Slag bij Midway

De Slag bij Midway is een zeeslag die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond op 4 juni 1942 tussen Japan en de Verenigde Staten. De slag bij het atol Midway wordt door veel historici beschouwd als een keerpunt in de oorlog in de Grote Oceaan. Na de slag raakte de Japanse Keizerlijke Marine langzamerhand haar overwicht kwijt en kwam in het defensief terecht.

Slag bij Midway
Onderdeel van de Tweede Wereldoorlog
Datum4 juni - 7 juni 1942
LocatieMidway
ResultaatAmerikaanse strategische en tactische overwinning
Strijdende partijen
 United States Navy  Japanse Keizerlijke Marine
Leiders en commandanten
Frank Jack Fletcher
Raymond Spruance
Chester Nimitz
Chuichi Nagumo
Isoroku Yamamoto
Troepensterkte
Drie vliegdekschepen,
±50 ondersteunende schepen
Vier vliegdekschepen,
±150 ondersteunende schepen
Verliezen
1 vliegdekschip,
1 destroyer,
307 doden
4 vliegdekschepen,
1 kruiser,
3.057 doden
Scheepsbewegingen tijdens de Slag bij Midway
Grote Oceaan

Pearl Harbor · Ambon · Marshall- en Gilberteilanden · Javazee (1) · Javazee (2) · Singapore · Doolittle · Koraalzee · RY · Aleoeten · Midway · Guadalcanal · Golf van Leyte · Iwo Jima · Okinawa

Achtergrond

Nadat de Verenigde Staten op 7 december 1941 door de aanval op Pearl Harbor direct betrokken raakten bij de gevechtshandelingen van de Tweede Wereldoorlog, begon de strijd met het Japanse Keizerrijk om de heerschappij over de Grote Oceaan. De Japanners rukten geleidelijk op in de richting van Australië & India en veroverden een gebied dat zich uitstrekte van Birma tot de Solomonseilanden. Na de Doolittle Raid op 18 april 1942 vonden de Japanners het noodzakelijk om hun greep op het noordelijke en centrale deel van de Grote Oceaan te verstevigen. Tevens hadden zij er belang bij om de Verenigde Staten in deze vroege fase van de oorlog tot een vredesakkoord onder Japanse voorwaarden trachten te dwingen. Hoe langer de oorlog duurde, hoe meer de Verenigde Staten hun immense industriële macht konden ontplooien waardoor op lange termijn de krijgskansen zouden keren. Daartoe werd een gelijktijdige aanval ingezet op de Aleoeten (zie slag om de Aleoeten) en het Amerikaanse eiland Midway. De aanval op de strategisch onbelangrijke, slecht bereikbare en dunbevolkte Aleoeten was een poging om de Amerikanen te misleiden en middelen en schepen weg te lokken van Midway; deze opzet mislukte. De Japanse bewegingen en aanvallen werden door de Amerikanen voorzien en verwacht, omdat ze de communicatiecode van de Japanse marine (JN-25) hadden gekraakt en zij hierdoor de juiste strategische, tactische en operationele beslissingen konden nemen.

Na de grote successen van de Japanse Keizerlijke Marine stond alleen het geïsoleerde atol Midway, door Amerikaanse soldaten bewoond, een invasie van Hawaï in de weg. De Amerikaanse marine was dus genoodzaakt de aanval op Midway af te slaan en daarmee ook de aangenomen onoverwinnelijkheid van de Japanse Keizerlijke Marine te ontkrachten.

