Haruna (schip, 1915)

De Haruna (Japans: 榛名) was een slagschip in de Kongoklasse van de Keizerlijke Japanse Marine, tijdens de Pacifische Oorlog in de Stille Oceaan. Ze werd ontworpen door de Kawasaki Shipsbuilding Company te Kobe op 16 maart 1912. Ze werd toen te water gelaten op 14 december 1913 en afgebouwd op 19 april 1915 als pantserkruiser. Later werd ze omgebouwd tot een slagschip in de Kongo-klasse. De "Haruna" werd genoemd naar de berg Haruna, een oude vulkaan in Japan.

Haruna

Geschiedenis

In de Tweede Wereldoorlog verschafte ze daadwerkelijke ondersteuning voor de Japanse invasiestrijdkrachten in Nederlands-Oost-Indië in januari en februari 1942. Nadien uitgaand in de Indische Oceaan, vocht ze samen, tegen de Britse Eastern Fleet, met het Carrier Striking Force in april 1942. De "Haruna" zond een verkenningsvliegtuig uit en vond de HMS Hermes, de Britse carrier met haar begeleidende escorteschepen in de buurt van Ceylon. Daar werden de Britten in de grond geboord door Japanse Marineluchtaanvallen. Daarna nam ze deel in de Slag bij Midway in juni 1942. Toen de vliegdekschepen "Akagi", "Kaga" en "Soryu", door toedoen van de Amerikaanse Navyluchtmacht werden vernietigd, voerde de "Haruna" verder weg met de overgebleven carrier "Hiryu", en verscheidene andere escorteoorlogsschepen. Maar ze werden ontdekt door de Amerikanen. 13 bommenwerpers van de USS Enterprise (CV-6), USS Hornet (CV-8) en die van de USS Yorktown (CV-5), die op de onbeschadigde carriers noodgedwongen moesten landen, doken vanuit de zon tevoorschijn. De "Hiryu" had geen radar, en ook dit keer kreeg het schip geen waarschuwing van de naderende vijandelijke vliegtuigen. Kapitein-ter-zee Tomeo Kaku draaide het schip naar stuurboord toen de bommenwerpers naar omlaag doken. De Amerikanen verloren drie vliegtuigen, door het felle afweervuur en het optreden van de opgestegen Zero's. De "Hiryu" kronkelde van stuurboord naar bakboord en maakte daardoor grote S-cirkels. De "Hiryu" kreeg vier bommen op zijn vliegdek en werd hierdoor beschadigd. Brandend en dikke rookwolken uitspuwend begon de "Hiryu" stil te vallen. Binnen enkele minuten was Yamagutchi's vlaggenschip en nog enige Japanse carrier, een weerloos wrak geworden, opengescheurd door de ontploffingen. De schade was zo duidelijk rampzalig, dat de vliegers van de USS Enterprise afzwenkten en het slagschip "Haruna" gingen bombarderen. Gelukkig voor haar, duurde de aanval niet lang, omdat de Amerikanen wegens bommengebrek en het voorkomen van droogvallende benzinetanks voor de terugkeer, naar hun vliegdekschepen terug moesten keren. Uit dit luchtgevecht kwam de "Haruna" beschadigd uit waar ze in herstelling ging in Kure.

Andere zeeslagen

Na haar herstellingen vertrok ze samen met haar zusterslagschip, de "Kongo" en bestookte ze het Amerikaanse vliegveld Henderson Field op Guadalcanal, op 13 oktober 1942. In de 80 minuten durende aanval schoten beide slagschepen zo'n 900 granaten van 35,6-cm af.

Daarna voerde ze mede slag in de Zeeslag bij de Santa Cruzeilanden eilanden op 25 oktober 1942. Daar nam het Japanse slagschip actief deel, aan de evacuatie van Japanse troepen van Guadalcanal, en vervolgens de Slag om Guadalcanal, waar het een zeeslag werd tussen slagschepen, kruisers en torpedojagers. In 1943 werd haar uitrusting vernieuwd in Kure en kreeg ze een radar. Daarna was ze aanwezig in de Slag in de Filipijnenzee in juni 1944 en dan de Slag bij Samar in oktober 1944. Daar in de zeeslag kreeg ze twee ernstige bominslagen te verwerken.

