Citroën 2CV

De 2PK, 2CV (Frans: Deux chevaux), in België veelal geit(je) genoemd en in Nederland vaak (lelijk) eend(je), is een auto van de Franse autofabrikant Citroën. De afkorting staat voor 'Deux Chevaux Vapeur', wat twee paardenkracht betekent, een maat die het resultaat is van de ingewikkelde berekening van de Franse wegenbelasting. De serieproductie van de 2CV liep van 11 juli 1949 tot en met 27 juli 1990. In die periode zijn er 5.144.966 van gebouwd, waarvan 3.898.631 2CV-eenden en 1.246.335 2CV-besteleenden; dit aantal stijgt tot bijna 9 miljoen wanneer de zustermodellen Dyane, Ami, Méhari en FAF worden meegeteld. Het uiterlijk van de 2CV werd, net als dat van de Citroën ID/DS en de Traction Avant, ontworpen door Flaminio Bertoni.

Citroën 2CV
Productiejaren1949-1990
Productieaantal5.144.966
Uitvoeringen
375, 425, 435 en 602 cc
Voorganger--
OpvolgerCitroën Dyane
Portaal    Auto

Op basis van de 2CV werden verschillende kitcars gebouwd, onder andere van Burton, Cygnus, Deauville, Le Patron, Lomax, Voglietta, Hoffmann en Vanclee.

Geschiedenis van de 2CV

2CV Prototype TPV
2CV uit 1955
2CV uit 1989

Na de dood van André Citroën en de overname van het bedrijf door bandenfabrikant Michelin besloot de nieuwe leiding van autofabrikant Citroën in 1935 een kleine auto te ontwikkelen die geschikt diende te zijn voor het ruige Franse platteland: de TPV, oftewel Toute Petite Voiture. Projectleider en stuwende kracht Pierre-Jules Boulanger omschreef het doel als "een paraplu op vier wielen". Op basis van marktonderzoek werd besloten dat het een voertuig moest worden dat twee boeren met 50 kilogram aardappelen kon vervoeren of een vat met 50 liter wijn. Ook gaat het verhaal dat het de mogelijkheid moest bieden om een schaap in de auto mee te nemen. De auto moest hierbij zo comfortabel zijn dat eieren in een mand niet zouden breken wanneer de auto over een stuk omgeploegd land zou rijden. Overige eisen waren dat de auto vooral zuinig, betrouwbaar, goedkoop en eenvoudig te bedienen moest zijn: een boerin moest ermee naar de markt kunnen rijden. Ook moest de boer, met zijn zondagse hoed op, erin passen zodat hij per auto naar de kerk kon. Het uiterlijk van de wagen werd niet belangrijk geacht.

Oorspronkelijk plaatste men uit besparingsoverwegingen slechts één koplamp. Nadat echter een prototype tijdens een proefrit was aangereden, doordat de tegenligger dacht met een motorfiets te maken te hebben, werd het model wél voorzien van twee koplampen.

Er werd een auto ontwikkeld die aan het merendeel van die eisen voldeed, maar hij was zeker nog niet klaar voor productie. Citroën was van plan een prototype van de auto te presenteren op de Salon de l'Automobile van oktober 1939, maar vanwege de Tweede Wereldoorlog werd deze Salon afgelast.

Na de oorlog, en na grondige verandering van het oorspronkelijke ontwerp, werd de auto op donderdag 7 oktober 1948 tijdens de Autosalon van Parijs aan pers en publiek voorgesteld. Een journalist zou het wagentje "Lelijk Eendje" hebben genoemd, deze benaming (of kortweg "Eend") is in het Nederlands een geuzennaam geworden.

De serieproductie van de 2CV begon 11 juli 1949. In het begin werd ze voornamelijk aan boeren (primaire doelgroep), zorgverleners als huisartsen en bekende Franse kunstenaars (gratis reclame) geleverd. De Franse plattelanders waren direct enthousiast, wat de wachttijd liet oplopen tot drie jaar. Nederland was in 1952 het eerste exportland voor de 2CV. Echter, in het begin werd de wagen in Nederland slecht verkocht, waarschijnlijk vanwege het uiterlijk. De laatste 2CV werd op vrijdag 27 juli 1990 geproduceerd. Latere versies werden, net als elders in Europa, tot cultvoertuigen. De (Lelijke) Eend mag zich scharen tussen automobiele iconen als de Volkswagen Kever, de Morris Minor, de Mini en de Fiat 500.