Admiraal Yamamoto

De Japanners beschikten over een vloot van zestien onderzeeërs, vier vliegdekschepen, acht slagschepen, vier kleinere schepen en twaalf transport- en bevoorradingsschepen. De zestien onderzeeërs voeren voor de vloot uit en moesten, als ze Amerikaanse schepen tegenkwamen, die zo mogelijk en opportuun aanvallen met torpedo's maar zeker de posities doorgeven. Zij waren vooral op zoek naar de Amerikaanse vliegdekschepen die aan de vernietigende aanval op Pearl Harbour een half jaar eerder waren ontkomen door hun afwezigheid in de haven op dat moment. De volledige Japanse vloot stond onder het bevel van Admiraal Yamamoto. De vier Japanse vliegdekschepen van de vloot waren de Kaga, Akagi, Soryu en de Hiryu en ze hadden 250 vliegtuigen ter beschikking. De Akagi was het vlaggeschip van het eskader vliegdekschepen dat onder het bevel stond van admiraal Nagumo. De roepnaam van dit eskader geduchte vliegdekschepen en hun destroyers was de Kido Butai. De vliegtuigen van de Kido Butai moesten de militaire installaties op Midway bombarderen en bovenal de Amerikaanse vliegdekschepen trachten te vernietigen waardoor de Japanners het absolute overwicht in de lucht zouden veroveren. De twaalf transport- en bevoorradingsschepen kwamen onder begeleiding achter en vervoerden meer dan vijfduizend Japanse mariniers. Die werden vergezeld door twee slagschepen, zes grote slagschepen en wat kleinere schepen. Hun taak was om de mariniers aan land te zetten op Midway en ze eventueel te ondersteunen met artillerievuur. De Japanners hielden nog zeven slagschepen met een klein vliegdekschip achter de hand als reserve.

Admiraal Nimitz

Hiertegenover hadden de Amerikanen drie vliegdekschepen, de USS Enterprise, USS Hornet en de USS Yorktown. Verder beschikten ze over verschillende lichtere slagschepen, maar die zouden geen partij vormen voor de Japanse marine. De hele vloot opereerde onder het oppercommando van Admiraal Nimitz die zich in het hoofdkwartier van de marine op Pearl Harbour bevond. Admiraal Nimitz had een manier van leidinggeven waarbij hij grote vrijheid schonk aan zijn ondergeschikten. De operationele leiding van de Amerikaanse schepen was in handen gegeven van Admiraal Fletcher vanop de Yorktown. Het was ook Admiraal Jack Fletcher geweest die de Amerikaanse vloot leidde tijdens de Slag in de Koraalzee een maand eerder.

Het grootste voordeel waarover de Amerikanen beschikten was het bezit van de atol Midway zelf, waar 115 gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers gevechtsklaar stonden. De Amerikanen beschikten op Midway en op hun schepen over eerste generatie radars die tot ongeveer 100km ver reikten. De Japanners hadden geen radar.

Strijd

Op 4 juni 1942 (In de VS) vroeg in de morgen, begon de slag bij Midway. De Japanse admiraal Chuichi Nagumo viel aan bij zonsopgang. Om 4u30 liet hij de helft van zijn vliegtuigen opstijgen. De andere helft hield hij in reserve en was bewapend met torpedo's om Amerikaanse vliegdekschepen aan te vallen zodra deze zouden worden ontdekt. De Japanse piloten waren ervaren en gehard door de strijd die Japan de vorige maanden had geleverd in de zuidelijke stille oceaan. De Japanse vliegtuigen bombardeerden het eiland Midway van 6u30 tot 6u50, 20 minuten lang, en richtten aanzienlijke schade aan de grondinstallaties maar niet voldoende om de banen onbruikbaar te maken. De Amerikanen verloren vijftien jachtvliegtuigen hoofdzakelijk verouderde Brewster Buffalo's die het eiland verdedigden. De Japanse aanvallers verloren dertig vliegtuigen, de meesten hiervan neergehaald door luchtafweergeschut. De radars en verkenningsvluchten door Consolidated PBY Catalinas hadden de Amerikanen geholpen bij de exacte detectie van het tijdstip van de aanval, waardoor alle Amerikaanse vliegtuigen van Midway konden opstijgen voor de Japanse aanval het eiland bereikte. De Amerikaanse bommenwerpers zetten op hun beurt koers in de richting van de Japanse vliegdekschepen. Het ging om diverse eskaders die hun aanvallen in verschillende opeenvolgende golven zouden inzetten. Er waren de bommenwerpers Boeing B-17 Flying Fortress die vanop grote hoogte opereerden, onbereikbaar voor de Japanse jagers & luchtafweer, maar die daardoor minder precies waren. Er waren Douglas TBD-1 Devastator torpedo-vliegtuigen, Dauntless duikbommenwerpers en enkele Martin B-26 Marauders allen zonder begeleiding van jachtvliegtuigen. Een Amerikaans verkenningsvliegtuig vond ondertussen twee van de vier Japanse vliegdekschepen en rapporteerde de positie en de koers. De verkenningsvluchten van de Japanners waren gebrekkig en misten de Amerikaanse vliegdekschepen die veel dichter bij waren dan Nagumo veronderstelde. Dit gebrek aan kennis bracht hem tot een beslissing die nadien noodlottig bleek te zijn. Hij liet namelijk de tweede helft van zijn vliegtuigen van bewapening wisselen, landbommen om Midway nogmaals te bombarderen vervingen de torpedo's. Dit was een controversiële beslissing die verzet genereerde bij enkele van zijn officieren. Maar autonome actie en verzet tegen beslissingen van oversten, was ongewoon en niet aanvaard in de hiërarchische bevelvoering van de Japanners. Rond diezelfde tijd stegen 116 vliegtuigen op van de drie Amerikaanse vliegdekschepen, verschillende eskaders samengesteld uit trage Douglas TBD-1 Devastator torpedo-vliegtuigen, Dauntless duikbommenwerpers en begeleidende Grumman F4F Wildcat jachtvliegtuigen.

