Genderneutraal taalgebruik

Genderneutraal taalgebruik is taalgebruik waarin geen onderscheid tussen de seksen gemaakt wordt. Daarbij worden woorden vermeden die vooringenomen, discriminerend of denigrerend zouden kunnen zijn omdat een bepaald geslacht of gender de norm zou zijn.[1] Voorstanders van genderneutraal taalgebruik vinden het van belang dat alle lezers zich in teksten kunnen herkennen; vrouwen, mannen, en mensen die zich niet in een van deze identiteiten thuis voelen.

Gevolgen van niet-genderneutraal taalgebruik

Versterking van stereotiepen en traditionele beelden

De voorstanders van genderneutraal taalgebruik wijzen op de negatieve effecten van niet genderneutraal taalgebruik. Dit taalgebruik weerspiegelt volgens hen traditionele beelden over rollen van mannen en vrouwen. Genderneutraal taalgebruik zou deze stereotiepen doorbreken, en hiermee een bijdrage leveren aan gelijke kansen voor iedereen.[2]

Volgens de Amerikaanse filosoof Judith Butler kan taal vooroordelen over wat typisch mannelijk of typisch vrouwelijk is construeren of versterken.[3] Mannelijke voornaamwoorden kunnen de indruk wekken dat vrouwen zijn uitgesloten van de groep die beschreven wordt.[4]

Effecten op toegang tot beroepen en loonkloof

Ook is gebleken dat de loonkloof tussen vrouwen en mannen kleiner is in landen waar het taalgebruik genderneutraal is.[5] Volgens Jennifer Prewitt-Freilino, hoogleraar aan de Rhode Island School of Design, is taal mogelijk een factor in dergelijke ongelijkheid.[6]

Geschiedenis

In het verleden werd het gebruik van mannelijke voornaamwoorden - zoals het woord hij of zijn - in plaats van algemene niet als seksistisch gezien.

Sommige feministen betoogden dat het gebruik van mannelijke persoonsvormen in teksten in gevallen waarin de sekse niet bekend is voortgekomen is uit maatschappelijke vooroordelen die al bestonden terwijl de taal zich ontwikkelde. In die visie heeft onder andere de Engelse taal zich ontwikkeld in een door mannen beheerste, patriarchale maatschappij. In de jaren 1970 schreven de feministen Casey Miller en Kate Swift een handleiding voor minder seksistisch taalgebruik, The Handbook of Nonsexist writing. Zij wilden de bestaande taal hervormen die volgens hen seksistisch was en gebruikt werd om vrouwen uit te sluiten en te ontmenselijken. In de jaren 1980 werden veel andere feministische pogingen gedaan om de taal te hervormen.

Ook in de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk werd genderneutraal taalgebruik onderwerp van discussie. In een advies uit 1991 werd geconstateerd dat "exclusief taalgebruik" (taalgebruik dat vrouwen uitsloot) zeer ingesleten en gewoon was geworden en dat aandacht nodig was om het uit te bannen. Vrouwen voelden zich volgens de opstellers niet gelijkwaardig inbegrepen wanneer mannelijke vormen als "zondaar" of "vrijwilliger" gebruikt worden.[7] Zelfs werd het van belang gevonden om de vrouwelijk en zorgende kant van God te benoemen, omdat deze kant ook in de Bijbel wordt beschreven. Er werd dan ook aanbevolen om niet meer te spreken over "Zijn wil", maar over "Gods wil". Verder was het advies onder meer om niet meer te spreken over "voorvaderen" maar over "voorouders" en bijvoorbeeld meervoud te gebruiken. In plaats van "de gemiddelde parochiaan is trots op zijn kerk" werd "meestal zijn parochianen trots op hun kerk". In de Willibrordvertaling van 1995 werd dan ook vrouwonvriendelijk taalgebruik geweerd.[8]

Diverse vormen van genderneutraal taalgebruik werden aan het eind van de twintigste eeuw gemeengoed in geschreven en gesproken versies van vele talen. In 2015 werd bekend dat de Vlaamse overheid zou streven naar genderneutraliteit, onder andere op het gebied van de taal.[9][10] Eerder al stelde de Canadese overheid richtlijnen vast voor genderneutraal taalgebruik.[11] In 2015 stelde het Oostenrijkse leger een taalhandvest op om de taal in het leger meer vrouwvriendelijk en minder discriminerend te maken.[12]