In de Slag in de Golf van Leyte nam ze deel van admiraal Kuritas Slagschipsmaldeel. Daar werd ze in de strijd, door Navycarriervliegtuigen aangevallen en licht beschadigd. Samen met haar zusterslagschip "Kongo" en het reuzeslagschip "Yamato" beschoot ze de Amerikaanse Task Force van admiraal Clifton Sprague in de Slag bij Samar.

Door een navigatiefout liep het slagschip even later op een zandbank en moest ze in januari 1945 terugtrekken voor reparaties aan haar onderschip. Als de "Haruna" weer in bedrijf werd gesteld, was haar drijfvermogen nog niet helemaal in orde en verslechterde zelfs, zodat ze niet langer in langdurige operaties deelnemen kon. Ze moest terugkeren naar Kure, maar deze maal voor de allerlaatste keer...

Haar einde

De "Haruna" werd aangevallen door Amerikaanse vliegtuigen van de vliegdekschepen USS Intrepid (CV-11), USS Wasp (CV-18) en de USS Shangri-La (CV-38), van Task Force 38 en B-24 Liberator-bommenwerpers van de U.S. Air Force, terwijl ze te Kure op 28 juli 1945, op haar ligplaats in de haven, tot zinken werd gebombardeerd.

De aanval op de Haruna

Om 08.00 u begon de aanval die duurde tot 17.00 u. Rond 13.00 u kwamen nog eens 70 U.S.A. Air Forcebommenwerpers van de 7e Air Force's 11e Bomber Group en andere groepen die hun basis op Youtan Air Bases, op Okinawa hadden, om het bewuste schip en andere scheeps- en havendoelen te bombarderen.

Het slagschip deed nog een poging om te vertrekken, maar kon haar beide voor- en achterankers niet inhalen. Het belaagde slagschip "Haruna" kreeg tonnen water binnengestroomd en zonk omstreeks 16.15 u op haar aanmeerplaats, waarvan haar boeg tot midships, en haar ernstige beschadigde bovenbouw, nog boven water uitstaken, met een bakboordslagzij, op de ondiepe havenbodem nabij de havenpier, op positie 34°15' N. en 132°29' O. Bij deze laatste, geallieerde aanval op het oorlogsschip, verloren 65 manschappen het leven. Op 8 oktober 1945 lag ze nog altijd op de havenbodem, waarna ze definitief als verloren werd beschouwd en geschrapt van de Marinelijst op 20 november 1945. Het wrak van de "Haruna" werd gelicht en daarna gesloopt.