Terwijl de Japanners bezig waren met wisselen van bewapening, detecteerde een Japans patrouillevliegtuig uiteindelijk toch de Yorktown en verzond meteen een bericht. Het was ondertussen 8u30 wanneer Nagumo besloot om het Amerikaanse vliegdekschip aan te vallen. Hij veranderde van koers in noordoostelijke richting teneinde de afstand te dichten en gaf orders om opnieuw van bewapening wisselen. De diverse wissels van bewapening zorgden er voor dat deze chaotisch verliepen. Vooral het veilig opbergen van de afgetuigde bommen en torpedo's gebeurde niet meer bij gebrek aan tijd en de dekken lagen er vol mee. Door de koerswijziging van Nagumo miste een deel van de Amerikaanse vliegtuigen, vooral torpedobommenwerpers van het Amerikaanse vliegdekschip de Hornet de Japanse schepen en de vliegtuigen keerden volledig bewapend, zonder een bom of torpedo te lossen, terug naar de Hornet. Nagumo zat met de bijkomende complicatie dat hij tegelijk de vliegtuigen en piloten die de aanval op Midway gedaan hadden, moest zien te recupereren rond 9 uur, herladen en hertanken waarvoor drie kwartier nodig was, tijd die hij eigenlijk niet meer had. De beslissing om ofwel eerst het Midway eskader te recupereren, ofwel het andere deel van zijn vliegtuigen te herbewapenen en de snellere aanval te lanceren had hij Nagumo al rond 8 uur moeten nemen. Deze snelle aanval zou tot gevolg gehad hebben dat een groot aantal Midway aanvallers hoogstwaarschijnlijk niet hadden kunnen landen en in zee waren terecht gekomen bij gebrek aan brandstof. Nagumo had gekozen voor de conservatieve, meest logische en doctrinaire optie welke was om trachten te recupereren en dan juist gebalanceerd en op volle kracht de aanval op de Yorktown in te zetten. Tijdens het recupereren van de aanvallers van Midway werden de bovenste dekken bezet en bleef de tegenaanval in wacht. Tijdens de Amerikaanse aanvalsgolven nadien monopoliseren dan weer de jagers die de verdediging van de vloot verzorgden de landingsdekken onder meer ook omdat de mitrailleurs en kanonnen van de jagers permanent moesten herlaad worden. In diverse kleine, maar voortdurende golven, lukte het de Amerikanen om de Japanners te vinden en aan te vallen, eerst de groepen bommenwerpers van Midway tussen 8 en 8u45, nadien de torpedovliegtuigen van Yorktown en Enterprise de een na de ander vanaf 9u15. Hierdoor moest Nagumo zijn tegenaanval in de richting van het gelokaliseerde Amerikaanse vliegdekschip alsmaar uitstellen. Het moet hem ook duidelijk geweest zijn dat deze voortdurende aanvalsgolven onmogelijk van de Yorktown alleen konden komen en dat er meer Amerikaanse vliegdekschepen moesten zijn. Omdat vooral de laag en traag vliegende Amerikaanse torpedovliegtuigen onvoldoende werden geëscorteerd door eigen jagers, werden ze succesvol neergehaald door de snelle en wendbare Japanse Mitsubishi A6M Zero-jagers. De Amerikaanse piloten hadden minder ervaring dan hun Japanse tegenstanders en hun aanvallen geraakten amper bij de schepen, laat staan dat ze ze konden treffen. Er gingen veel vliegtuigen en piloten verloren. De slachting onder de Douglas TBD-1 Devastators was zo groot dat deze na de slag van Midway bijna niet meer werden ingezet en snel vervangen werden door betere en modernere Grumman TBF Avenger torpedobommenwerpers. Het lukte Amerikaanse B17 bommenwerpers van Midway evenmin om effectief treffers te plaatsen op de Japanse vliegdekschepen. Nagumo waande zich al winnaar van de strijd: hij had Midway een zware slag toegediend, veel Amerikaanse vliegtuigen neergeschoten, alle aanvallen van de Amerikanen afgeslagen en stond op het punt een eigen aanvalsgolf te kunnen lanceren in de richting van de Amerikaanse vliegdekschepen. Tegelijk bleek dat de ervaring van zijn piloten, hun samenwerkingsverbanden en kwaliteit van het gebruik van hun toestellen superieur was.

