Gooische Stoomtram

De Gooische Stoomtram (GS), sinds 1930 Gooische Tramweg-Maatschappij (GoTM), gevestigd te Amsterdam-Watergraafsmeer, onderhield een tramdienst van het Weesperpoortstation in Amsterdam naar Diemen, Muiden, Muiderberg, Naarden, Laren en Hilversum.

Gooische Stoomtram Maatschappij
Het hoofdkantoor aan de Middenweg (Amsterdam), februari 2012
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde
Lijnenkaart (in blauw de tramlijnen)
Kaart van Amsterdam en omgeving met de Gooische tramlijnen
Het Stationsgebouw van de Gooische Stoomtram te Hilversum tegenover Station Hilversum bestaat nog steeds en is in gebruik als busstation van Connexxion; 2013.
Het Stationsgebouw van de Gooische Stoomtram te Amsterdam Weesperpoort met een motortram (bouwjaar 1929-'30) bestaande uit een 'grote' motorwagen, serie 10-19, en een MAN-rijtuig, serie 50-59; circa 1936.
Gooische Tram met Henschel-stoomlocomotief in Station Naarden-Bussum, anno 1940. Het door MAN gebouwde rijtuig behoorde oorspronkelijk bij de motortrams.
SHM loc 18 van de Gooische Stoomtram, te Wognum-Nibbixwoud; 29 september 2013.
SHM rijtuig AB 21 van de Gooise Tramweg Maatschappij, te Wognum-Nibbixwoud; 17 juni 2012.
SHM rijtuig AB 22 van de Gooise Tramweg Maatschappij, te Wognum-Nibbixwoud; 29 september 2013.
Gooische Tramloc nr. 18 bij de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik.

Aanleg

In 1874 was de Oosterspoorweg AmsterdamHilversumAmersfoort / Utrecht tot stand gekomen, maar deze zorgde niet voor de bereikbaarheid van de meeste plaatsen in het Gooi.

De Gooische Stoomtram werd op 17 december 1880 opgericht. Een van de initiatiefnemers was Jan Hamdorff die in Laren een hotel dreef. Hij hoopte door een betere verbinding op meer gasten. Het traject Amsterdam – Diemerbrug werd op 17 mei 1881 geopend, op 22 juli werd de dienst verlengd naar Muiderberg en op 20 augustus van dat jaar werd Naarden bereikt. Tussen Diemerbrug en Naarden was de tramlijn langs de Naardertrekvaart aangelegd en reed in Naarden door de Amsterdamse Poort en verliet de stad door de Utrechtse Poort.

Op 15 april 1882 werd de lijn verder verlengd naar Laren en Hilversum. Op dezelfde dag kwam ook de dienst Hilversum – Laren – Blaricum – Huizen in bedrijf. Met de tram werden zowel personen als goederen vervoerd. Ook was er een zijtak naar Muiderberg; een voor Amsterdammers belangrijke badplaats aan de Zuiderzee tot de sluiting van de Afsluitdijk (1932).

Sinds 1901 werd tussen het Weesperpoortstation en Diemen een lokaaldienst geëxploiteerd tussen de doorgaande trams in en bood de bewoners van Diemen en de Watergraafsmeer daarmee een frequentere dienst aan.[1]

Op 1 januari 1917 werd de in 1883 geopende lijn van Station Naarden-Bussum naar Huizen overgenomen van de Stoomtramweg Maatschappij Bussum - Huizen. Op 30 mei 1930 werd de Gooische Stoomtram omgedoopt in Gooische Tramweg-Maatschappij NV (GoTM). In 1944 volgde overname door de Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij (NBM).

De Gooische Moordenaar

In de volksmond werd de tram De Gooische Moordenaar genoemd, wegens de vele ongevallen, die in totaal aan 117 mensen het leven kostten. Een van de oorzaken zou zijn geweest, dat op de locomotief een en dezelfde man machinist en stoker tegelijk moest zijn. Maar ook na het stoomtijdperk kwamen zware ongevallen voor.

Het communistische weekblad De Tribune weet de ongevallen aan "rationalisatie en opjaagmaatregelen der directie, die met elke veiligheid spotten."[2]

Het ernstigste ongeval met de Gooische tram vond plaats in 1927, toen twee stoomtrams op de Naarderstraat te Laren frontaal botsten met vier doden en talloze gewonden als gevolg.

De trambotsing bij Laren op 7 augustus 1927

De controleur te Muiderberg pleegde rond 12.00u. overleg met de chef te Laren inzake de kruising van tram 7A met tram 8. De controleur stelde voor deze kruising te laten plaatsvinden te Naarden waarna tram 7A zou kunnen doorrijden naar Laren. Deze kruising moest echter plaatsvinden aan de Hakkelaarsbrug. Door dit gesprek moet de controleur te Muiderberg hebben gedacht dat daarna tram 7A zou kunnen doorrijden naar Laren om aldaar te kruisen met tram 10.

Bij aankomst te Hakkelaarsbrug werd de conducteur van tram 7A verzocht aan de telefoon te komen voor een gesprek met de chef te Laren. De chef deelde mee dat de kruising met tram 8, zoals eerder was afgesproken, te Hakkelaarsbrug zou plaatsvinden. Voor de kruising met tram 10 zou de conducteur te Naarden weer aan de telefoon moeten komen. Maar de conducteur stelde voor bij de Gooische Boer te bellen en daarmee ging de chef te Laren akkoord. Inmiddels was de leeg materieeltramtrein richting Amsterdam WP met de controleur uit Muiderberg bij de Hakkelaarsbrug aangekomen en liep tram 8 uit Laren naar Muiderberg ook binnen.

