Geuzennaam

Een geuzennaam is een erenaam die men zichzelf geeft, hoewel deze oorspronkelijk door anderen als scheld- of spotnaam werd gebruikt.[1]

Etymologie

Het historische voorbeeld waaraan Geuzennaam ten grondslag ligt, is het woord geus, van het Franse gueux voor bedelaar. Met de woorden N'ayez pas peur Madame, ce ne sont que des gueux, "Wees niet bang mevrouw, het zijn slechts bedelaars" zou Charles de Berlaymont, adviseur van Margaretha van Parma, in 1566 de lage edelen hebben aangeduid die het Smeekschrift der Edelen aanboden. Drie dagen later hief een van die edelen, Hendrik van Brederode, tijdens een feestmaal de volgende woorden aan: J'ai bu à la santé des Gueux! Vive le Gueux!, "Ik heb op de gezondheid van de bedelaars gedronken! Leve de bedelaar!". Het gewone volk vernederlandste dit woord tot geus.

Kenmerk

Een geuzennaam wordt door velen binnen de groep geaccepteerd – men noemt zichzelf zo – maar wordt door buitenstaanders als beledigend ervaren. Bekende hedendaagse voorbeelden van geuzennamen zijn flikker[2] door Nederlandse homomannen en nigger of nigga door Afro-Amerikaanse jongeren. Dat blanken een woord als nigger nog steeds als scheldwoord gebruiken en dat dit door Afro-Amerikanen ook zo wordt ervaren, doet dus geen afbreuk aan de geuzennaam. Deze dubbele moraal, binnen en buiten de groep, kan voor anderen als verwarrend overkomen.

In de loop der tijd kan de oorspronkelijke neerbuigende betekenis grotendeels vergeten zijn, zoals dat ook met geus is gebeurd. Voorbeelden daarvan zijn:

Een woord dat oorspronkelijk neutraal was, daarna een ongunstige betekenis kreeg en weer later (in radicale kringen) als geuzennaam werd aangenomen, is flamingant, een aanhanger van de Vlaamse Beweging.

Voorbeelden

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.