Soryu (schip, 1937)

De Soryu (Japans: 蒼龍, Sōryū, ("blauwe (of groene) draak") was een vliegdekschip van de Japanse Keizerlijke Marine, tijdens de Tweede Wereldoorlog, en voornamelijk in de Pacifische Oorlog. Ze nam deel aan de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 en werd later tot zinken gebracht op 4 juni 1942 tijdens de Slag bij Midway.

Sōryū
Sōryū

Geschiedenis

De "Soryu" werd op de marinewerf te Kaigun Kosho, Kure, Japan gebouwd, waarna ze van stapel liep op 21 december 1935. Op 29 december 1937[1] werd zij opgedragen aan de vloot. In tegenstelling tot sommige andere eerder gebouwde carriers, welke werden herbouwd op een kruiserconstructie, werd de "Soryu" vanaf het begin ontworpen als een vliegkampschip. Met een snelheid van ongeveer 35 knopen, was ze het snelst varende vliegdekschip van de wereld.

Tweede Wereldoorlog

Na de deelname op de aanval op Kanton, China in 1938, werd de "Soryu" op 7 december 1941, als ondersteuningsdeelname, de Kido Butai (Striking Force), van zes vliegdekschepen, bij de aanval op Pearl Harbor ingezet. De "Soryu" stond onder bevel van kapitein-ter-zee Ryusaku Yanagimoto. Haar vliegtuigen werden mede gelanceerd, en tegen de Amerikaanse vloot in Oahu, ingezet. Haar toestellen vielen vervolgens de USS Nevada (BB-36), USS Tennessee (BB-43) en de USS West Virginia (BB-48) aan met bommen en de USS Utah (AG-16), USS California (BB-44) en USS Raleigh (CL-7) met torpedo's, alsook op de grond gestationeerde vliegtuigen op Barbers Point. "Soryu"'s tweede aanval was weer gericht tegen de USS California en USS Raleigh. Haar vliegtuigen vernielden eveneens de vliegbasis Kaneohe en de haveninstallaties.

Aansluitend vlogen haar aanvalsvliegtuigen, tussen 21 en 23 december, verscheidene aanvallen uit tegen Wake eiland. In januari 1942 ondersteunde ze vervolgens de landingen op Palau en Ambon. Op 19 februari 1942 werden van hieruit luchtaanvallen op Darwin in Australië doorgevoerd. In maart 1942 was ze bij de Slag in de Javazee aanwezig. Daar vernietigde ze de Amerikaanse olietanker "Pecos".

In de loop van april 1942 nam de "Soryu" aan de aanval in de Indische Oceaan deel, bij o.a. tegen de marinebasis van de Royal Navy op Ceylon op 5 april 1942, waar aanvallen werden uitgevoerd tegen de kruisers HMS Cornwall en HMS Dorsetshire die tot zinken werden gebracht. Op 6 april brachten haar vliegtuigen tevens het Britse vliegdekschip HMS Hermes en haar escorterende Australische torpedojager HMAS Vampire tot zinken.

Na de, van de USS Hornet (CV-8) en begeleidende USS Enterprise (CV-6) opgestegen B-25 Mitchell-bommenwerpers, van de Doolittle Raid op Tokio op 18 april 1942, achtervolgde de "Soryu" de Amerikaanse vliegdekschepen, maar zonder succes.

Slag bij Midway

Op 27 mei 1942 lag de "Soryu" ter voorbereiding op de aanval op Midway in de Baai van Hiroshima, Japan, samen met drie andere vliegdekschepen, de "Akagi", het vlaggenschip van admiraal Nagumo, de "Kaga", haar zusterschip en de "Hiryu". Ze werden mede ondersteund door een geweldige oorlogs- en invasievloot. Na de uitvoerige feestelijkheden aan boord van de "Yamato", georganiseerd door de vlootadmiraal Yamamoto, vertrok de vloot op 28 mei, uit de Baai van Hiroshima, toegejuicht door de plaatselijke bevolking en hun befaamde "Banzai"kreten. De "Soryu" was mede een van de belangrijkste vlootonderdeel, waarvan deze enorme invasievloot, na drie uren uiteindelijk de baai verlaten had.

In juni van 1942 was de "Soryu" een van de vier vliegdekschepen, met admiraal Chuichi Nagumo's Eerste Vlagvliegdekschip, de "Akagi", Kido Butai (Striking Force), in de Slag bij Midway. "Soryu"'s volledige vliegtuigenbestand was 21 Mitsubishi A6M Zero-jagers, 21 Aichi D3A "Val"-duikbommenwerpers en 21 Nakajima B5N "Kate"-torpedobommenwerpers. Op 4 juni 1942 lanceerde ze haar vliegtuigen tegen de Amerikaanse basis Midway.

