Karma

Karma (Sanskriet कर्म van de wortel kṛ, Pāli: Kamma) is een begrip uit het hindoeïsme en het boeddhisme, dat letterlijk vertaald wordt als 'handeling', 'actie' of 'daad'. In zowel het hindoeïsme als het boeddhisme omvat karma de fysieke en mentale acties van een individu die gevolgen hebben voor het leven en volgende levens door middel van reïncarnatie. In het dagelijks gebruik bedoelt men er vaak mee dat alles wat we doen, denken of zeggen weer bij ons zelf terugkomt. Karma gaat dan over zowel de daad als over het gevolg dat uit die daad voortkomt. Strikt genomen echter, verwijst karma alleen maar naar het verrichten van daden, niet naar de gevolgen van die daden. Het gevolg van een daad wordt 'vipāka' genoemd.

Boeddhisme

Concepten
Geschiedenis
Stromingen
Geschriften
Tempels
Devotie
Per land
Termen
Van A tot Z

Karma en zijn gevolg worden gezien als een natuurlijk principe, een wet van "actie en reactie". Er is dus geen god aan het werk die straft of beloont. Een goede daad heeft van nature goede gevolgen, slechte daden hebben van nature slechte gevolgen. Eigenlijk staat de wet van Karman (die het karma regelt) boven het onderscheid van goed en slecht: dus zonder oordeel daarover. Een betere duiding is daarom dat daden met een bepaalde karakteristiek gevolgen van dezelfde karakteristiek veroorzaken.

In de religies die van reïncarnatie uitgaan (boeddhisme, hindoeïsme, jaïnisme) strekt het begrip karma zich uit over het huidige en alle vroegere en latere levens. Het resultaat van de daden die men nú doet, kan in dít leven óf in een volgend leven terugkomen. Hetgeen ons overkomt is het resultaat van een actie die we in het huidige of een vorig leven uitgevoerd hebben, en we zijn in staat om nieuwe daden te verrichten die het resultaat van oude daden beïnvloedt. Ieder individu is door zijn daden zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven, vreugde en pijn. De gehechtheid aan goede zowel als slechte daden houden de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte in stand (samsara). Wanneer men daden uitvoert zonder de gehechtheid aan het gevolg van die daden, dan zijn die daden daardoor gevolgloos. Het bestaande karma werkt dan uit en er komt geen nieuw karma bij. Door ongehechtheid aan de persoonlijke gevolgen van zijn handelingen in al zijn aspecten zal er daarom geen reïncarnatie ('opnieuw vlees worden') meer plaatsvinden. Volgens het boeddhisme stijgt men zo boven het persoonlijk lijden van het leven uit. Dit noemt men "uitblussing" (nirvana).

Karma in het boeddhisme

De Boeddha onderwees het belang van daden of handelingen. Hij noemt zijn eigen leer dan ook soms een 'leer van daden' (kiriyavada). Hij onderwees dat er verschillende soorten handelingen of daden (karma) bestaan.

Het belangrijkste onderscheid wat hij maakt is het onderscheid tussen goede daden en slechte daden. Goede daden leiden tot goede gevolgen, kwade daden leiden tot slechte gevolgen[1]. Een ander belangrijk onderscheid dat hij maakte is de manier waarop we daden uitvoeren: de Boeddha zei dat we dit op drie manieren doen: door middel van het lichaam (lichamelijke daden), spraak (verbale daden) en geest (mentale daden)[2]. Van deze drie daden, zei hij dat de mentale daden het belangrijkste en het meest zwaarwegend zijn[3].

In een meer gedetailleerde lering over wat nu precies goede en slechte daden zijn, geeft de Boeddha een lijst van tien soorten daden die ieder een goede en slechte variant hebben[4]. Hij zegt ook dat hebzucht, haat en onwetendheid de drie hoofdoorzaken van slechte daden zijn, en dat het tegenovergestelde van deze drie dingen (onbaatzuchtigheid, liefde, en de aanwezigheid van kennis en inzicht) de drie hoofdoorzaken van goede daden zijn.

Van belang is ook dat de Boeddha zijn volgelingen niet gebood dat ze 'moesten' geloven dat karma werkelijk bestaat en invloed heeft op het volgende leven: dat geloof liet hij van henzelf afhangen. Wat hij wel deed is de vier zekerheden[5] onderwijzen. Deze komen erop neer dat iemands daden belangrijker zijn dan zijn geloof; als men goede daden verricht, maakt het niet uit of men nu gelooft in een volgend leven of niet.

Vers van Boeddha over karma

Ik ben de eigenaar van mijn daden,
De erfgenaam van mijn daden,
Geboren door mijn daden,
Gerelateerd aan mijn daden.
En leef ondersteund door mijn daden.
Van elke daad die ik verricht,
Goed of slecht,
Daar ben ik erfgenaam van.
Zo zou een monnik steeds weer moeten reflecteren.
Boeddha (Anguttara Nikaya,I.87f)

Karma in het Westen

Het begrip karma werd in het westen geïntroduceerd door de theosofie. In deze "leer van gevolgen" gaat het om de lessen die de ziel in het menselijke leven heeft te leren. Bij de introductie van yoga en meditatietechnieken is het begrip karma verder tot het westen doorgedrongen. Deze technieken worden tevens aanbevolen om het effect van karma te neutraliseren, voor te zijn, of zelfs om gedeeltelijk "karma op te lossen". Als je iets goed deed, krijg je er iets goeds voor terug. En als je echter iets slechts deed, kon je ook iets slechts terug verwachten.

Nederlandse spreekwoorden

In het Nederlands komt het principe van karma tot uitdrukking in spreekwoorden als:

  • Wie goed doet, die goed ontmoet.
  • Boontje komt om zijn loontje.
  • Wie wind zaait, zal storm oogsten
  • Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
  • Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.