Vilcabamba (Peru)

Vilcabamba of Espíritu Pampa (van Quechua: Willkapampa, "heilige vallei") is een archeologische vindplaats in Peru. De Inca-heerser Manco Inca stichtte Vilcabamba in 1537 als laatste toevluchtsoord voor zijn volk, nadat de Spaanse conquistadores onder leiding van Francisco Pizarro het Inca-rijk hadden veroverd. De stad werd in 1572 door de Spanjaarden verwoest. De laatste Inca-heerser, Túpac Amaru, werd gevangengenomen en in Cuzco in het openbaar onthoofd.

Vilcabamba
Distrito in Peru

Situering
ProvincieLa Convención
RegioCuzco
Coördinaten13° 3 ZB, 72° 57 WL
Algemene informatie
Oppervlakte3318,86 km²
Inwoners (2017)13.795[1]
Hoogte2764[1] m
Portaal    Zuid-Amerika
Onderzoekers Edmundo Guillén en Elżbieta Dzikowska bij de ruïnes van Vilcabamba, een foto uit 1976

Eeuwenlang bleven de ruïnes van de stad verborgen in het regenwoud. Hiram Bingham, de ontdekker van Machu Picchu, ontdekte de resten van de stad in 1911, maar hij realiseerde zich niet dat hij de gezochte hoofdstad van de Inca's had herontdekt. Pas in de jaren 1960 werd de link met Vilcabamba gelegd door nieuwe onderzoekers.

Bestuurlijk is Vilcabamba een distrito van de La Convención-provincia, in de Cuzco-regio van Peru met als hoofdplaats Lucma.

Zie de categorie Vilcabamba van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.