoen, waarschijnlijk als gevolg van de Limburgse Successieoorlog. Overleden 19 maart 1301.
Theobaldus van Kloosterrade 1301 - 1314 Mogelijk nog abt tot 1322.
onbekend ?
Tilmannus ? Zeker abt in 1343.
Wilhelmus van Gulik ?
Cuno van Ruyff (ook Cono de Ruve) ? - 1363 Ook wel Conraad, Koenraad of Conradus de Ruve genoemd. Zegelde in 1354 met een rond wapenzegel in bruine was de verzoening van de gebroeders Van Zievel. Hij is in 1355 medezegelaar in de oorkonde waarin Margareta van Valkenburg een derde van stad en burcht Valkenburg verkoopt aan Hendrik van Vlaanderen en zijn vrouw Filippa, heeren vrouwe van Valkenburg. Waarschijnlijk overleden in 1363.
Christianus de Stega 1363 - ? In juni 1363 tot abt gewijd, na een omstreden benoeming.
onbekend ?
Wilhelmus de Mersenhusen ? Met zekerheid abt rond 1370.
Joannes van Rode ? - 1392 In elk geval vanaf 1381 abt. Speelt een rol in de Brabantse politiek in de Landen van Overmaze. Overleden in 1392.
Joannes van Bernsberg 1392 - 1432 Ook wel Johannes de Berensberg. Wellicht ook na 1432 nog abt. In elk geval in 1436 nog in leven.
abtloze periode 1432 - 1437
Joannes van Vorstheim 1437 - 1469 Overleden 17 maart 1469. Onder zijn leiding begint in 1457 de steenkoolwinning in de mijn Steinbusch.
Joannes Repelman 1469 - 1480 Ook wel Johan van Kerckem. Overleden 1 november 1480.
Johannes van Huffel 1480 - 1485 In 1485 of 1486 door Johan van Horne, prins-bisschop van Luik uit zijn ambt gezet wegens wanbeheer van de kloostergoederen.
Johannes van Goor 1485 - 1508 Ook wel Joannes van Goer. Heeft een zoon: Augustinus van Goor. Overleden 25 mei 1508.
Arnoldus Vinck 1508 - 1515 Overleden 20 juli 1515.
Joannes Potens 1515 - 1521 Overleden 29 november 1521.
Leonardus Dammerscheidt 1522 - 1557 Herstelt oorlogsschade (aan kerk?) en bouwt laatgotisch koor (door Cuypers vervangen). Koopt refugiehuis te Aken (Klosterrather Hof). Bevordert steenkoolwinning. Tracht kloostertucht aan te scherpen. Overleden 15 oktober 1557.
Joannes van Tomburg (Wormbs) 1557 - 1600 Ook wel Joris (Joerijs) von Thomberg en beter bekend als Joannes Wormbs. Wordt als eerste niet gekozen maar bij koninklijk besluit benoemd. Laat aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog de kloosterbezittingen in veiligheid brengen. In 1568 en 1574 wordt de kerk door troepen van Willem van Oranje in brand gestoken, omdat de abdij de oorlogsschatting niet wil betalen. Overleden 28 mei 1600.
Mathias Straelen 1600 - 1614 Abt vanaf 17 oktober 1600. Zet zich in voor herstel van het klooster en van de kloosterdiscipline. Overleden 8 mei 1614.
Balduin van Horpusch 1614 - 1635 Abt vanaf 12 juni 1614. Lid van de Broederschap van Sint-Sebastianus.[3] Heropent in 1616 de steenkoolmijn Steinbusch. Weet door gebruik te maken van schoepenrad in de Worm het grondwater uit de mijn weg te houden, waardoor men dieper kan graven en meer kolen kan winnen. Overleden 18 december 1635.
abtloze periode 1635 - 1636 Tijdens de abtloze periode na het overlijden van Balduin houden de kloosterlingen zich elders schuil vanwege de Tachtigjarige Oorlog.
Casparus Duckweiler 1636 - 1650 Gaat als kanunnik in ballingschap na grote moeilijkheden met Karel IV van Lotharingen(?). Keert pas 3 jaar na abtswijding terug in Rolduc. Overleden 12 december 1650.