Tussen 10u22 en 10u26, in een tijdspanne van 4 minuten, veranderde de situatie dramatisch. De Japanse Zero jagers die hun vliegdekschepen zo succesvol verdedigden, waren allen afgedaald tot geringe hoogte naar de sectoren waar de onfortuinlijke Amerikaanse torpedo-vliegtuigen hun aanvallen plaatsten, sommige Zero's waren geland omdat ze zonder brandstof zaten en bezetten zo de hoogste dekken. Op de lagere dekken prepareerden en herbewapenden de Japanners ondertussen vliegtuigen wachtend op herlancering. Bijna uit het niets verschenen er vanuit het zuiden 31 Amerikaanse Dauntless-duikbommenwerpers van het vliegdekschip de Enterprise hoog boven de Japanse schepen. Deze Amerikaanse duikbommenwerpers hadden in eerste instantie een foute koers genomen maar door een juiste beoordeling van de situatie door hun leidende piloot Lt. C. Wade McClusky, waren zij via een zuidelijke bocht toch bij de Japanse vloot uitgekomen, met het geluk dat nodig is om een zeeslag te winnen, onverwacht, onopgemerkt en op het perfecte moment. Door de strijd die zich het afgelopen anderhalf uur op lage hoogte had plaatsgevonden rond de gedecimeerde Amerikaanse vliegtuigeskaders, konden de Dauntless bommenwerpers volledig ongehinderd hun duikvluchten maken en hun dodelijke projectielen plaatsen. De piloten die deze duikbommenwerpers bemanden hadden de maand voordien ook meegedaan aan de slag om de Koraalzee en waren de beste en meest ervaren van de Amerikaanse piloten.

Door een misverstand vielen alle 31 vliegtuigen in groep het kansloze vliegdekschip Kaga aan; alleen drie in laatste instantie van dit eskader afgesplitste vliegtuigen plaatsten hun bommen op Nagumo's vlaggeschip de Akagi. Slechts vijf bommen in totaal troffen doel, vier op de Kaga en één op de Akagi maar dit bleek genoeg. De scheepsdekken van de Japanse vliegdekschepen lagen vol met bommen, torpedo's en brandstofvaten en stonden vol startensklare volbewapende vliegtuigen waardoor de impact van de Amerikaanse treffers exponentieel was. Al snel stonden de Kaga en Akagi in lichterlaaie.

Een minuut hierna arriveerden op dezelfde manier van de noordkant zeventien duikbommenwerpers van de Yorktown. Ze bombardeerden het derde Japanse vliegdekschip, de Soryu. Het schip werd getroffen door drie bommen en moest hierna al snel worden verlaten. Later werd het tot zinken gebracht door een Amerikaanse onderzeeër. De gelijktijdige aanval binnen een tijdspanne van enkele minuten van de duikbommenwerpers van Entreprise & Yorktown was toeval. De Hiryu, het zusterschip van de Soryu, zat net onder een wolk en haar ligging was iets verder noord waardoor de Hiryu aan de aanval van de duikbommenwerpers ontsnapte.