Om 10.25 uur, terwijl ze haar vliegtuigen opmaakte voor een lancering tot een eerste aanval op de Amerikaanse vliegdekschepen, werd ze aangevallen door dertien Douglas SBD Dauntless-bommenwerpers van de USS Yorktown (CV-5). De "Soryu" kreeg drie bomtreffers van 500-kg bommen op haar dekken. Eén drong door tot het lager gelegen hangaardek, en de andere twee explodeerden in het bovenhangaardek. Eskaderleider-luitenant-vlieger Lou Hendersons' Dauntless werd door een granaatscherf getroffen en vloog in brand. Henderson zelf was dodelijk gewond en met zijn bom nog bij, stortte hij op het vliegdek. Aan dek vloog alles in brand en explosies volgden elkaar razendsnel op. Luitenant-commandant-vlieger Clarence McClusky van de USS Enterprise, samen met de vliegers van de USS Hornet, namen voordien de "Akagi" en de "Kaga" voor hun rekening. De "Akagi", "Kaga" en de "Soryu" stonden alle in brand.

Oorzaak

Tijdens de aanval op Midway hadden de Japanse verkenners de Amerikaanse vliegdekschepen nog niet gevonden. Daarom besloot admiraal Nagumo alle vliegtuigen, op al de vliegdekschepen, opnieuw met bommen te bewapenen. Er werd een haastige wisseling uitgevoerd met het resultaat, dat alle torpedo's en benzinevaten nog op het dek stonden. Daarna had een verkenner tóch de USS Yorktown ontdekt. Wéér moesten de vliegtuigen herbewapend worden en wéér moesten de bommen verwijderd worden en de torpedo's gehermonteerd. Op de "Soryu" was de situatie zenuwachtig, vooral voor de dekbemanning, die zich in het zweet werkten, om alles op tijd klaar te krijgen. Nagumo beval de "Soryu" een verkenner te sturen, om uit te maken hoeveel vliegdekschepen er waren. Bij de twee vorige, mislukte aanvallen – waaronder die van John Waldron – waren veel Amerikaanse toestellen en die konden niet allemaal van één vliegdekschip opgestegen zijn. Vliegtuigen vanuit Midway hadden hen ook aangevallen, maar de vliegdekschepen hadden toen geen enkele schade opgelopen. Tijdens de derde aanval werden bijna alle Japanse vliegdekschepen tegelijkertijd getroffen, met uitzondering van de "Hiryu".

Soryu's einde

Aan boord van de "Soryu", het derde doelwit van de Amerikaanse bommenwerpers, was de verwoesting zo mogelijk nog groter dan aan boord van de "Kaga". De dertien Amerikaanse USS Yorktown-Dauntless-duikbommenwerpers hadden de "Soryu" tot hun doelwit gemaakt, terwijl de Japanse opvarenden op de brug naar de bommen keken die op de "Akagi" en "Kaga" vielen. Drie bommen troffen het schip kort na elkaar, en in minder dan geen tijd stond het hele vliegdek in brand. Ook door het neerstorten van Hendersons' vernietigde toestel. Mogelijk werd de "Soryu" nog vaker geraakt, maar in het lawaai van de explosies van de aan dek opgeslagen munitie en benzinevaten, was dat niet te horen. Het gebeurde allemaal zo snel, dat de meeste manschappen aan boord van de "Soryu" geen waarschuwing kregen. Ze waren allemaal gefixeerd en vol ongeloof, wat er op dit ogenblik gebeurde op de andere vliegdekschepen. Op de onderdekken en het vliegdek was het één ravage. Hetzelfde scenario gebeurde als op de "Kaga" en de "Akagi". Overal ontploften op verschillende plaatsen op de dekken benzinevaten, bommen en torpedo's. Volgetankte en bewapende vliegtuigen ontploften eveneens door de vuurhaarden. En hier vielen ook vele slachtoffers. Ook hier lagen gewonden en verbrande matrozen en dekpersoneel te kermen door hun opgelopen verwondingen.

Omstreeks 10.40 uur stopten de machines en luisterde het schip niet meer naar het roer. Een geweldige ontploffing onderdeks van de "Soryu", deed een groot deel van de bemanning in zee terechtkomen. Andere matrozen die in brand stonden, sprongen in zee. De torpedobootjagers "Hamakaze" en "Isokaze", die rondom het brandende vliegdekschip cirkelden, pikten zoveel mannen uit het water op als ze konden. Deze geweldige ontploffing doodde zeer veel Japanners. Door de luchtverplaatsing onderdeks, sloegen vele van hen tegen de verschansingen en opbouw te pletter, anderen werden levend verbrand en anderen werden uiteengereten door de explosie. Dit was ook te wijten aan de in de haast neergezette bommen en benzinevaten. Kapitein-ter-Zee Ryusaku Yanagimoto, de gezagvoerder van de "Soryu", deed zijn uiterste best zijn brandende vliegdekschip te behouden, maar het vuur verspreidde zich snel over het hele schip. Door de aanhoudende explosies onder- en bovendeks, begreep hij dat er niets meer aan te doen was, de "Soryu" nog te redden. Na aarzeling beval hij om het schip te verlaten.