In 2016 kwam er kritiek op seksistische voorbeelden die in de Oxford English Dictionary stonden. Zo stond er bij het lemma "rabid" (rabiaat) als voorbeelduitdrukking "a rabid feminist".[13] Ook het Nederlandse woordenboek Van Dale zou niet genderneutraal zijn: vrouwen worden meer beschreven op grond van uiterlijkheden, mannen meer op grond van hun innerlijke eigenschappen. Hoofdredacteur Ton den Boon stelde in 2016 dat dit komt doordat de historische dominantie van de man afstraalt op de taalontwikkeling.[14]

In 2018 werkte Google aan het minder seksistisch maken van het taalgebruik. Er werd een poging gedaan om vertaaldienst Google Translate te wijzigen, zodat zowel vrouwelijke als mannelijke vertalingen worden gegeven als zinnen van een sekseneutrale taal worden vertaald naar talen waarin wel onderscheid in sekse wordt gemaakt, bijvoorbeeld in beroepsnamen.[15] Ook de Google dienst Smart Compose, waarmee voorspellingen gedaan worden voor passende zinnen in email, wordt genderneutraler gemaakt.[16] De moeilijkheid bij deze systemen is echter dat ze gebaseerd zijn op Machine Learning, waardoor veel gebruikte patronen als de meest waarschijnlijke voorspelling uit de bus komen. En vaak zijn de mannelijke vormen nog het gangbaarst.

Ook in 2018 verscheen ten behoeve van de vertalers van het Europees Parlement het handboek Gender-Neutral Language in The European Parliament,[17] met algemene richtlijnen voor de verschillende soorten talen en met specifieke richtlijnen voor het Engels.[18] Er werd ook een versie in het Nederlands gepubliceerd.[1]

Methodes voor vermijden van nadruk op gender

Er zijn verschillende benaderingen om te komen tot genderneutraal taalgebruik:

  • Elke verwijzing naar sekse of gender vermijden, bijvoorbeeld door gebruik van het meervoud (zij/hen/hun) in plaats van het enkelvoud of door het vermijden van de woorden hij/hem/zijn of zij/haar.
  • Het standaardgebruik van de mannelijke vorm zo veel mogelijk vermijden.[1]
  • Geen veronderstellingen te doen over de gender van een persoon.[19]
  • Niet de nadruk te leggen op iemands gender.[19]
  • Het gebruik van neutrale woorden als 'acteur' voor beide geslachten, of het noemen van beide vormen, "acteurs en actrices".

Aanpak Nederlands

Er is geen uitgekristalliseerde aanpak voor het genderneutraal maken van Nederlandstalige tekst.

Het Europees parlement heeft in 2019 een algemene richtsnoer gepubliceerd, met een bijlage specifiek voor het Nederlands.[1]

Sociale rollen

Veel Nederlandse woorden voor sociale rollen en familierelaties zijn genderspecifiek. Bij woorden als moeder, broer, grootvader, neef en tante is het bijvoorbeeld volkomen duidelijk of het een man of vrouw betreft. Daarnaast bevat het Nederlands ook neutrale woorden voor sociale rollen. Voorbeelden daarvan zijn burger, student, individu.[5] Een alternatief voor ‘vader en moeder’ is ‘ouder’. De term partner kan gebruikt worden in plaats van ‘echtgenoot’ of ‘echtgenote’.[20]

Voornaamwoorden

Er is in het Nederlands slechts keus uit een mannelijk en een vrouwelijk voornaamwoord in de derde persoon enkelvoud: hij of zij (en afgeleid: zijn of haar en hem of haar). In genderneutraal taalgebruik dienen deze woorden te worden vermeden.[1]

Voorbeelden

Een tekst als "De werkgever moet zijn personeel de kans geven zich te laten bijscholen" kan geformuleerd worden als:[1]

  • De werkgever moet personeel de kans geven zich te laten bijscholen (weglating van het voornaamwoord)
  • Als werkgever moet je je personeel de kans geven zich bij te scholen (gebruik van tweede persoon enkelvoud)
  • Werkgevers moeten hun personeel de kans geven zich bij te scholen (gebruik van de meervoudsvorm)
  • Personeel moet van de werkgever de kans gegeven worden zich bij te scholen (gebruik van de passieve vorm)

Beroepsnamen

In het Nederlands zijn de namen van sommige beroepen genderneutraal, maar heel veel namen ook niet. Sommige namen waren in het verleden niet genderneutraal, en zijn later neutraler gemaakt, bijvoorbeeld de termen verpleegster/zuster en broeder zijn vervangen door het genderneutrale verpleegkundige, en vroedvrouw is vervangen door verloskundige.

