Darmflora

Darmflora of darmmicrobioom is het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt. De naam darmflora is eigenlijk niet correct, aangezien het vooral om bacteriën gaat en de term flora gewoonlijk verwijst naar planten. Daarnaast gaat het niet alleen om bacteriën in de darm, maar ook bijvoorbeeld in de maag. Het geheel aan leven in de darm wordt aangeduid met het uit het Angelsaksisch afkomstige woord, darmmicrobioom.

Het darmmicrobioom is een goed voorbeeld van mutualistische symbiose: samenwerking tussen verschillende soorten organismen waar beide voordeel van hebben.

Menselijke darmflora

Het aantal bacteriën in het maag-darmkanaal varieert enorm. In de maag komen concentraties bacteriën voor van circa 1000 per ml maagsap, terwijl in het colon bacteriën ongeveer de helft van het gewicht van de darminhoud uitmaken. Bij een volwassen mens bestaat de darmflora uit 1014 bacteriën (dat is 100 biljoen - tien maal zoveel als het aantal menselijke cellen in een lichaam) met een totaal gewicht van één tot anderhalve kilogram.[1][2] De ontlasting bestaat voor een groot deel uit dode darmbacteriën. Via onderzoek van deze ontlasting valt te bepalen welke darmbacteriën bij een bepaald persoon aanwezig zijn. De Simpson-index geeft hierbij de diversiteit aan.

De darmbacterie Escherichia coli

Door onderzoek van het DNA op de maag-darmbacteriën is bepaald dat er ruim 1000 soorten bestaan. In menselijke darmen worden 100 tot 600 verschillende soorten bacteriën in diverse samenstellingen en aantallen gevonden. De meeste hiervan vinden we in de dikke darm. Hiervan is 99% strikt anaeroob (zonder zuurstof levend). De meeste behoren tot de vijf bacteriële stammen, zoals: de Firmicutes, de Bacteroidetes, de Proteobacteria, de Actinobacteria en de Verrucomicrobia. De bekendste menselijke (dikke-)darmbacterie is Escherichia coli. De darmflora ontwikkelt zich in de eerste levensdagen en blijft daarna, uitgezonderd bij ziekten, stabiel.

Functie

Een belangrijke functie van de darmflora is het afbreken van stoffen die niet door het eigen systeem kunnen worden afgebroken, bijvoorbeeld kraakbeen en voedingsvezels. Een andere belangrijke functie is synthese van benodigde stoffen, een bekend voorbeeld daarvan is vitamine K, dat een essentiële rol speelt bij de bloedstolling. Wanneer een baby wordt geboren zijn de darmen nog steriel en moet door middel van voeding de darmflora opgebouwd worden. Zij kunnen dus nog geen vitamine K produceren. Uit voorzorg krijgt elke pasgeborene daarom een intramusculaire spuit of druppels met vitamine K. Het effect daarvan is niet onomstreden: een studie van dr. Jean Golding, uitgevoerd in het Institute of Child Health in Bristol, laat zien dat baby’s die vitamine K-injecties kregen in hun jeugd twee keer zo vaak kanker ontwikkelden als baby’s aan wie geen vitamine K werd toegediend (Brit Med J, 1992; 305: 341-46).

De syntheses van de darmflora hebben niet steeds een positief effect op de menselijke gezondheid. Zo is bekend dat proteolytische eiwitfermentaties in de dikke darm leiden tot de vorming van allerlei carcinogene (kankerverwekkende) stoffen (zoals ammoniak, indool of fenol). Bovendien onderbreken darmbacteriën het ontgiftingsproces van de lever door geconjugeerde groepen op afgevoerde contaminanten af te splitsen, een fenomeen bekend onder de naam enterohepatische cyclus. Op die manier worden toxische componenten terug in de bloedsomloop opgenomen.

De samenstelling van de darmflora is niet steeds dezelfde gedurende de levensloop. Baby's worden steriel geboren maar worden daarna al snel besmet met bifidobacteriën (via de moeder), bacteriën waarvan geacht wordt dat ze een bevorderende invloed hebben op de menselijke gezondheid (net als bijvoorbeeld Lactobacillus-soorten).

Een belangrijke bron van bacteriën die de darm bevolken is voedsel, met name gefermenteerd voedsel. Twee onderzoekers, de immunoloog Eli Metsjnikov van het Pasteur Instituut in Parijs, en Henry Tissier, een Franse kinderarts, hebben in 1906[3] en 1907[4] studies gepubliceerd die de hypothese ondersteunden dat inname van bacteriën (via gefermenteerd voedsel) gunstige gezondheidseffecten kon hebben door beïnvloeding van de darmflora. In de tweede helft van de 20e eeuw is deze hypothese nader onderzocht en is de term probiotica geponeerd voor bacteriestammen met een aantoonbaar gunstig effect op de darmflora.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.