Tegenwoordig is de Eend populair als tweede auto. In Nederland waren er in 2018 nog ruim 8000 Eenden[1] en was de prijs voor een perfect bewaard of gerestaureerd exemplaar gestegen naar rond de 15.000 euro. Onderdelen zijn echter relatief goedkoop en vanwege het lage gewicht (560 kg) is de motorrijtuigenbelasting laag of vanwege de leeftijd vrijgesteld. Via diverse 2CV-clubs worden voordelige verzekeringen aangeboden.

De 2CV 4×4 Sahara, later 2CV Bimoteur genoemd (1958-1970), had achterin een extra motor en versnellingsbak, die andersom gemonteerd was. Met een schakelpook tussen de voorstoelen werden beide versnellingsbakken gelijktijdig bediend. Voor de beide motoren waren afzonderlijke benzinetanks onder de voorstoelen en twee separate contactsloten voorzien. Het reservewiel was voor in de motorkap bevestigd. De auto beschikte dankzij de inschakelbare vierwielaandrijving over een enorme terreinvaardigheid, maar wel voor de dubbele prijs van de standaard-2CV. Er werden slechts 694 exemplaren van gebouwd. Vele werden door de Schweizer Post als bestelwagen gebruikt. Tegenwoordig zijn het gevraagde oldtimers die makkelijk meer dan € 100.000 kosten.

Techniek

2 CV 4×4 Sahara
2CV Charleston van 1983
Het dashboard van een 2CV Club

In 1948 was de 2CV uitgerust met een benzinemotor van 375 cc; een luchtgekoelde kopklepmotor met twee cilinders in boxeropstelling. De basis van deze motor is tot het einde van de productie dezelfde gebleven, alleen werd er telkens een beetje meer vermogen uit gehaald. De eerste modellen hadden vrijwel geen dashboard. De benzinestand werd gepeild via een peilstok die, bevestigd aan de tankdop, in de tank gestoken moest worden. De ruitenwissers werden met de hand bediend of waren gekoppeld aan de snelheidsmeter zodat ze bij stilstand niet werkten. Homokinetische koppelingen bij de voorwielaandrijving waren afwezig, zodat bij elke bocht het schokken van het stuur met de beide handen opgevangen moest worden. De eend had eerst een vermogen van 8 pk, de laatste A-modellen uit de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw (waaronder de afgeleide Méhari, Dyane, Acadiane) hadden een motor van 602 cc met maximaal 29 pk / 21 kW vermogen, zodat een snelheid van 115 km/h en meer mogelijk is. Dit kwam ook door de verschillende versnellingsbakken die werden toegepast.

Besteleenden werden geproduceerd onder de namen AU, AZU, later AK250, AK350, Citroën 2CV AK400 genoemd. De getallen 250, 350 en 400 stonden hierbij voor het laadvermogen in kg.

Het 2CV-motorblok is in de laatste verschijningsvorm opgeboord tot 652 cc en voorzien van elektronische ontsteking. Dit blok werd gemonteerd in de Citroën LNA- en Visa-modellen. Inmiddels zijn er voor de reguliere 2CV-motor (602 cc) ook diverse elektronische ontstekingen beschikbaar gekomen en aan een simpelere versie voor de LNA/VISA-motor wordt gewerkt.

Een bijzonder kenmerk van de 2CV is ook de positie van de versnellingspook. Deze steekt horizontaal door het dashboard. Later zag men dat ook bij de Renault 4. De achteruit zit links vooraan (zoals bij sommige race- en sportwagens, maar waar in de meeste auto's de eerste versnelling zit). De eerste versnelling zit links achter, de tweede midden voor, de derde versnelling midden achter en de vierde rechts voor. Het schakelen tussen de tweede en derde versnelling (de meest gebruikte twee) wordt hierdoor heel eenvoudig. De eerste versnelling was aanvankelijk niet gesynchroniseerd, men moest dus vrijwel stil staan (maximaal 10 km/h) om terug naar de eerste versnelling te kunnen schakelen, een beetje spelen met tussengas hielp hier bij. Een ervaren 2CV-rijder kon vrij makkelijk nog rijdend terugschakelen, een leek zou een wat krakend geluid uit de versnellingsbak veroorzaken. In latere versies werd de één wel gesynchroniseerd.

