Geschiedenis van Peru

Dit artikel geeft een overzicht van de geschiedenis van Peru.

Nazcalijnen
Machu Picchu

Pre-Colombiaanse cultuur

Werktuigen van meer dan 11.000 jaar oud zijn teruggevonden in de plaatsen Pachacamac, Telarmachay, Junin en Lauricocha. Tussen ca. 6.000 v.Chr. en ca. 3.000 v.Chr. ontstonden de eerste nederzettingen zoals Kotosh en Huaca Prieta. Er werd maïs en katoen verbouwd en dieren zoals de alpaca en de cavia werden gedomesticeerd. De stad Caral zou de oudste stad uit Zuid-Amerika zijn. Ze ontstond omstreeks 2.500 v.Chr. Later kwamen onder meer de Chavin-cultuur, Nazcacultuur, Moche, Wari en Chimú.

Inca's (1438-1532)

In 1438 ontstond het Incarijk. Het rijk strekte zich uit over Ecuador en delen van Peru, Bolivia, Argentinië, Colombia en Chili. De hoofdstad was Cuzco. De belangrijkste taal was het Quechua. De archeologische site Sacsayhuamán dateert ook van deze tijd. De Inca's waren goede wegenbouwers. Getuige hiervan was hun wegennetwerk met een totale lengte van om en nabij 40.000 kilometer. De stad Machu Picchu werd omstreeks 1450 gebouwd. De stad werd pas in 1911 herontdekt door Hiram Bingham.

Verovering van Peru (1532-1542)

In 1532 arriveerde Francisco Pizarro in Peru. Pizarro zette Atahualpa gevangen in de slag om Cajamarca en veroordeelde hem. In 1541 werd Pizarro vermoord door Diego de Almagro II. Desondanks trokken de Spanjaarden zich niet terug. Ze stichtten in 1535 de stad Lima. De Spanjaarden maakten gebruik van het Encomienda systeem om grond te veroveren.

Onderkoninkrijk Peru (1542-1824)

Blasco Núñez Vela werd in 1544 de eerste onderkoning van Peru. Hij werd in 1546 vermoord door Gonzalo Pizarro, de jongere broer van Francisco Pizarro. Hij zorgde voor wanorde. Spanje loste dit op door Pedro de la Gasca aan te stellen tot nieuwe onderkoning. Het onderkoninkrijk werd officieel erkend in 1572 tijdens het bewind van Francisco de Toledo. De stad Vilcabamba werd verwoest en Túpac Amaru, de laatste Incaleider, werd onthoofd. Lima werd de nieuwe hoofdstad van het onderkoninkrijk. In 1717 scheurde het Onderkoninkrijk Nieuw-Granada af van het Onderkoninkrijk Peru. In 1776 volgde ook de afscheuring van het Onderkoninkrijk van de Río de la Plata als gevolg van een economische crisis. In 1808 werd de Spaanse koning Ferdinand VII van Spanje gevangengenomen door de troepen van Napoleon Bonaparte. In 1811 begon de Peruaanse Onafhankelijkheidsoorlog, waarbij de legers van Simón Bolívar en José de San Martín tegen de Spaanse overheersing vochten. In 1824 werden de Spanjaarden definitief verslagen door Antonio José de Sucre en Agustín Gamarra.

Territoriale twisten (1824-1884)

Na de onafhankelijkheid in 1824 was er onenigheid over de grenzen van het gebied. In 1836 vormde Peru samen met Bolivia de Confederatie van Peru en Bolivia. In 1879 streed Peru in de Salpeteroorlog samen met Bolivia tegen Chili, waarbij Chili het gebied rond de steden Iquique en Arica veroverde.

Aristocratische republiek (1884-1930)

Na de Salpeteroorlog volgde een periode van Nationale Wederopbouw onder Nicolás de Piérola. Onder Augusto Leguía y Salcedo industrialiseerde het land verder tussen 1908 en 1912. In 1919 kwam Leguía opnieuw aan de macht na een militaire staatsgreep. Hij richtte de Democratische Hervormingspartij op en regeerde als een dictator tot 1930 over het gebied. Door de Grote Depressie werd de regering-Leguía omvergeworpen door Luis Miguel Sánchez Cerro. Leguía werd gevangengenomen en stierf twee jaar later in gevangenschap.

Democratie versus militarisme (1930-1979)

Cerro werd in 1933 vermoord door een lid van de Amerikaanse Populaire Revolutionaire Alliantie van Víctor Raúl Haya de la Torre. In de Tweede Wereldoorlog streed Peru aan de kant van de geallieerden. Na de Twee Wereldoorlog werd José Luis Bustamante y Rivero president. Hij streefde naar meer democratische waarden, maar werd in zijn vrijheid beperkt door Haya de la Torre, die de facto de macht in handen had. De moord op Francisco Graña Garland leidde tot de val van de regering-Bustamente. Met Manuel A. Odría kwam er opnieuw een dictator aan de macht. Ook ten tijde van het bewind van zijn opvolger Manuel Prado y Ugarteche bleef Peru onderdrukt. In 1963 won de democraat Fernando Belaúnde Terry nipt de verkiezingen van Haya de la Torre. Hoewel er meer democratie in het land kwam, devalueerde de sol in 1967. In 1968 werd Belaúnde afgezet door middel van een militaire coup. Dictator Juan Velasco Alvarado werd president tot 1975. Dat jaar nam Francisco Morales Bermúdez het presidentschap over.

Democratisch herstel (1979-nu)

In 1979 werden opnieuw democratische verkiezingen gehouden. Oud-president Belaúnde kwam opnieuw aan de macht tot 1985. In 1985 deed Alan García wat Haya de la Torre niet gelukt was: de Amerikaanse Populaire Revolutionaire Alliantie aan de macht brengen. De periode tussen 1985 en 1990 stond bekend als een periode van sociale onrust en hyperinflatie. In 1990 werd Alberto Fujimori president. Hij regeerde als dictator over het land. Fujimori kreeg te maken met bewegingen zoals Lichtend Pad. Fujimori kwam later in de jaren 90 in opspraak door schandalen. In 2000 vluchtte hij naar Japan. Zijn opvolger was de eerste president die afstamde van de Inca's: Alejandro Toledo. Toledo was populair maar kreeg in de laatste jaren van zijn regering te maken met stakingen en terrorisme. In 2006 werd García voor een tweede ambtsperiode verkozen. Hij tekende het Oprichtingsverdrag van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties. De huidige president van Peru is Martín Vizcarra.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.