Grote schorseneer

De grote schorseneer, Scorzonera hispanica, is een plant uit de composietenfamilie, Asteraceae. Het is een tweejarige plant. In het eerste jaar wordt er een bladrozet en een vlezige penwortel gevormd. De plant bloeit in het tweede jaar na zaaien met citroengele bloemen. De plant wordt gebruikt als groente en werd voor de Tweede Wereldoorlog vrij algemeen gegeten, maar raakte na de oorlog in diskrediet, mogelijk door zijn bewerkelijkheid. Bij het schillen van de langwerpige, donkere wortels komt namelijk een kleverig melksap vrij. Dit feit heeft de groente de bijnaam "keukenmeidenverdriet" of "huisvrouwenleed" opgeleverd. Bijnamen die ook aan de verwante paarse morgenster, Tragopogon porrifolius, of haverwortel worden gegeven. Andere bijnamen zijn: "winterasperge", "armeluisasperge" en "winterstaaf". Schorseneren zijn een typische wintergroente, met de grootste aanvoer in februari.

Grote schorseneer
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae, planten
Stam:Embryophyta, landplanten
Klasse:Spermatopsida, zaadplanten
Clade:bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Asteraceae, composietenfamilie
Onderfamilie:Cichorioideae
Geslachtengroep:Cichorieae
Subtribus:Scorzonerinae
Geslacht:Scorzonera, Schorseneer
Soort
Scorzonera hispanica
L. (1753)
Eerstejaarsplanten
Gekookte schorseneren
Afbeeldingen Grote schorseneer op Wikimedia Commons
Grote schorseneer op Wikispecies
Portaal    Biologie
Scorzonera hispanica

Schorseneren kunnen aangetast worden door de schimmels echte meeldauw of wit (Erysiphe cichoracearum) en witte roest (Albugo tragopogonis).

Bereiding

In verband met het kleverige melksap worden bij het schillen vaak keukenhandschoenen gedragen. De wortels kunnen ook onder water met wat azijn worden geschild, dit voorkomt het uittreden van het melksap en dus verkleuring van handen en wortel. Een andere mogelijkheid is de schorseneren eerst met kokend water te overgieten, ze vervolgens te laten schrikken met koud water en dan pas te schillen. Mochten handen en/of pannen toch kleverig zijn geworden dan kan men ze schoonmaken met een beetje spijsolie. Daarna kunnen de resten met zeep worden weggewassen.

Schorseneren worden na het schillen in stukjes gesneden en gekookt, met een scheutje azijn om verkleuring tegen te gaan.

Herkomst

In de 16e eeuw is de schorseneer vanuit het Middellandse Zeegebied naar de Lage Landen geïmporteerd. Het woord heeft een lange weg afgelegd. Het woord is afkomstig uit het Catalaans escurçonera afgeleid van escurçó dat adder betekent, omdat het sap als tegengif tegen adderbeten werd gebruikt. Het kwam via het Spaanse escorzonera en het Franse scorsonère in het Nederlands.[1]

Schorseneren worden op zandgrond ter plaatse gezaaid tussen maart en half april. Bij te vroeg zaaien kunnen de planten gaan bloeien, maar de wortels blijven wel eetbaar. De afstand tussen de rijen is 25-30 cm en in de rij 5-6 cm. De oogst begint vanaf begin september. De wortels zijn winterhard en kunnen de gehele winter, zolang de grond niet bevroren is, worden geoogst. De wortels kunnen tot 60 cm lang worden. Voor de oogst met de hand wordt er met een ploeg langs de wortels een diepe sleuf gegraven, waarna ze uit de grond kunnen worden gehaald.

Rassen

  • Lange Jan
  • Triplex of Géante de Russie'
  • Verbeterde Reuzen Nietschieters

Liers dialect

In het Lierse dialect worden schorseneren ook wel 'protstokken' genoemd.[2] Ze staan er namelijk om bekend flatulentie uit te lokken. De houtvezels kunnen niet door de menselijke spijsverteringsenzymen worden afgebroken en komen onverteerd in de dikke darm. Daar worden ze verteerd door de darmflora. De darmflora kan zich aanpassen door initieel kleine hoeveelheden te consumeren en slechts geleidelijk meer te gaan eten. 'Protten' kan zo worden vermeden.

Voedingswaarde

De voedingswaarde van 100 gram verse schorseneer is:

Energetische waarde289 kJ/69 kcal
Koolhydraten12,5 gram
Eiwit1,5 gram
Vet0,5 gram
Vitamine C5 mg
Vitamine B10,05 mg
Vitamine B20,02 mg
Kalium400 mg
Calcium60 mg
IJzer1,5 mg

Trivia

Zie ook

Biologische zaaitabel

Voetnoten

  1. P.A.F. van Veen & Nicoline van der Sijs, «Schorseneer», Etymologisch Woordenboek: de herkomst van onze woorden, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1997, blz. 783, ISBN 90-6648-312-1
  2. De Bon (2011) Protstok, Het Vlaams Woordenboek, Anthony Lieckens, geraadpleegd op 16 augustus 2017
Zie de categorie Scorzonera hispanica van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.