Commandant Yanagimoto was zelf vastbesloten, zich aan de traditie te houden en met het schip onder te gaan en hij bleef post vatten op de commandobrug. Yanagimoto was een van de populairste officieren van de Japanse marine, en zijn manschappen wilden hem geen harakiri laten plegen. Voor ze zich langs touwen naar de wachtende torpedobootjagers lieten glijden, stuurden ze de sterkste van hen, bootsman Abe, die worstelkampioen was, naar de kapitein om met hem te praten. Zo nodig moest Abe de kapitein met geweld in veiligheid brengen. Maar toen Abe op de brug kwam, stond Yanagimoto met zijn Samuraizwaard in de hand tegen de achtergrond van de vlammen. Dat zicht bracht de bootsman in verwarring. Abe zei tegen zijn commandant: Kapitein, ik ben gekomen om u in veiligheid te brengen. De mannen wachten. Gaat u alstublieft met mij mee! Yanagimoto antwoordde niet en zijn strenge vastberaden blik in zijn ogen en het zwaard waren voldoende om Abe ervan af te doen zien hem aan te raken. De bootsman draaide zich om en zonder zijn kapitein verliet hij de brandende "Soryu".

De minuten verstreken en de brandende "Soryu" zakte dieper weg in zee. Op de "Mikigumo", een van de begeleidende escort-torpedojagers, begon iemand het Japans volkslied te zingen. Anderen vielen in, en men zegt dat ze Yanagimoto, nog steeds op de commandobrug aanwezig, konden horen meezingen. Om 19.13 uur, toen het gezang nog weerklonk, dook de achtersteven van de "Soryu" naar omlaag en de boeg rees torenhoog boven water. Heel even bleef het schip in die stand staan, terwijl tegelijkertijd allerhande verbrande vliegtuigen en ander verbrand materiaal naar beneden stortten. Toen gleed de "Soryu" in die stand, rond 19.15 uuur, met commandant Yanagimoto nog aan boord, volledig weg naar de diepte van de Stille Oceaan.

Balans

Met de ondergang van de "Soryu" gingen 711 manschappen verloren, met een algemene manschappenbestand van 1103 man, inbegrepen kapitein-ter-zee Yanagimoto. Ze had een van de dodelijkste percentages, in een korte tijdspanne, van alle Japanse vliegdekschepen, die verloren gingen in de Slag bij Midway. Dat was te wijten aan een veelomvattend en tot de verwoesting behorend dodental, in beide hangardekken en het vliegdek zelf.

Soryu

  • Klasse: Soryu-klasse
  • Type: Vliegkampschip Keizerlijke Japanse Marine
  • Werf: Kaigun Kosho, Kure, Japan
  • Gebouwd: 20 november 1934
  • Te water gelaten: 23 december 1935
  • In dienst gesteld: 29 december 1937
  • Verloren: 4 juni 1942 – Tot zinken gebracht door vliegtuigaanval in de Slag bij Midway

Technische gegevens

  • Lengte: 728 voet – 222 m
  • Breedte romp: 70 voet – 21,3 m
  • Breedte vliegdek: 26 m
  • Diepgang: 24 voet – 7,44 m
  • Waterverplaatsing: 15.900 ton (standaard) – 19.500 (volgeladen)
  • Machines: Geared stoomturbines – 4 schroeven – 2 roeren
  • Vermogen: 152.000 pk (113 MW)
  • Snelheid: 34,5 knopen (63,9 km/h)
  • Manschappen: 1103 man

Bewapening

  • 12 x 5-inch (12,7-cm) L/40 (120-mm DP kanonnen (tweevoudige-doelgeschut)
  • 26 x 25-mm luchtafweerkanonnen
  • 15 x 13.2-mm snelvuurkanonnen
  • Vliegtuigen: 57(+16) – Mitsubishi A6M "Zero" – Aichi D3A "Val" – Nakajima B5N "Kate"
Zie de categorie Sōryū (ship, 1937) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. Jentschura, Hansgeorg; Jung, Dieter & Mickel, Peter (1977). Warships of the Imperial Japanese Navy, 1869–1945. Annapolis, Maryland: United States Naval Institute.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.