Hemochromatose
Hemochromatose, pigmentcirrose, ijzerstapelingsziekte is een stofwisselingsziekte waarbij de opname van ijzer in de darm niet goed kan worden gereguleerd, hetgeen soms leidt tot ijzerstapeling in organen wat na lange tijd (soms ernstige) symptomen kan veroorzaken.
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Hemochromatose
| ||||
Coderingen | ||||
ICD-10 | E83.1 | |||
ICD-9 | 275.0 | |||
OMIM | 235200 602390 606464 604720 604653 | |||
eMedicine | med/975derm/878 | |||
|
De genetische aanleg is niet zeldzaam, maar het komt gelukkig vaak voor dat de ziekte niet tot uiting komt, zie hieronder.
Geschiedenis
In 1865 werd de heriditaire hemochromatose voor het eerst beschreven als een trias van glucosurie, cirrose en hyperpigmentatie. Het was Daniel von Recklinghausen die de term hemochromatose gebruikte, nadat hij opmerkte dat het een ijzerstapelingsziekte betrof.
De oorsprong van de unieke puntmutatie van het HFE-eiwit dat hemochromatose veroorzaakt, is afgaande op genetisch onderzoek waarschijnlijk zo'n 60 à 70 generaties geleden terug te vinden bij de Kelten of de Vikingen.
Etiologie
De puntmutatie van een HLA-gelinkt gen, veroorzaakt een afwijking in het MHCI-proteïne (HFE-eiwit). Dit eiwit vormt een dimeer met het β2-microglobuline ter hoogte van de basolaterale zijde van de enterocyt (darmcel) en ter hoogte van de macrofagen. In de perifere cellen vormt het hoog-affiniteitscomplex met de transferrine-receptor.
Hoe dit leidt tot een 2 à 3 maal verhoogde ijzeropname uit de darm is nog onbekend.
Gevolgen
Door de verhoogde ijzeropname raakt het bloed verzadigd met ijzer. Het ontstane overschot aan ijzer kan niet door het lichaam worden afgevoerd in de urine en wordt vervolgens opgeslagen in enkele organen, bijvoorbeeld de lever, de alvleesklier, gewrichten in handen en voeten, de ogen, etc. Een MRI scan kan soms duidelijk maken welke organen bij de patiënt het overschot aan ijzer bevatten.
De ijzeropstapeling in de cellen veroorzaakt beschadigingen doordat het de aanmaak van bepaalde vetafbrekende moleculen, de zogenaamde vrije radicalen, versterkt.
- In de alvleesklier veroorzaakt het destructie van de β-cellen, met diabetes mellitus en aldus glucosurie (suiker in de urine) tot gevolg
- In de lever veroorzaakt het cirrose
- In de huid zorgt het voor hyperpigmentatie
- In het hartspierweefsel veroorzaakt het hartfalen
- In de hypofyse geeft het aanleiding tot hormoonuitval met gevolgen voor de potentie: erectiele disfunctie
- In de gewrichten veroorzaakt het artrose.
Veelal blijven duidelijke klachten uit tot op latere leeftijd. Niet alle patiënten krijgen alle symptomen.
Diagnose en behandeling
Omdat het ziektebeeld vaak aanvangt met vage klachten zoals vermoeidheidsverschijnselen, kan het soms lang duren alvorens de diagnose wordt overwogen door huisarts of specialist. De diagnose kan met zekerheid gesteld worden door een leverbiopsie te nemen of de puntmutatie via DNA-analyse op te sporen. De diagnose kan worden gesteld door in eerste instantie het transferrinesaturatiepercentage (TS-%) en het ferritine in het bloed te meten - als beide ongewoon hoog zijn is dit een sterke aanwijzing.
Ter behandeling kan men enerzijds zorgen dat het lichaam ijzer verliest door aderlating. Anderzijds kan men de ijzerinname beperken door geen rood vlees of organen te eten en gecontroleerd om te gaan met de vitamine C-inname. IJzer is in een of andere vorm in vrijwel alle voedingsmiddelen aanwezig waardoor er geen echt dieet beschikbaar is. Geregelde aderlating (flebotomie) is doorgaans de meest toegepaste methode om het ijzergehalte te verlagen en op peil te houden. Ook aspirine verhoogt de ijzeropname. Indien de diagnose tijdig wordt gesteld en de behandeling gestart, dan blijven klachten veelal uit.
Prevalentie
Eén op tien blanke Amerikanen is drager van deze puntmutatie. Het is de meest frequente mono-allelische genetisch overdraagbare ziekte bij het blanke ras.
Hoewel het gemuteerde gen vrij algemeen voorkomt, geeft het bij heterozygotie meestal geen aanleiding tot ziekte en zelfs indien het homozygoot voorkomt geeft het bij vrouwen maar in mindere mate aanleiding tot ziekte, omdat vrouwen maandelijks ook wat ijzer verliezen via het menstruatiebloed.
De belangrijkste risicogroep zijn homozygote mannen, vooral als zij overmatig ijzer in hun dieet hebben en er daarnaast belastende factoren aanwezig zijn, zoals overmatig alcoholgebruik. Indien hemochromatose tijdig wordt opgemerkt, bij voorkeur voordat klachten ontstaan, is behandeling vaak heel goed mogelijk.
Ferritinegehalte van het serum is een uitermate belangrijke maatstaf
Ferritine in µg/L (ng/ml) | De betekenis van het ferritinegehalte in het serum |
---|---|
1000 | gevorderde hemochromatose met verhoogde kans op levercirrose |
300 | uiterste waarde voor mannen (flebotomie is nu noodzakelijk) |
200 | uiterste waarde voor vrouwen (flebotomie is nu noodzakelijk) |
150 | verhoogde kans op ijzerstapeling indien ook TS-% hoger dan 40% |
> 100 | nastrevenswaardig indien neiging tot ijzertekort |
< 100 | nastrevenswaardig indien neiging tot ijzerstapeling |
100 | gemiddelde bij gezonde bejaarde mannen |
80 | gemiddelde bij gezonde bejaarde vrouwen |
50 | nastrevenswaardig bij ontijzering door middel van flebotomie |
10-20 | waakzaamheid is geboden om ijzertekort te voorkomen |
Transferrinesaturatiepercentage is een tweede belangrijke maatstaf
ideaal TS-% | verhoogd TS-% |
---|---|
nastrevenswaardig | te vermijden - niet nastrevenswaardig |
20% - 30% | hoger dan 40% - 45% - 50% - 55% - 60% |