De brandende Yorktown
De brandende en zinkende Hiryu

De korte, hevige en voor de Japanners fatale aanval van de Amerikaanse duikbommenwerpers was voorbij. De Kido Butai had drie van de vier vliegdekschepen verloren. Nagumo liet onmiddellijk 40 vliegtuigen van de Hiryu opstijgen. De Japanse aanvalslust was bewonderenswaardig en kende geen grenzen. De Japanners volgden de Amerikanen die terugkeerden naar hun eigen schepen en geraakten zo bij de Yorktown. De Amerikanen waren klaar om de aanval af te slaan. De Japanners leden zware verliezen maar toch lukte het zeven Japanse vliegtuigen om door de verdediging heen te komen. Drie bommen troffen de Yorktown die zwaar beschadigd werd; hij geraakte evenwel in een recordtijd van een uur opgekalefaterd. Haar bemanning had daar ervaring mee; de Yorktown was in de eerdere Slag in de Koraalzee ook zwaar beschadigd geraakt en in een spoedtempo opgelapt. Gaten in de stalen romp werden gedicht met blokken hout. De Yorktown haalde op eigen kracht terug de snelheid van 18 knopen en kon zelfs opnieuw vliegtuigen lanceren. De Japanners wilden met een tweede aanvalsgolf de score gelijkmaken door een tweede Amerikaans vliegdekschip tot zinken te brengen. Ze waren in de veronderstelling dat de Yorktown al gezonken was en zagen de opgelapte Yorktown aan voor de Enterprise. Deze keer werd de Yorktown geraakt door twee torpedo's en die waren er te veel aan. Het schip moest worden verlaten, de nog aanwezige vliegtuigen vlogen over naar de Enterprise en de Hornet. De Japanners verkeerden in de waan dat de stand nu gelijk was en dat de Amerikanen alleen hun derde vliegdekschip de Hornet nog overhadden en bijna verslagen waren.

De twee overgebleven Amerikaanse vliegdekschepen maakten zich op voor de ultieme aanval. Ze lieten 24 vliegtuigen opstijgen in de richting van het laatst overgebleven Japanse vliegdekschip de Hiryu. De Hiryu had een groot deel van zijn vliegtuigen verloren bij de aanval op de Yorktown maar had van de andere schepen een aantal overlevende jagers gerecupereerd. De Hiryu werd door de Amerikaanse Dauntless Bommenwerpers gevonden om 16u45 en werd rond 17 uur door vier bommen uitgeschakeld. Het wrak van de Hiryu bleef heel de nacht door branden om finaal pas in de morgen van 5 juni rond 9 uur te zinken.

Het einde van de zeeslag

De avond was ondertussen gevallen. De Japanse marine was nog altijd vele malen groter dan de Amerikaanse maar de Amerikanen hadden het overwicht in de lucht. In een laatste poging tot succes achtervolgde de Japanse vloot de Amerikaanse vliegdekschepen nog enkele uren. Zij hoopten op een ultiem nachtelijk treffen waar de Japanners ervaring mee hadden. In het donker was het moeilijk vliegtuigen te lanceren en recupereren, laat staan doelen te kunnen lokaliseren. Admiraal Raymond Spruance die ondertussen het operationele bevel voerde over de twee overgebleven Amerikaanse vliegdekschepen had dit risico goed ingeschat en stuurde zijn schepen een aantal uren op volle snelheid naar het oosten, weg van Midway. Hij keerde pas rond middernacht met als doel bij het begin van de ochtend zijn vliegtuigen opnieuw te kunnen inzetten en op zijn beurt Japanse schepen te kunnen aanvallen vanuit de lucht. Uiteindelijk besloot admiraal Yamamoto de strijd om Midway te staken. Hij besefte dat hij zonder luchtsteun en onder volledig Amerikaans luchtoverwicht niet aan de landing op het eiland kon beginnen, hij onderkende de grote gevaren waaraan hij zijn vloot bij daglicht zou onderwerpen en trok zijn schepen en landingsvloot terug. De achtervolging duurde nog een paar dagen. De Amerikaanse vliegtuigen konden nog schade toebrengen aan enkele Japanse schepen maar ze verloren het spoor van de Japanse hoofdmacht in de immense Stille Oceaan. Op 10 juni nam Admiraal Nimitz de beslissing om zijn vloot te laten terugkeren naar Pearl Harbor in Hawaï. De slag om Midway was hiermee voorbij, de Amerikanen en Japanners hadden een harde strijd geleverd maar de Amerikanen hadden deze overtuigend gewonnen.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Battle of Midway op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.