Er worden vijf categorieën van beroepsnamen in het Nederlands onderscheiden:[1]

  • Binaire beroepsnamen met een exclusieve mannelijke variant. Een voorbeeld is boer en boerin. Boer wordt exclusief voor een man gebruikt, boerin voor een vrouw.
  • Binaire beroepsnamen met een inclusieve mannelijke variant. In deze categorie is de mannelijke vorm bruikbaar voor zowel mannen als vrouwen. De vrouwelijke vorm geldt enkel voor vrouwen. Een voorbeeld is acteur en actrice.
  • Niet-binaire mannelijke beroepsnamen. Deze beroepsnamen kennen slechts een variant, die ook voor vrouwen wordt gebruikt, zoals burgemeester, hoogleraar of rechter.
  • Niet-binaire vrouwelijke beroepsnamen. Deze beroepen werden vroeger alleen door vrouwen uitgeoefend. Voorbeelden zijn caissière, naaister, poetsvrouw en vroedvrouw.
  • Genderoverkoepelende beroepsnamen. Voorbeelden zijn leerkracht, leidinggevende en verpleegkundige.

Er zijn verschillende meningen over de noodzaak of wenselijkheid van genderneutrale beroepsnamen. Sommigen zijn van mening dat neutrale termen voor beroepen gebruikt zouden moeten worden, en dat er voor de mannelijke vorm gekozen zou moeten als er geen andere mogelijkheid is. Het woord 'minister' zou dan vervangen kunnen worden door 'bewindspersoon'. Anderen zijn van mening dat beroepsnamen zouden moeten worden vervrouwelijkt. Het woord minister zou dan vervangen kunnen worden door 'bewindsvrouw' of 'bewindsman'.

Een moeilijkheid bij zogeheten neutrale termen voor beroepen is dat bij de zogeheten neutrale mannelijke term automatisch gedacht wordt dat de persoon een man is. Een voorbeeld is het beroep chirurg. Lezers van dit woord zullen in eerste instantie denken dat dit een man betreft.[21] Andersom wordt bij het beroep secretaresse in eerste instantie aan een vrouw gedacht. Dit is overigens een van de weinige gevallen waarin eerst aan een vrouw wordt gedacht.

Volgens taalwetenschapster Ingrid van Alphen werkt het gebruik van mannelijke beroepsnamen voor vrouwen averechts, omdat vrouwen en hun beroepen op die manier onzichtbaar zouden worden gemaakt. Taalkundige Dries Vervecken is van mening dat genderneutrale termen helemaal niet neutraal zijn en dat vrouwen er geen dienst mee wordt bewezen. Jonge meisjes voelen zich volgens hem bijvoorbeeld minder aangesproken door banen die met een mannelijke beroepsnaam worden aangeduid. "Al met de leeftijd van 6 jaar hebben meisjes tal van beroepen als mogelijkheid voor zichzelf geschrapt."[22]

Aanspreekvormen

De gemeente Amsterdam ontwikkelde in 2017 een interne gids met ‘regenboog taaltips’, bedoeld als een hulpmiddel voor ambtenaren.[20] Daarin worden genderneutrale alternatieven genoemd voor een aanspreekvorm zoals ‘dames en heren’. In plaats van bijvoorbeeld ‘geachte heer/mevrouw’ te gebruiken stelt de gemeente voor om een brief te beginnen met ‘geachte bewoner’. Op ongeveer hetzelfde moment maakte de NS bekend dat zij de reiziger voortaan neutraal aan gaan spreken met "beste reizigers" in plaats van "dames en heren"[23]

Checklist

Er zijn checklisten ontwikkeld om te toetsen op genderneutraal taalgebruik.[24] De schrijver kan zich dan vragen stellen bij revisie van de tekst. Voorbeelden van vragen op zo een checklist zijn:

  • Geldt alles in de tekst ook voor het andere geslacht?
  • Komen beide geslachten in de tekst voor?
  • Worden zowel mannen als vrouwen aangesproken?
  • Worden er vrouwelijke en mannelijke voorbeelden gebruikt in de tekst?
  • Worden er afbeeldingen van mannen en vrouwen gebruikt als illustratie?