Bevelhebbers

  • Chef Uitrusting Officier – Kapt. Kajihiro Funakoshi – 15 december 1914 – 19 april 1915
  • Kapt. Kajihiro Funakoshi – 19 april 1915 – 13 december 1915
  • Kapt. Mitsuzo Nunome – 13 december 1915 – 1 december 1916
  • Kapt. Saburo Hyakutake – 1 december 1916 – 15 september 1917
  • Kapt. Naomi Taniguchi – 15 september 1917 – 1 december 1917
  • Kapt. Tsuneha Sano – 1 december 1917 – 20 december 1919
  • Kapt. Shokichi Oishi – 20 december 1919 – 20 november 1920
  • Kapt. Heishiro Omi – 20 november 1920 – 20 november 1921
  • Kapt. Kichiji Ueda – 20 november 1921 – 1 juli 1922
  • Kapt. Takeshi Koyama – 1 juli 1922 – 10 november 1922
  • Kapt. Hatsuji Mori – 10 november 1922 – 1 december 1922
  • Kapt. Chikaharu Koizumi – 1 december 1922 – 1 december 1923
  • Kapt. Kesaichi Hitsuda – 1 december 1923 – 15 april 1924
  • Kapt. Wataru Ugawa – 15 april 1924 – 1 september 1924
  • Kapt. Hiroaki Tamura – 1 september 1924 – 1 december 1924
  • Kapt. Naokata Kondo – 1 december 1924 – 10 juli 1925
  • Kapt. Kiyoshi Ishikawa – 10 juli 1925 – 1 december 1926
  • Kapt. Rokuya Mashiko – 1 december 1926 – 1 december 1927
  • Kapt. Iwajiro Torin – 1 december 1927 – 28 december 1927
  • Kapt. Kizo Isumi – 28 december 1927 – 10 december 1928
  • Kapt. Akira Goto – 10 december 1928 – 30 november 1929
  • Kapt. Jugoro Arichi – 30 november 1929 – 10 februari 1931
  • Kapt. Minoru Sonoda – 10 februari 1931 – 1 december 1931
  • Kapt. Tokutaro Sumiyama – 1 december 1931 – 15 november 1932
  • Kapt. Eikichi Katagiri – 15 november 1932 – 15 november 1933
  • Kapt. Shunzo Mito – 15 november 1933 – 16 april 1935
  • Kapt. Yasutaro Iwashita – 16 april 1935 – 28 oktober 1935
  • Kapt. Jisaburo Ozawa – 28 oktober 1935 – 1 december 1936
  • Kapt. Seiichi Ito – 1 december 1936 – 15 november 1937
  • Kapt. Kenshiro Oshima – 15 november 1937 – 9 maart 1938
  • Kapt. Junichi Mizuno – 9 maart 1938 – 15 juli 1938
  • Kapt. Risaburo Fujita – 15 juli 1938 – 18 mei 1939
  • Kapt. Shoji Nishimura – 18 mei 1939 – 1 november 1940
  • Kapt. Susumu Kimura – 1 november 1940 – 20 augustus 1941
  • Kapt. / RADM Tamotsu Takama – 20 augustus 1941 – 20 juni 1942 (Bevorderd tot schout-bij-nacht op 1 mei 1942.)
  • Kapt. / RADM Keishi Ishii – 20 juni 1942 – 14 juni 1943 (Bevorderd tot schout-bij-nacht op 1 mei 1943.)
  • Kapt. Nobuei Morishita – 14 juni 1943 – 25 januari 1944
  • Kapt. / RADM Kazue Shigenaga – 25 januari 1944 – 20 december 1944 (Bevorderd tot schout-bij-nacht op 15 oktober 1944.)
  • Kapt. Matake Yoshimura – 20 december 1944 – 28 juli 1945 (Einde van de "Haruna")

Haruna

  • Klasse en Type: Kongoklasse – slagschip Keizerlijke Japanse Marine
  • Georderd: 1911
  • Gebouwd: 16 maart 1912
  • Te water gelaten: 14 december 1913
  • In dienst gesteld: 19 april 1913
  • Verloren: Tot zinken gebracht door Amerikaanse vliegtuigen op haar aanlegplaats in Kure Marine Basis op 28 juli 1945
  • Geschrapt: Gelicht en geschrapt op 2 december 1946 – 14 februari 1948;

Technische gegevens

  • Waterverplaatsing: 36.600 ton
  • Lengte: 222 m
  • Breedte: 31 m
  • Diepgang: 9,70 m
  • Vermogen: Stoom turbines, 4 schroeven
  • Snelheid: 30 knopen (55 km/h)
  • Reikwijdte: 9.500 zeemijl aan 14 knopen (17.600 km aan 25 km/h)
  • Bemanning: 1.360 manschappen

Bewapening

Literatuur

  • R. A. Burt: Japanese Battleships 1897-1945. Arms and Armour Press, ISBN 0-85368-758-7
  • Jane´s Publishing Company, 1919: Jane´s Fighting ships of World War 1, Studio Editions, London 1990 ISBN 1-85170-378-0

& Maritimequest.com: Haruna Foto galerij

Zie de categorie Haruna (ship, 1915) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.