Winandus Lamberti 1650 - 1664 Geboren te Walhorn in 1617. In 1647 coadjutor van Rolduc. Beschermt de abdij tegen plundertochten en annexatie door de Republiek der Nederlanden. Zet zich in om het Spaanse gezag in deze contreien te handhaven. Op 3 augustus 1656 vraagt hij aan de Spaanse koning een vergoeding hiervoor. Wordt door de Republiek van weerspannigheid beschuldigd en door een list op 6 december 1656 in de Burcht van Rode te Herzogenrath gevangengezet. Door bemiddeling van de Spaanse gezant Stefano de Gamarra op 16 oktober 1657 vrijgelaten. In 1660 ontvangt hij de abtenmijter. Overleden 8 mei 1664 in Aken.
Mathias van Amezaga 1664 - 1666 Ondervindt gedurende zijn korte abbatiaat moeilijkheden met de inwoners van Kerkrade. Overleden 26 juli 1666.
Petrus Melchioris van der Steghe 1667 - 1682 Geboren 12 mei 1621 op de hoeve Steghe te Ubach over Worms als Peter Melchers. Priester te Baelen. Abt van Rolduc vanaf 10 oktober 1667. In 1671 start hij de bouw van de abtenvleugel en de hoektoren. In 1678 vervangt hij de stenen kerktorenspits door een houten spits. Stimuleert de verering van Sint-Lucia. Overleden 1 december 1682.
Johannes Baptista Bock 1682 - 1712 Geboren te Aken op 16 oktober 1641 en opgeleid bij de jezuïeten aldaar. Op 24-jarige leeftijd geheim secretaris van Karel I Lodewijk, keurvorst van de Palts. Vanaf 1669 in Rolduc. Helpt mee met kloosterhervorming. Wordt beschuldigd van jansenisme. Al tijdens het abbatiaat van Melchior prior. Vanaf 29 december 1682 abt van Rolduc. Schrijft theologische werken. Laat noordvleugel abdij vernieuwen. Overleden 17 mei (of 2 mei) 1712.
Nicolaas Heyendal 1712 - 1733 Geboren in 1658 te Walhorn. Opgeleid te Aken, daarna te Rome. Van 1681-83 militair op Korfu. Vanaf 1685 te Rolduc, in 1687 priester gewijd. Werkt aan de catalogisering van de kloosterbibliotheek en bestudeert de Annales Rodenses. Wordt beschuldigd van jansenisme, hetgeen hij in geschriften aanvecht. Vanaf 10 juni 1712 abt van Rolduc. Tevens voorzitter van de Staten van Limburg en de Landen van Overmaas. Overleden 5 mei 1733.
Fransiscus Rauschaw 1733 - 1745 Stimuleert de mijnbouw. Overleden 18 maart 1745.
Joannes Goswinus Fabritius 1745 - 1757 Geboren in 1691 te Schinnen. Vanaf 12 augustus 1745 abt van Rolduc, na al vele jaren prior te zijn geweest. Geeft in 1754 opdracht aan architect Joseph Moretti voor de bouw van de 130 m lange oostelijke vleugel. Geeft ook opdracht voor de bouw van de kerk van Merkstein. Overleden 3 augustus 1757.
Johan Jozef Haghen 1757 - 1779 Geboren te Walhorn in 1699. Neef van Nicolaas Heyendal. Vanaf 1723 novicemeester in Rolduc. Schrijft theologische werken. Vanaf 1738 pastoor te Eupen. Sticht weeshuis en scholen in Eupen. Vanaf 15 oktober 1757 abt van Rolduc. Stimuleert steenkoolwinning. Koopt in 1762 heerlijkheidsrechten, waardoor hij in Kerkrade schout en schepenen mag benoemen. Overleden 10 december 1781.
Petrus Joseph Chaineux 1779 - 1800
(opheffing abdij: 1796)
Geboren te Hendrik-Kapelle op 28 mei 1740. Was geoloog en mijningenieur. Provisor (manager) te Rolduc van 1777-83. Vanaf 1779 abt. Legt steenwegen aan tussen Geilenkirchen en Richterich en tussen Kerkrade-Holz en Heerlen-Valkenhuizen. Aanwezig in Brussel namens Limburg bij de oprichting van de Verenigde Nederlandse Staten op 11 januari 1790. Vertrekt op 20 oktober 1794, na de komst van de Fransen, met enkele kloosterlingen uit de abdij. Ze nemen enige kostbaarheden mee en vestigen zich te Warburg in het bisdom Paderborn aan de andere kant van de Rijn. De abdij wordt in oktober 1796 opgeheven. Overleden 9 juli 1800 te Münster.

Zie ook

Zie de categorie Abbots of Rolduc van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.