Aanpak andere talen

Verschillende talen bedienen zich van verschillende middelen om genderneutraal taalgebruik te bereiken. Er zijn in dit verband drie soorten talen te onderscheiden:[5]

  • Talen waarin de naamwoorden een grammaticaal geslacht hebben. Dit zijn onder andere Duits, de Romaanse Talen,[1] de Slavische talen,[1] Hindi en Hebreeuws.[noten 1]
  • Talen waarin de persoonlijke voornaamwoorden wel, maar de zelfstandige naamwoorden niet een grammaticaal geslacht hebben. Voorbeelden hiervan zijn Engels, Zweeds en Deens.
  • Talen zonder grammaticaal geslacht. Voorbeelden zijn Ests, Fins, Hongaars,[1] Turks, Chinees en Swahili.

Het Nederlands behoort tot de eerste categorie, al is het grammaticale woordgeslacht hier grotendeels verdwenen, met name in de spreektaal.[noten 2]

Engels

In het Engels worden bij genderneutraal gebruik van de taal genderspecifieke verwijzingen naar functies of beroepen vermeden. Ook wordt het voornaamwoord he (hij) en alle vormen en afleidingen daarvan vermeden. De Engelse genderspecifieke woorden voor policeman of stewardess maken plaats voor sekseneutrale termen, in dit geval police officer (politieagent) en flight attendant. In andere gevallen wordt de oorspronkelijk mannelijke term voor beide geslachten gebruikt. In plaats van actor en actress wordt dan bijvoorbeeld altijd actor gebruikt, ongeacht het geslacht van de persoon over wie het gaat. Bepaalde termen zoals chairman (voorzitter), die het achtervoegsel -man bevatten, worden door sommigen gezien als genderspecifiek. Zo een term kan dan vervangen worden door een neologisme zoals chairperson of chair. Wanneer in een tekst het geslacht van een persoon onbekend of onbepaald is, kan het seksespecifieke voornaamwoord he vermeden worden door het gebruik van een sekseneutraal voornaamwoord. Mogelijkheden in het Engels zijn onder meer he or she, he/she of s/he en de zogenoemde singular they, zoals in The patient should be told at the outset how much they will be required to pay.

Het traditionele gebruik van het woord man (man) voor in feite de gehele mensheid is inmiddels niet meer gebruikelijk in het Engels.

Esperanto

In 1979 werd het genderneutrale voornaamwoord ri voor het eerst voorgesteld[25] naast de voornaamwoorden li (hij) en ŝi (zij). In 1993 verscheen het in een Esperanto-leermethode.[26] Tot ongeveer 2010 bleef het een zelden gebruikt experimenteel woord, maar na 2010 is het gebruik ervan aanzienlijk toegenomen, vooral in jeugdkringen in westerse landen. Vanaf april 2019 raadt Plena Manlibro de Esperanta Gramatiko[27] het gebruik niet meer af, maar legt zonder vooroordelen de verschillende manieren uit waarop het daadwerkelijk wordt gebruikt.

Duits

In Duitsland werd in 2012 door Berlijnse transgenders een "gendersterretje" geïntroduceerd. Zo kan het woord lezers/lezeressen genderneutraal gemaakt worden door Leser*innen te schrijven. Een andere mogelijkheid was het gebruik van een binnen-I, om bijvoorbeeld het woord StudentInnen te schrijven voor studenten en studentes. Het Duitse orgaan voor de spelling, de Rat für Deutsche Rechtschreibung besloot in juni 2018 om het gendersterretje niet in het officiële Duits op te nemen.[28]

Zweeds

In Zweden werd in 2015 het genderneutrale voornaamwoord hen opgenomen in de Svenska Akademiens ordlista, de officiële lijst van Zweedse woorden. Het kan als alternatief voor han (hij) of hon (zij) gebruikt worden.[29]

Wetenswaardigheden

  • Een variant op genderneutraal taalgebruik is inclusief taalgebruik. Dit is taalgebruik waarbij woorden worden gebruikt die de gelijkheid en gelijkwaardigheid van iedere persoon bevestigen, ongeacht ras, sekse, leeftijd, seksuele voorkeur, godsdienst of lichamelijk vermogen.[7]
  • Het woord genderneutraal werd in 2017 verkozen tot het lelijkste woord van het jaar.[30]

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.