Great Northern Peninsula

Het Great Northern Peninsula (kortweg Northern Peninsula) is een schiereiland van bijna 17.000 km² dat het noordwestelijke deel van het Canadese eiland Newfoundland vormt. Het schiereiland grenst in het westen aan de Saint Lawrencebaai, in het noorden aan de Straat van Belle Isle en in het oosten aan de Atlantische Oceaan. De noordoostelijke havenplaats St. Anthony is bij verre de grootste gemeente van het Great Northern Peninsula.

Great Northern Peninsula
Schiereiland van  Canada

Locatie
Land Canada
ProvincieNewfoundland en Labrador
LocatieNewfoundland
Coördinaten50° 28 NB, 56° 47 WL
Algemeen
Oppervlakte16.979 km²
Inwoners (2016)15.180
(0,9 inw./km²)
HoofdplaatsSt. Anthony
Lengte270 km
Breedte90 km
Hoogste punt806 m
Overig
Netnummer(s)709
Foto's
Kaart van Newfoundland met approximatieve aanduiding van het Great Northern Peninsula (paars)

Geografie

Het Great Northern Peninsula heeft een lengte van ongeveer 270 km en een maximale breedte van 90 km. De vorm van het schiereiland heeft veel weg van een rechthoek, met Pistolet Bay in het noorden en Hare Bay in het noordoosten als imperfecties. Andere baaien, zoals St. John Bay, St. Margaret Bay en Canada Bay, vormen veel beperktere indentaties in het landschap. Het schiereiland wordt gekenmerkt door de Longe Range, een bergketen die een noordelijke uitloper van de Appalachen is. Vooral in het zuiden is deze bergketen uitgesproken. Daar ligt het Nationaal park Gros Morne, dat vanwege zijn uitzonderlijke geologie als natuurlijk werelderfgoed erkend is.

In het zuiden wordt het schiereiland begrensd door Bonne Bay (westkust) en het zuidelijkste punt van White Bay (oostkust). Het Great Northern Peninsula kent uitsluitend relatief kleine subschiereilanden (waaronder New Ferolle, Cape Rouge en Conche) en telt duizenden meren (waaronder Ten Mile Lake).

Het dorp Savage Cove ligt op het punt waar Newfoundland en Labrador het dichtst bij elkaar liggen, namelijk iets minder dan 20 km. Cape Norman is dan weer het noordelijkste punt van Newfoundland. Er liggen drie grote eilanden voor de kust van het Great Northern Peninsula: St. John Island in het westen en de twee Grey-eilanden in het oosten.

Plaatsen

Het Great Northern Peninsula telt naast een groot aantal gemeentevrije dorpen ook 25 plaatsen met gemeentestatus (towns). Vijftien gemeenten liggen aan de westkust, die het dichtstbevolkt is en via Route 430 goed ontsloten is. Twee gemeenten liggen aan het noordelijke uiteinde van het schiereiland en slechts acht gemeenten liggen aan de oostkust. Alle gemeenten staan hieronder tezamen met hun inwoneraantal (2016) vermeld.

Westkust

Noordkust

Oostkust

Geschiedenis

Prehistorie

De plaats Port au Choix, aan de westkust, is beroemd en sinds 1970 erkend als National Historic Site of Canada vanwege de twee rijke archeologische sites die zich er bevinden.[1] Een eerste site bestaat voornamelijk uit een grote begraafplaats die stamt uit de Maritiem-Archaïsche cultuur en die in gebruik was van ca. 2400 tot 1200 voor Christus.[2] Een tweede site is een grote bewoningssite die bestond uit meer dan 50 gebouwen van Paleo-Eskimo's.[3] Deze was zowel tijdens de periode van de Groswatercultuur (ca. 800 voor tot 100 na Christus) als van de Dorsetcultuur (1e16e eeuw na Christus) in gebruik.[2] Er is een museum gebouwd dat archeologische vondsten tentoonstelt en de bezoeker meer leert over de inheemse cultuur.

Vikingen

Rond het jaar 1000 arriveerden er Vikingen in het uiterste noorden van Newfoundland. Ze bouwden er een kleine nederzetting die vandaag bekend staat onder de naam L'Anse aux Meadows. Dit is de enige erkende Vikingnederzetting in Noord-Amerika (buiten Groenland) en is daarom door UNESCO erkend als een Werelderfgoedsite.[4] De Vikingen bleven er echter slechts enkele decennia, waarna de site verlaten werd. De vijandige contacten met zogenaamde Skraelingen (vermoedelijk de lokale Beothukbevolking) speelden hierin vermoedelijk een rol. De ontdekking van Amerika geraakte geleidelijk aan in vergetelheid en leefde enkel nog door in sagen.

