Voornaamwoord

Het voornaamwoord of pronomen is een van de hoofdcategorieën binnen de taalkundige benoeming. Het kan grofweg worden gedefinieerd als een vrij morfeem dat verwijst naar iets anders dat al dan niet in dezelfde zin wordt genoemd, dan wel verwijst naar een buitentalig element binnen het perspectief van de spreker (in dit laatste geval spreekt men van een exoforische verwijzing). Een voornaamwoord kan daarnaast een grammaticale betrekking uitdrukken tussen andere elementen binnen al dan niet dezelfde zin.

Kenmerken

Een voornaamwoord kan zelfstandig functioneren (dit geldt bijvoorbeeld voor de persoonlijke voornaamwoorden) of als determinerend element in een naamwoordelijke constituent (dit is het bijvoorbeeld het geval bij aanwijzende of bezittelijke voornaamwoorden).[1] Zelfstandige voornaamwoorden verwijzen naar zelfstandig naamwoorden of naamwoordgroepen.

Soorten

In de meeste Indo-Europese talen kan een aantal verschillende voornaamwoorden worden onderscheiden: persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende enz. Binnen deze groepen zijn er verschillen op basis van onder andere geslacht, flexie en getal. In andere (vooral niet-Indo-Europese) talen zijn er soms veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld aparte woorden of gebonden morfemen voor 'wij met zijn tweeën', 'wij met drie of meer'; 'wij inclusief de aangesprokene' en 'wij exclusief de aangesprokene'.

Men onderscheidt naargelang de grammaticale functie de volgende voornaamwoorden:


Referenties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.