Toen de conducteur van de telefoon kwam, hoorde hij de controleur tegen de machinist van tram 7A zeggen: "en nu door zonder kruising naar Laren". De conducteur heeft daarop gezegd dat hij bij de Gooische Boer aan de telefoon moest komen om contact op te nemen met de chef te Laren. De controleur antwoordde daarop dat dat onnodig was. Een fatale opmerking omdat in feite nu twee personen hadden bepaald waar op de enkelsporige lijn van Muiderberg naar Laren zou moeten worden gekruist.

Te Gooische Boer had de conducteur van de extra tram 7A dus met de chef te Laren moeten telefoneren om toestemming te verkrijgen om het baanvak naar Laren te mogen berijden. Dan zou de conducteur hebben vernomen dat bij de halte Gooische Boer met zijn extra tram 7A zou moeten wachten om aldaar met tram 10 te kruisen. Dat is door de opmerking van de controleur van Muiderberg verzuimd met als gevolg dat twee trams, zij het met lage snelheid, frontaal op elkaar botsten. Bij dit ongeluk waren vier doden, zeven zwaar- en meerdere lichtgewonden te betreuren.

Materieel en personeel dat was betrokken bij het ongeval

Extra tram 7A: Amsterdam WP – Hakkelaarsbrug – Muiderberg – Hakkelaarsbrug – Laren

  • Locomotief 13, open aanhangrijtuig 34, gesloten rijtuigen 25 en 23.
  • Machinist: D.J. v.d. Berg
  • Leerling-machinist: B. Rosenkrantz
  • Conducteur: M. v. Noort

Tram 10: Laren – Amsterdam WP

  • Locomotieven: 17 en 15, gesloten rijtuigen 53, 19, 5, 27 en 46
  • Machinist (loc 17): J. Mulder
  • Machinist (loc 15): H. v.d. Berg
  • Conducteur: ?

Motortrams en verbussing

In de jaren twintig werden de stoomtrams in het Gooi voor een deel vervangen door motortrams. Hiervoor werden acht vierassige motorwagens aangeschaft. Een plan tot elektrificatie ging niet door, omdat de natuurbeschermer Dr. Jac. P. Thijsse met succes bezwaar maakte tegen horizonvervuiling door bovenleidingmasten bij het Naardermeer. Blijkbaar riepen uitlaatgassen minder bezwaren op.

De aanschaf van tien moderne trammotorwagens met benzinemotoren (later vervangen door dieselmotoren) en tien bijbehorende aanhangrijtuigen in 1929-31, waarmee de tramdienst tussen Amsterdam en Laren gemoderniseerd en versneld werd, kon niet verhinderen dat op 15 oktober 1939 de dienst tussen Amsterdam en Naarden werd vervangen door een busdienst. Aanleiding hiertoe was de sluiting van het Weesperpoortstation en de verbreding van Rijksweg 1 voor het groeiende wegverkeer. Slechts enkele maanden na de verbussing en de verkoop van het materieel raakte Nederland betrokken bij de Tweede Wereldoorlog met brandstofschaarste als gevolg. Hierdoor konden de bussen en resterende motortrams niet meer rijden. Enkele nog aanwezige stoomtrams werden weer voor reizigersvervoer in het Gooi ingezet, maar de rails naar Amsterdam waren in maart 1940 al opgebroken.

Het einde

De stoomtramdienst voor personenvervoer in het Gooi (Station Naarden-Bussum – Huizen – Blaricum – Laren – Hilversum) bleef na de oorlog nog gedeeltelijk gehandhaafd tot oktober 1947. Daarna bleef nog enkele jaren alleen een dienst over met goederenvervoer tussen Station Naarden-Bussum en Huizen. Per 29 juni 1949 werd de lijn van Bussum naar Huizen overgenomen door de NS. Op 31 oktober 1958 verdween het laatste lijngedeelte van de Gooische tram definitief.

De verbinding tussen het centrum van Amsterdam en de Watergraafsmeer wordt sinds juli 1940 onderhouden door tramlijn 9. In 1990 werd deze verlengd naar Diemen, via de route waar een halve eeuw eerder de rails waren opgebroken.

In Hilversum aan de oostzijde van het spoor bestaat het door C. J. Kruisweg ontworpen stationsgebouw van de Gooische Stoomtram nog steeds met op de gevel nog de letters G.S.. Het pand is nu eigendom van Connexxion dat tevens een deel van de voormalige remise nog als busstalling in gebruik heeft. Bij het Station Naarden-Bussum zijn de oude perrons van de Gooise nog steeds aanwezig.

Tegenwoordig herinnert het gebouw van het oude hoofdkantoor (waar vroeger ook de remise was) aan de Middenweg in de Watergraafsmeer nog aan de Gooische Stoomtram met de tekst 'Gooische stoomtram anno 1881'. Toen deze tekst bij een schilderbeurt van het pand werd verwijderd kwamen er protesten en keerde deze terug.

Museumstoomtram

Van de Gooische Stoomtram zijn één Henschel-stoomtramloc (18) en twee rijtuigen (21 en 22) gerestaureerd en rijvaardig aanwezig bij de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik, waar dit materieel regelmatig in de museumdienst wordt ingezet. Motorwagen 14 wacht daar nog op restauratie.

In 2000 werd de Stichting Gooische Stoomtram Huizen (SGSH) opgericht, die de locomotief en rijtuig 21 in september 2001 enkele dagen naar Huizen haalde waar ze over een traject van 300 meter heen en weer reden.

Bronnen

Noten

  1. Watergraafsmeer in oude ansichten, deel 1
  2. " De Gooische Moordenaar verplettert een autobus, De tribune : soc. dem. weekblad. Amsterdam, 28 september 1932. Geraadpleegd op Delpher op 23 juni 2016
Zie de categorie Gooische tram van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.