Latere geschiedenis

Tijdens een expeditie in 1497 heeft ontdekkingsreiziger John Cabot het eiland waarschijnlijk herontdekt. In de vroege 16e eeuw maakten West-Europese vissers jaarlijks reeds massaal de oversteek om te gaan vissen voor de bijzonder rijke viswateren voor het Great Northern Peninsula (en andere delen van Newfoundland). Het ging voornamelijk over vissers uit de Franse regio's Bretagne, Frans-Baskenland en Normandië,[5] al was er ook een groeiende aanwezigheid van Britten en Ieren. Het betrof voornamelijk seizoensvisserij, wat inhield dat de vissers na het visseizoen weer huiswaarts keerden.

De Vrede van Utrecht (1713) tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk officialiseerde de Franse visserij- en visverwerkingsrechten voor een deel van de kust van de vanaf dan voor de rest volledig Britse kolonie Newfoundland. Langsheen vrijwel de volledige kust van het Great Northern Peninsula verwierven de Fransen deze rechten; behalve ten zuiden van Point Riche. Na de Vrede van Versailles verschoof de afbakening van de "Franse kust van Newfoundland" en verwierven de Fransen visserijrechten langsheen de volledige kust van het schiereiland.[5]

Franse vissers mochten zich sinds 1713 echter niet permanent vestigen, noch overwinteren in hun vele kleine kustnederzettingen. Daarom werden zogenaamde gardiens (bewakers) aangesteld. Dit waren voornamelijk Ierse vissers die zich permanent in deze plaatsen vestigden en zich tijdens de Fransen hun aanwezigheid ontfermden over de Franse bezittingen aldaar.[6] Deze permanent aan de kust gevestigde gardiens liggen aan de oorsprong van vrijwel alle plaatsen aan de "French Shore". Zij bleven ook na de afschaffing van de Franse visserijrechten in 1904, wat verklaart waarom de inwoners van vrijwel alle plaatsen er vandaag van Ierse eerder dan Franse origine zijn.[6] Een groot aantal dorpen draagt echter tot op de dag van vandaag een Franstalige plaatsnaam (zoals Englee, Conche, St. Lunaire-Griquet en Port au Choix).

Demografie

Het Great Northern Peninsula vormt bij de Canadese census geen demografische divisie op zichzelf, waardoor er dus geen rechtstreekse bevolkingsinformatie over te vergaren valt. Het gebied dat bij de census bekend staat als Division No. 9 van de provincie Newfoundland en Labrador komt echter vrijwel volledig overeen met het schiereiland – zij het zonder de zuidoostelijke hoek ervan. Dat zuidoostelijke deel bestaat uit Division No. 5, Subdivision G.[7][8]

Demografisch gezien kent het afgelegen schiereiland, net zoals grote delen van de rest van Newfoundland, de voorbije jaren een stevige achteruitgang. Tussen 1991 en 2016 daalde de bevolkingsomvang van 23.854 naar 15.180. Dat komt neer op een daling van 36,4% in 25 jaar tijd.

JaarAantal inwonersVerschilReferentie
199123.854[9]
199622.670 -5,0%[9]
200119.876 -12,3%[10]
200617.578 -11,6%[10]
201116.347 -7,0%[11]
201615.180 -7,1%[11]

Flora

Aan de noord- en noordwestkust van het schiereiland komen twee uiterst zeldzame kruidachtige bloemplanten voor uit het geslacht Braya.[12] Het betreft Braya longii en Braya fernaldii, twee soorten die nergens anders ter wereld voorkomen. De planten gedijen goed op de koude, natte en winderige kalksteenvlaktes die in dat deel van het schiereiland vindbaar zijn.[13] Tussen Eddies Cove en Cook's Harbour, eveneens in het uiterste noordwesten, komt ook de zeer kleine wilgensoort Salix jejuna voor. Deze drie aan het schiereiland endemische soorten zijn tegelijkertijd de enige endemische soorten die heel Newfoundland rijk is.

Galerij

Referenties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.