Francisco Pizarro

Francisco Pizarro (Trujillo, 16 maart 1476Lima, 26 juni 1541) was een Spaans ontdekkingsreiziger en conquistador.

Francisco Pizarro

Biografie

Pizarro werd geboren in Trujillo, in de Spaanse regio Extremadura, als de onwettige zoon van de hidalgo Gonzalo Pizarro Rodriguez de Aguilar en Francisca González. Francisco Pizarro had twee zonen: Rodriquez en Ladrico, die meevochten tegen de Inca's. Zijn echtgenote heette Esmeralda Pizarro. Haar oorspronkelijke achternaam is nooit achterhaald.

Hij verliet Spanje op 10 november 1502 en kwam aan in het Caraïbisch gebied. Toen hij in 1522 hoorde over de successen van Hernán Cortés en verhalen over gebieden langs de oostkust van wat we nu kennen als Zuid-Amerika, stelde hij een gezelschap samen waaronder Diego de Almagro, een gelukszoeker in Panama, om nieuwe gebieden in het zuiden te ontdekken. Met 114 man kwam hij in 1524 niet verder dan Punta Quemada in het huidige Colombia.

In 1531 vertrok Pizarro met een nieuwe expeditie uit Panama met drie schepen, 180 man en 27 edelen.

Verovering op de Inca's

Gebruikmakend van de verzwakking van het Incarijk door de veroveraars meegebrachte pokken en de daarmee samenhangende burgeroorlog tussen de broers Atahualpa en Huáscar, wist hij tot in het hart van het Incarijk door te dringen. In Cajamarca ontdekte hij dat hij zich in een gevaarlijke positie had begeven. Op 16 november 1532 noopte de numerieke overmacht van zijn tegenstanders hem ertoe de (mogelijk daardoor te onvoorzichtige) slecht verdedigde Incakeizer Atahualpa gevangen te nemen tijdens een vreedzaam en imponerend bedoelde ontmoeting, met het voorwendsel dat de keizer het christendom had beledigd door een bijbel op de grond te gooien (maar voor Atahualpa was een boek een betekenisloos object). De Incakeizer was nu gegijzeld en dat bleek een groot militair voordeel. Het Incaleger van duizenden soldaten was nu zonder centrale leiding. Geen van de Incageneraals had voldoende overwicht om de verdediging van het totale grondgebied rond zich te organiseren. Het Incaleger, verzwakt door de gevolgen van de pokkenepidemie, werd systematisch en meedogenloos door de met vuurwapens bewapende en zich op paarden verplaatsende Spanjaarden verslagen. Intussen werd Atahualpa gedwongen als 'losgeld' een kamer vol goud en zilver aan Pizarro te leveren. Ondanks deze tegemoetkomingen werd hij toch ter dood veroordeeld, wegens "broedermoord" (hij had namelijk opdracht gegeven zijn halfbroer te doden). Vlak voor zijn executie liet de Incakeizer zich bekeren. Nu de belangrijkste mededingers uit de weg waren geruimd, was Pizarro heer en meester in het rijk. Pizarro stichtte een nieuwe stad aan de kust die later Lima zou gaan heten. Een hoofdstad aan de kust was voor de van zee komende Spanjaarden namelijk veel handiger als bruggenhoofd dan de in de bergen gelegen oorspronkelijke Incahoofdstad Cuzco.

Ruiterstandbeeld van Pizarro in Trujillo

Diego de Almagro had intussen het inmiddels bezette Cuzco verlaten met een klein legertje, om gebieden ten zuiden en zuidoosten van de hoofdstad te veroveren. Hij vond echter slechts vijandige indianen en moest onverrichter zake terugkeren. De Almagro raakte afgunstig op het succes van Pizarro en tussen de Spanjaarden brak een burgeroorlog uit. Pizarro behaalde de overwinning en liet zijn rivaal executeren. Hij werd echter vrij snel daarna op 65-jarige leeftijd in Lima vermoord door aanhangers van De Almagro. (Sommigen zeggen zelfs dat zijn eigen mensen zich tegen hem keerden.)

In zijn geboortestad Trujillo werd een bronzen ruiterstandbeeld van hem opgericht.

Zie de categorie Francisco Pizarro van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.