De achterbank van een eend kan gemakkelijk verwijderd worden en los worden gebruikt. Hij werd vaak op jongerenkamers aangetroffen. Wie met de eend op kampeervakantie ging, kon het bankje bij de tent zetten.

Bijnamen

In Frankrijk heeft de 2CV de bijnaam "La Deuche", in België is het "de Geit" of "het wippertje", in Nederland "Eend" of "Lelijke Eend"', in Friesland de "Pyk" of Einepyk , in Duitsland werd het "Ente", in Engeland "Tin Snail" (blikken slak) en in Tsjechië "Kachna" (eend).

Marketing in Nederland

In december 1959 verscheen in de vorm van een kartonnen single met een plastic laagje als geluidsdrager een reclameplaatje voor de Lelijke Eend. Annie M.G. Schmidt schreef "Het Lelijke Eendje" ter promotie van de Citroën 2CV op een melodie van Paul Chr. van Westering. Henk van de Veldes Kinderkoor zong het liedje samen met Heleen van Meurs en Ronnie Potsdammer. Op de achterkant staat alleen de begeleiding, geschikt voor karaoke. Kopers van een Citroën 2CV kregen het plaatje als geschenk, belangstellenden konden het voor Hfl 0,36[2] bij Citroën bestellen. De bruin kartonnen hoes was tevens enveloppe.

Tijdens de in 2009 gehouden verkiezing van de top-40 van beste reclameliedjes door de stichting Het ReclameArsenaal eindigde het 2CV-reclamelied op de eerste plaats van liedjes uit de periode van 1950 tot 1980.

Eendenmuseum

De oudste nog rijdende Citroën 2CV is in 2018 bij een veiling aangekocht. De auto stamt uit 1949.[3] De eend is de te zien in het in 2017 geopende Eendenmuseum in Andijk.[4] Het museum bezit een collectie van meer dan driehonderd verschillende exemplaren.[5]

Literatuur

  • Antoine Demetz, Citroën 2CV de mon père, ETAI: Parijs 1998, ISBN 978-27268831-0-5
  • Jan Eggermann, Citroën 2CV – Die Ente in Deutschland, edition garage 2CV: Lüdenscheid 2005, ISBN 978-39809082-2-1
  • John Reynolds, Citroën 2CV Third edition, Haynes Publishing: Sparkford Yeovil Somerset UK 2005, ISBN 1-84425-207-8
  • Jan de Lange, De Eend, Citroën 2CV in Nederland, Elmar: Rijswijk 1999, ISBN 90-389-0206-9
  • Ernst van Altena, Een eend van vijfendertig, geschiedenis van de 2CV, In den Toren: Baarn 1983, ISBN 90-6074-592-2
  • Adriaan Huigen, Beroemde auto's, de eend, De Alk: Alkmaar 1994, ISBN 90-6013-013-8
  • Donato Nappo, Stefania Vairelli, 2CV Icon of style, Tectum: Antwerpen 2010, ISBN 978-90-79761-26-5
  • Jan Haakman, Peter Belinfante, Eduard Hattuma, Uit de archieven van: Citroën, Haakman: Huizen 2009, ISBN onbekend
  • Julien Lautier, en Provence, les 2CV du soleil, Éditions Équinoxe: Saint-Remy-de-Provence 2006, ISBN 978-2-84135-509-9
  • David Sparrow, Adrienne Kessel, Citroën 2CV, Atrium: Alphen a/d Rijn 1992, ISBN 90-6113-582-6
  • Jonathan Wood, The Citroën, Shire publications: Princes Risborough Buckinghamshire 2003, ISBN 0-7478-0563-6
  • Jan-Erik Plettenburg, Eend, de Roskam: Almelo 2011, ISBN 978-90-76502-08-3
  • Fabien Sabatès, La guide de LA 2CV, ETAI: Boulogne 1998, ISBN 2-72688-295-1
Zie de categorie Citroën 2CV van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Beluister (info)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.