Carnitine

Carnitine is, in de biochemie, een quaternair ammoniumzout dat in het lichaam gesynthetiseerd wordt uit de aminozuren lysine en methionine. De synthese van carnitine gebeurt voornamelijk in de lever en in de nieren, van waaruit het via de bloedbaan naar de verschillende weefselcellen wordt verspreid. Carnitine staat, binnen de cel, in voor het transport van vetzuren vanuit het cytoplasma naar de mitochondriën, de energieproducenten van de cel. De natuurlijke vorm - en de enige met biologische activiteit - is het optisch isomeer L-carnitine (of levocarnitine).

L-Carnitine
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van L-carnitine
Algemeen
Molecuulformule
     (uitleg)
C7H15NO3
IUPAC-naam(3R)-3-hydroxy-4-trimethylazaniumylbutanoaat
Andere namenL-carnitine, (R)-(-)-carnitine, levocarnitine, vitamine BT, bicarnesine
Molmassa161,1989 g/mol
SMILES
C[N+](C)(C)C[C@@H](CC(=O)[O-])O
InChI
1/C7H15NO3/c1-8(2,3)5-6(9)4-7(10)11/h6,9H,4-5H2,1-3H3/t6-/m1/s1
CAS-nummer541-15-1
PubChem10917
BeschrijvingKleurloze kristallen
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Waarschuwing
H-zinnenH315 - H319 - H335
EUH-zinnengeen
P-zinnenP261 - P305+P351+P338
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestandvast
Smeltpunt196–197 °C
Oplosbaarheid in water2500 g/l
Goed oplosbaar inwater
Nutritionele eigenschappen
Type nutriëntantioxidant, vetverbrander
Essentieel?neen
Komt voor inspierweefsel, rood vlees, zuivel
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal    Scheikunde

Functie

Carnitine komt in alle weefsels van het lichaam voor. Het speelt een belangrijke rol in de energieproductie van het lichaam. Bij een tekort aan carnitine treden er problemen op bij de verbranding van vetzuren, waardoor vermoeidheid en gewichtstoename ontstaan. Verder is carnitine een antioxidant en heeft het een beschermende werking op het hart en op de bloedvaten.

De geacetyleerde vorm, acetyl-L-carnitine, is vooral werkzaam in de hersenen en heeft daar een soortgelijke functie.

Bron

Het lichaam maakt zelf in de nieren en de lever carnitine aan uit de aminozuren lysine en methionine, met de hulp van vitamine C.

Lysine wordt geclassificeerd als een voor mens en dier essentieel aminozuur: het kan enkel uit voeding worden verkregen. Lysine is vooral aanwezig in dierlijke producten (vlees, vis en gevogelte). In mindere mate komt het voor in eieren, peulvruchten en zuivelproducten.[1]

Methionine komt in veel levensmiddelen voor, met name in vlees, vis (zalm, garnalen), eieren, volkorenbrood, rijst en groenten zoals broccoli, groene erwten spruitjes, spinazie.

Een vegetarische of veganistische voeding bevat hierdoor minder lysine en methionine, maar de absorptiecapaciteit van carnitine is bij vegetariërs aanmerkelijk groter dan bij vleeseters, zodat in de praktijk zelden tekorten ontstaan.[2]

L-carnitine komt vrijwel uitsluitend in dierlijke producten voor (caro, genitivus carnis betekent vlees in het Latijn). Een goede bron van carnitine is rood vlees zoals paardenrookvlees of rosbief. L-carnitine wordt al sinds het eind van de tachtiger jaren van de 20e eeuw toegevoegd aan zuigelingenvoeding. In voedingssupplementen met een vermeende vetverbrandende werking is vaak L-carnitine verwerkt. De gedachte hierachter is dat door L-carnitine te gebruiken rondom krachtinspanningen (bijvoorbeeld een cardiotraining) lichaamsvet wordt gebruikt om energie te leveren voor de prestatie. Hiervoor bestaat echter onvoldoende eenduidig wetenschappelijk bewijs.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.